Deze zomer trakteert WPG Uitgevers je wekelijks op een literaire cocktail in de vorm van een wekelijks leesfragment. Als vieruurtje, voor het slapengaan of gewoon tussendoor. Voor de kinder- en jeugdboeken bijt de 19-jarige Roxanne Wellens de spits af met haar debuut ‘Te waar om mooi te zijn’. Enjoy!

Lieve Othello,

Dit is mijn laatste brief.
Geen sterrenhemel of bergwandeling kan mij nog tegenhouden.
Het leven is om te leven. Door langzaam te sterven heb ik dat
geleerd.

Ik wil het echte leven – niet de illusie.
Ik wil eerlijkheid.

Ik wens je avontuur. Wakker worden in een tent, met zicht op
de bergen. Thee en koekjes met chocolade. Ik wens je twee warme
handen. De moed om op pad te gaan. Een rugzak en een
kompas. Ik wens je de zonsopgang.

Wees eerlijk!
Breek met je idee over perfectie.
Stap uit de kudde.
Onderzoek je motieven.
Denk aan een ui, die je laag voor laag afpelt, en doe hetzelfde
met jezelf tot je de kern hebt bereikt.

Vergeef mij. Vergeef mama en papa. Vergeef degenen die je
pijn hebben gedaan.

Er is niets mooier.

Ik probeerde je te dragen, Othello. Ik wilde je beschermen,
maar ik realiseer me nu pas dat jij mij altijd gedragen hebt.
Bedankt daarvoor. Ik zie je graag.

Lao-Tzu zei: Dat wat een rups het einde van de wereld noemt,
noemt de rest van de wereld een vlinder.

Vroeger werd gezegd dat een ster de vuurplaats is van een
overleden persoon.
Voor jou wil ik geloven dat dat waar is.

De vrijheid om te zien

Alles deed hem aan haar denken. De diepe treurnis wilde hem niet verlaten, maar hij voelde zich getroost door het idee dat hij Minthes laatste wens had ingewilligd.
Othello staarde lange tijd naar de golven. Door hun zachte gedein leek het of ze geboren werden en stierven. De zee deed hem denken aan Minthe. Alles deed hem aan haar denken. De diepe treurnis wilde hem niet verlaten, maar hij voelde zich getroost door het idee dat hij Minthes laatste wens had ingewilligd. Hij had haar as uitgestrooid in het water. Minthe had altijd van de zee gehouden. Ze bracht er ieder vrij moment door. Daarom had hij zijn familie gevraagd om afscheid te nemen op deze plek, waar ze thuishoorde. Het schemerde nog toen hij hier een paar dagen geleden met een klein groepje familieleden was samengekomen. Strepen oranje en roze in de lucht. De zon zou gauw opkomen. Het was een korte plechtigheid. Wie iets wilde zeggen, zei iets. De rest zweeg; sommigen huilden. Er was niemand die kwam omdat hij zich verplicht voelde. Geen onechtheden, dat verdiende ze niet. Geen priester. Geen uitvaartbegeleiding. Puur, zoals het hoort te zijn. In drie kleine roeiboten waren ze het water op gegaan. Een laag mist hulde de horizon in een grijze cape. Soms stak er even wat wind op, alsof Minthe lachte. Iedereen strooide een hand as uit. Hij wilde als laatste. Othello’s gedachten dwaalden af naar een avond een paar maanden geleden. Van alle herinneringen die hij met Minthe deelde, was die avond een van de mooiste. Ze waren na een nachtwandeling gaan liggen op hun favoriete plekje, in het zand naast de golfbreker. Hij herinnerde zich haar kleine, blote voeten. ‘Denk je vaak aan de dood?’ vroeg ze. Othello wist nog dat hij volmondig ‘nee’ had geantwoord.
In zijn ogen was de dood iets voor oude of zieke mensen. Niet iets voor iemand zo jong als zij.
Hij hoorde haar lachen.

