Het leven van Kieran Elliott veranderde voorgoed op de dag dat een roekeloos besluit een dramatisch gevolg kreeg. Het schuldgevoel speelt op tijdens een familiebezoek aan de kleine kustplaats waar hij opgroeide. Kierans ouders hebben het niet makkelijk in deze stad, waar ieders geluk afhankelijk is van de genadeloze zee. Wanneer er een lichaam wordt gevonden op het strand, komen lang verborgen geheimen bovendrijven.

Lees hier het eerste hoofdstuk van De overlevenden, de nieuwste thriller van Jane Harper!

Proloog

Ze had – bijna – een van de Overlevenden kunnen zijn. Zoals ze daar stond, afgetekend tegen het zwakke licht, met haar rug naar hem toe gekeerd en met het zoute water dat aan haar voeten kabbelde. Toen bewoog ze. Ze verplaatste alleen maar haar gewicht van de ene naar de andere voet en ademde even diep in en uit, maar het was genoeg om de illusie te verbreken voordat die volledig gevormd was.

Ze keek nog steeds de andere kant op, gefocust op iets wat hij in het donker niet kon onderscheiden. Ergens brak er een golf en de zee kwam op, fris en koud tegen zijn benen terwijl het wit schuimde rond haar blote kuiten. Hij zag hoe ze met haar vrije hand de zoom van haar rok tot boven haar knieën optrok. Er hing een fijne mist in de lucht en haar T-shirt plakte aan haar rug en haar middel.

De zee kwam weer op.
De zee kwam weer op, en deze keer trok de onderstroom zo sterk dat hij een stap naar haar toe deed. Ze merkte het niet. Haar gezicht was omlaaggericht, en de zilveren ketting om haar hals glinsterde tegen haar sleutelbeen toen ze vooroverboog om iets in het water te bekijken. Ze liet de zoom van haar rok los toen het water zich weer terugtrok, en bracht een hand omhoog om haar paardenstaart die over haar schouder was gevallen opzij te vegen. Hij was zwaar van de zeenevel. Eén strengetje haar was in haar mondhoek blijven haken en ze veegde het weg, waarbij haar vingertoppen over haar lippen streken. Hij voelde hoe de spieren in zijn borst en schouders zich aanspanden.

Als je het ooit gaat doen…

De gedachte fluisterde onder het geruis van een golf. De onderstroom trok weer. Heel even verzette hij zich ertegen, en toen deed hij nog een stap.

Nu hoorde ze hem wel, of in elk geval voelde ze hem. Een of andere verstoring in het natuurlijke ritme om haar heen.

Als je het ooit gaat doen…

Ze keek op. Hij zoog een teug met zout verzadigde lucht naar binnen.

Doe het dan nu.

1

Kieran hoopte dat het verdoofde gevoel snel zou intreden. De bijtende kou van de oceaan werd meestal langzamerhand milder, maar terwijl de minuten wegtikten, had hij het nog steeds koud. Hij zette zich schrap toen er weer een golf tegen zijn huid brak.

Het water was niet eens zo koud, zei hij tegen zichzelf. Niet nu de zomer op zijn einde liep en de middagzon haar best deed om de ergste pijn weg te nemen. Absoluut kippenvel, en geen onderkoeling. Kieran wist dat hij zelf water dat nog veel kouder was dan dit, als ‘aangenaam’ had beschreven. Maar altijd alleen hier in Tasmanië, waar de temperatuur van de zee rond het eilandstaatje relatief warm was ten opzichte van de temperatuur van de lucht.

Sydney – de stem in Kierans hoofd klonk verdacht veel als die van zijn broer – heeft een slappeling van je gemaakt.

Misschien. Maar het échte probleem was dat hij, in plaats van het blauw te doorklieven terwijl zijn adem zijn borst liet opzwellen en het water langs zijn oren ruiste, en er niets dan honderden kilometers deinende zee te zien was die hem van de dichtstbijzijnde landmassa scheidden, volkomen stilstond, tot aan zijn middel in zee, drie meter van het strand.

Zijn dochtertje lag bedwelmd van de melk tegen zijn blote borstkas, veilig opgeborgen in een droge handdoek, en een piepkleine zonnehoed beschermde haar ogen terwijl ze zo lag te doezelen. Audrey begon zwaar te worden nu ze drie maanden was. Hij verplaatste haar gewicht, de lichte pijn in zijn schouders en de kou tegen zijn benen negerend, keek naar de horizon en liet haar lekker doorslapen.

Audrey was niet de enige die uitgeteld was.
Audrey was niet de enige die uitgeteld was. Op het strand kon Kieran zijn vriendin languit op haar rug zien liggen, volledig gekleed, met een arm over haar ogen geslagen en met slappe mond. Mia had haar hoofd op een opgerolde handdoek gelegd, en haar lange, donkere haar lag uitgewaaierd op het zand. Ze kon tegenwoordig overal slapen, net als hij. Er was bijna niemand anders in de buurt. Een tienerstelletje dat hij niet had herkend was eerder voorbijgeslenterd, hand in hand en op blote voeten, en verderop op het strand was een jonge vrouw al sinds ze waren aangekomen langs de kustlijn aan het strandjutten. Op het hoogtepunt van de zomer waren er twee keer zoveel vakantiegangers als de negenhonderd inwoners van Evelyn Bay, maar nu waren ze grotendeels vertrokken, omdat hun echte leven hen naar het vasteland en nog verder weg terugriep.

‘Hé!’

Kieran draaide zich om toen hij een bekende stem hoorde. De man dook op uit een van de zijpaadjes die een rij verweerde strandhuisjes met het zand verbond. Hij grijnsde terwijl hij een gehavende rugzak hoger op zijn schouder hees. Bij zijn voeten liep een grote hond van een onbestemd ras, die door zijn afmetingen en warrige goudbruine haar verontrustend veel op zijn baasje leek.

Kieran waadde het water uit en begroette Ash McDonald op het zand. Hij draaide zich zo dat Ash de baby op zijn borst kon zien.

‘Sodeju.’ Ash trok met een eeltige vinger een hoekje van de handdoek opzij en bracht zijn ongeschoren gezicht dichterbij om naar Audrey te kijken.

‘Nou, ze is te knap om van jou te zijn, mate, maar evengoed gefeliciteerd.’ Hij kwam overeind en knipoogde naar Mia, die nu wakker was geworden, was opgestaan en het zand van haar rok veegde terwijl ze naar hen toe liep. ‘Geintje. Ze is prachtig.’

‘Dank je wel, Ash.’ Mia onderdrukte een gaap terwijl hij haar op de wang kuste, en ze bukte zich om zijn hond te aaien. ‘Hallo, Shifty.’

Ash knikte naar Kierans natte short. ‘Hoe is het water?’

‘Best aangenaam.’

‘Probeer je die goeie ouwe tijd te doen herleven?’
‘Probeer je die goeie ouwe tijd te doen herleven?’

Kieran glimlachte. ‘Ik zou liever zwemmen.’

Kieran was de tel kwijtgeraakt hoeveel uren hij en Ash als tieners tot aan hun middel in de oceaan hadden gestaan om bij te komen op de dag na een Australian-footballwedstrijd, wachtend tot het ijskoude water zijn vermeende magie uitoefende. Heel veel in elk geval.

Ash was een zomergast geweest die jarenlang zo nu en dan rond Evelyn Bay zwierf, maar toen hij vijftien was en door de scheiding van zijn ouders zijn moeder weer naar haar geboorteplaats werd gedreven, werd hij een vaste gast.

Kieran had niet veel over hem geweten, behalve dan dat hij uit een mijnwerkersstadje in het westen van de deelstaat kwam, zo gehard dat hun plaatselijke footballteam op gravel speelde, niet op gras. Met die kennis had Kieran waarschijnlijk niet zo verrast hoeven zijn toen de nieuwe jongen bij de training kwam aanzetten en Kieran voor het eerst in zijn leven niet vanzelfsprekend de beste was bij de snelheidstraining, zijn eerste plaats op de ranglijst van meest scorende speler gevaar liep en de manoeuvres op het veld die jarenlang ongemoeid waren geweest nu agressief werden bestreden. Hij had een paar weken verdaan met flink pissig zijn en was vervolgens nog harder gaan trainen in de sportschool en op de atletiekbaan. En daarna was hij weer pissig geworden toen hij Ash daar tegen het lijf liep omdat die exact hetzelfde deed.