‘Geloof je in leven na de dood? Je weet wel, in reïncarnatie,
of in de hemel.’
‘Ik weet niet. Dat lijkt me nogal…’
‘Nep?’
‘Ja.’
‘Maar denk je dan niet dat er iets anders is? Geen plek
met rijstpap en gouden lepels, maar iets haalbaarders?
Dat moet toch wel?’
‘Dood is dood,’ mompelde hij.
‘Maar dat klinkt zo…’ Haar stem stierf weg.
‘Leeg?’
Stilte vulde de ruimte tussen hen.
Minthe geeuwde: ‘Dat is de hemel.’ Ze wees naar de
lucht, die bezaaid was met sterren. ‘Maar het is nooit genoeg.
We zoeken overal naar het paradijs, maar we vergeten
om ons heen te kijken.’ Othello grinnikte; over die
zin had ze nagedacht.
‘Wat kan er mooier zijn dan dít?’ vroeg ze.
Othello zweeg.
‘Othello? Luister je?’
‘Hh-m.’
‘Zie je het niet? We zijn zo blind.’ Ze grinnikte om
haar eigen woordspeling. ‘Ik ben aan het overdrijven, hè?’
Othello wilde antwoorden, maar ze was hem voor:
‘Sluit je ogen,’ zei ze.
‘Maar…’
‘Doe maar gewoon.’
Hij deed zuchtend zijn ogen dicht.
‘Wat zie je?’ vroeg Minthe.
Othello fronste. ‘Niets?’
‘Precies. Doe ze maar weer open.’
Hij keek haar niet-begrijpend aan. Met gespreide armen
zei ze: ‘Wat zie je nu?’
‘Niet zoveel, het is nogal donker,’ grapte hij, maar liet
daarop volgen: ‘Nee, ik zie sterren. De maan, een paar
wolken… Je weet wel.’
Ze stootte een zelfvoldane lach uit. ‘En vind je het
mooi?’
‘Ja.’
‘Zie je?’

Minthe had die avond geprobeerd hem voor te bereiden. Hij had het niet begrepen; voor hem was de dood iets waar hij later wel over na zou denken. Maar dat gold niet voor iedereen.

Het geluid van voetstappen haalde hem uit zijn gemijmer. Toen hij zich omdraaide zag hij Bo. ‘Hey,’ fluisterde ze. Haar stem klonk vertrouwd, maar tegelijk uit een andere wereld. Ze deed hem denken aan het leven dat hij had gehad voor Minthes dood. Bo hurkte en legde een hand op zijn schouder. Othello omhelsde haar; het was al een tijd geleden dat hij haar had gezien. ‘Ik ben bij je thuis geweest, maar je was er niet. Je moeder zei dat je waarschijnlijk hier zou zijn. Is alles in orde?’ Slierten donkerblond haar kwamen onder haar muts vandaan. Hij knikte.
‘Mag ik?’ Ze gebaarde naar de lege plek naast hem. Othello schoof opzij. Bo kwam voorzichtig naast hem zitten. ‘Gaat het echt wel goed?’Othello twijfelde, onzeker of hij de waarheid kon vertellen.
‘Heb jij je wel eens incompleet gevoeld?’ Vragend keek hij haar aan. ‘Het klinkt raar, maar het is alsof ik zuurstof mis.’
Het was echt zo. Sinds haar dood had hij het gevoel dat er iets fundamenteels ontbrak. Iets zoals bloed, een hart, zuurstof. Een zus is niet vervangbaar. ‘Wat?’ vroeg ze hees. Ze frunnikte aan de rits van haar jas. ‘Zo voel ik me: in-compleet.’ Ze knikte alleen maar. ‘Ik praat tegen haar, Bo. De hele tijd. Het is hopeloos.’ Hun blikken ontmoetten elkaar. Hij deed moeite om zijn tranen te verbergen. Bo sloeg haar arm om hem heen.

“Wat een straf boek. Een instante verslaving. Een boek dat me goesting doet krijgen om meer te lezen, meer te genieten en met liefde te strooien als was het confetti.”

Eva Daeleman over Te waar om mooi te zijn

Met te waar om mooi te zijn etaleert Roxanne hoeveel levenservaring ze op nauwelijks 19 jaar heeft verworven. In een indringend verhaal vertaalt ze hoe twee belangrijke thema’s een grote rol hebben gespeeld in haar eigen leven: Zelfdoding en vrijheid. Drie van haar vier grootouders besloten zelf uit het leven te stappen , waardoor Roxanne al vroeg met dit thema te maken kreeg. Om te begrijpen wat hen tot dat besluit heeft gedreven, creëerde ze Minthe, één van de personage uit het boek, in een constante zoektocht naar vrijheid. Die vrijheid holt Roxanne al van kindsbeen zelf achterna wat haar voor vrijwilligerswerk tot in Nepal bracht en op eigen houtje tot in Compostella.
Roxanne is net afgestudeerd en laadt haar batterijen op door een sabatjaar te nemen. Ze schrijft al vanaf haar vijftiende en won recent een schrijfwedstrijd voor kortverhalen.

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99