Het was halverwege het seizoen toen Kieran een keer laat op de dag naar het strand was gekomen en de zee in was gegaan, waar hij toevallig vlak naast Ash bleek te staan. Omdat hij niet degene wilde zijn die opzijstapte, had Kieran zijn armen over elkaar geslagen en stug naar de zee gestaard. Ze waren de hele sessie zwijgend naast elkaar blijven staan. Ergens onzichtbaar naar het noorden lag het vasteland van Australië, ver weg in het zuiden Antarctica. Voor hen was er niets, helemaal tot aan de horizon.

‘Ik heb deze maand meer persoonlijke records gevestigd dan in het hele afgelopen jaar bij mijn oude club.’

Kieran was verrast geweest door Ash’ stem. Hij had een blik op de andere jongen geworpen, die soms een beetje sterker of een seconde sneller was of een fractie van een seconde sneller reageerde, en soms ook niet. Ash bleef naar het water turen terwijl hij weer sprak.

‘Dat was eigenlijk wel fijn.’

En verdomme, had Kieran met een mengeling van irritatie en toenemende waardering beseft, de jongen had gelijk.
En verdomme, had Kieran met een mengeling van irritatie en toenemende waardering beseft, de jongen had gelijk. Het was ook fijn geweest. Kieran was nog nooit zo goed geweest als wanneer hij deze eikel achternazat. De coach had geroepen dat het tijd was en Kieran had gekeken hoe Ash aanstalten maakte weer naar het strand te waden. Hij had zijn mond opengedaan.

‘Hé, wacht even.’

Dat had Ash gedaan. En vanaf dat moment was het in feite bekeken.

Ze speelden allebei niet meer zo vaak football, maar bijna vijftien jaar later was Kieran minstens zo fit als hij toen was, en omdat hij sportfysiotherapeut was geworden, was het nu zijn beurt om mensen aan te moedigen om in ijskoud zout water te gaan staan. Ash leek ook nog ongeveer hetzelfde, dacht Kieran. Zijn hoveniersbedrijf had hem een verweerde, gezonde uitstraling gegeven die te danken was aan het rondsmijten van zakken aarde en het worstelen met gevelde bomen.

‘Wanneer ben je teruggekomen?’ Ash zette zijn rugzak op het zand en Kieran hoorde het doffe gerammel van tuingereedschap erin.

‘Een paar uur geleden.’

Kieran en Mia waren slechts zo lang als beleefd was in het huis van zijn ouders gebleven voordat ze zich excuseerden om naar buiten te gaan voor wat frisse lucht. Vanaf de plek waar hij stond, kon hij hun veranda aan de achterkant nog zien. Slechts een withouten hek scheidde hun erf van het strand. Kieran bedacht dat hij straks weer naar binnen moest gaan en voelde zich een beetje claustrofobisch.

‘Hoe gaat het met je vader?’ vroeg Ash. ‘Ik ben hem al een paar weken niet tegengekomen.’

‘Niet zo best.’ Kieran vroeg zich af of hij het moest uitleggen, maar nee, Ash was natuurlijk al aan het knikken. In een plaatsje als Evelyn Bay wisten mensen van elkaars wel en wee. Waarschijnlijk nog beter dan Kieran zelf. De vorige keer dat hij zijn vader in levenden lijve had gezien was meer dan anderhalf jaar geleden, toen Brian voor het laatst gezond genoeg was geweest om naar Sydney te vliegen. Zelfs toen al was Brian voortdurend in de war geweest, en Kierans moeder Verity was het grootste gedeelte van hun verblijf geduldig bezig geweest dingen aan hem uit te leggen. Toen Audrey drie maanden geleden geboren werd, was Verity in haar eentje gekomen om haar eerste kleinkind te begroeten.

Ondanks dat onheilspellende voorteken was Kieran evengoed geschokt geweest.
Ondanks dat onheilspellende voorteken was Kieran evengoed geschokt geweest toen ze eerder die dag waren aangekomen en werden begroet door de lege huls die ooit Brian Elliott was geweest. Kieran wist oprecht niet zeker of zijn vader snel achteruit was gegaan of dat hij zelf in volstrekte ontkenning had verkeerd. Hoe het ook zij, op nog maar zesenzestigjarige leeftijd had de dementie hem nu in een wurgreep. Zelfs de artsen vonden dat Brian heel veel pech had.

‘Wanneer gaan ze verhuizen?’ Ash keek even naar het huis van Kierans ouders.

‘Over een paar weken.’ Het verzorgingstehuis in Hobart was er klaar voor en verwachtte hem. ‘We dachten dat mijn moeder waarschijnlijk wel wat hulp kon gebruiken om dingen op te ruimen.’

‘En wat gaat zij dan doen? Zij gaat daar toch niet ook wonen?’

‘Nee.’ Kieran haalde zich Verity voor de geest, die met haar vierenzestig jaar gemakkelijk kon doorgaan voor tien jaar jonger en nog bijna elke dag hardliep of fietste. ‘Ze heeft een tweekamerappartement gevonden in de buurt van het verzorgingstehuis.’

‘Aha. Dat…’ Ash liet zijn tong over zijn tanden gaan terwijl hij op zoek ging naar de juiste woorden. ‘… komt goed uit.’

‘Ja.’ Dat hoopte Kieran oprecht, want hij had sterk het vermoeden dat Verity het vreselijk zou vinden.

Ash dacht heel even na. ‘Luister, zeg tegen Verity dat ze het me laat weten wanneer het huis op de markt komt. Dan maak ik de tuin netjes voor haar. Voor niks, uiteraard.’

‘Echt? Dank je wel, mate.’

‘Geen punt. Het is een klotesituatie.’

Het was ook klote. Dat had Kieran best geweten. Hij had eerder naar huis moeten komen.

‘Hoe lang is het geleden sinds de vorige keer dat je terug was?’ vroeg Ash, alsof hij zijn gedachten kon lezen.

‘Twee jaar?’

‘Wel langer, denk ik,’ zei Ash, op hetzelfde moment dat Mia haar hoofd schudde.

‘Al bijna drie,’ zei ze, terwijl ze zich naar Ash toe keerde. ‘Hoe gaat het met Olivia? Ik heb haar ge-e-maild om te zeggen dat we deze week hier zouden zijn.’

‘Ja, goed. Ze wil absoluut een keertje bijpraten.’
‘Ja, goed. Ze wil absoluut een keertje bijpraten.’ Ash pakte zijn telefoon. ‘Weet je wat, ik kijk even of ze er nu is, haar huis is daar verderop. Fisherman’s Cottage.’ Hij knikte naar het rijtje strandhuisjes waarvan de achterkant naar het strand was gekeerd.

‘O ja?’ Kieran kon zich een beeld vormen van de lage bungalow met de houten buitenbekleding, ongeveer tien huizen van het huis van zijn ouders. ‘Cottage’ was een veel te poëtische naam ervoor. Net als vrijwel elk ander huis in het dorp – zelfs een aantal van de nieuwere huizen – was het typisch jarenzestigarchitectuur. ‘Hoe lang huurt ze dat huis al?’

‘Anderhalf jaar of zo. Sinds ze hiernaartoe is terugverhuisd in elk geval.’

Terwijl Ash zijn vriendin belde, probeerde Kieran zich een beeld te vormen van hoe Olivia Birch eruit zou zien als dertigjarige. Hij had haar niet echt meer gezien sinds – hij probeerde het uit te rekenen – in elk geval jaren, dus was het beeld in zijn hoofd stevig verankerd op achttien. Toen had ze door haar lengte en houding een soort elegantie gehad die volwassenen omschreven als ‘statig’ en die jongens omschreven als ‘sexy’. Ze was regelmatig op het strand te zien geweest, met haar bruine krullende haar in een hoge paardenstaart, die ze ongeduldig opzijveegde terwijl ze haar wetsuit verder dichtritste. Ze was uiteraard nog steeds lang en waarschijnlijk nog steeds beeldschoon. Meisjes die werden geboren met het uiterlijk van Olivia behielden dat meestal.

Ash hield zijn telefoon tegen zijn oor, hing toen op en fronste een beetje naar het scherm. Hij hief zijn hoofd op en tot Kierans verbazing riep hij over het strand.

‘Hé! Bronte!’

De jonge vrouw was opgehouden met strandjutten en zat nu gehurkt aan de rand van de branding, waar ze een camera op iets in het zand richtte. Ze keek op toen Ash haar riep en kwam overeind, met haar rok wapperend in de zeebries.

‘Livs huisgenoot,’ zei Ash tegen Kieran en Mia, waarna hij naar het huis wees en nog een keer zijn stem verhief. ‘Is Olivia thuis?’

De jonge vrouw – Bronte, zo begreep Kieran – schudde haar hoofd, een overdreven gebaar, vanwege de afstand. Nee. Ze zagen het woord meer dan ze het hoorden, want haar stem werd meevoerd door de wind.

Ash legde een hand om zijn mond. ‘Waar is ze?’

Ze haalde haar schouders op. Weet ik niet.

‘Aha. Tja.’ Ash richtte zich weer op zijn telefoon en fronste. ‘Ik weet het niet. Maar weet je, ze moet vanavond werken, dus laten we met z’n allen wat gaan drinken. Dan kan ze jullie daar begroeten.’

Mia probeerde haar verbazing te verbergen, maar dat lukte niet.
‘Werkt Liv nog steeds bij de Surf and Turf?’ Mia probeerde haar verbazing te verbergen, maar dat lukte niet.

‘Ja,’ zei Ash. ‘Voorlopig in elk geval. Dus, hoe laat vanavond? Uurtje of acht?’

‘Ik weet het niet, mate.’ Kieran wees naar Audrey in de handdoek, die nu wakker werd onder haar zonnehoedje. ‘We hebben de baby, dus…’

‘Daar heb je toch oma’s voor?’ Ash was al een berichtje aan het typen. ‘Ik laat Liv weten dat we komen. Neem Sean ook mee.’

Kieran en Mia wisselden een blik uit waarmee ze een volledig stilzwijgend gesprek voerden, dat eindigde in een nauwelijks waarneembaar knikje van allebei. Ze zouden allebei gaan.

‘Oké.’ Toen hij het berichtje had verzonden, pakte Ash zijn rugzak op en zwaaide hem over zijn schouder. ‘Ik moest maar weer eens aan het werk. Ik zie jullie later.’ Hij boog zich naar Audrey toe. ‘Maar jou niet, kleintje. Jij gaat wat qualitytime met oma doorbrengen.’

Audrey draaide haar hoofdje om naar hem te kijken. De wind kreeg vat op de rand van haar hoedje en rukte het af. Zowel Kieran als Ash greep ernaar, maar het was al halverwege het strand voordat ze in beweging kwamen. Ash zette weer zijn handen aan zijn mond.

‘Bronte!’

De vrouw stond nu tot haar knieën in het water een streng zeewier te bekijken die ze met beide handen vasthield. Haar canvas tas lag veilig op het zand. Ze hief haar hoofd toen hij riep, en de beweging was tegelijk ongeduldig en toegeeflijk.

Wat nu weer?

Ze zag Audreys hoedje de rand van de branding schampen en liet het zeewier vallen. Ze rende achter het hoedje aan, pakte met één hand haar rok vast tot boven haar knieën terwijl ze door het water plonsde, waarbij de witte koppen van de golven om haar benen schuimden. Ze kreeg het bijna te pakken toen de bries het deed opwaaien en het meenam, de zee op en buiten handbereik.

Kieran keek toe hoe Bronte bleef staan toen ze besefte dat het een verloren zaak was. Ze liet haar rok zakken, zodat de zoom tot net boven het water viel, en ze wreef afwezig over haar nek, waar ze haar gordijn van blond haar van haar huid weg tilde, haar hand vol dik warrig haar. Ze keek toe hoe het hoedje wegdreef.

‘Waar wacht je nog op?’
‘Waar wacht je nog op?’ Ash grijnsde. ‘Zwem erheen!’

Ze lachte en riep iets terug wat klonk als: zwem er zelf maar heen.

‘Wees niet zo ontzettend egoïstisch, Bronte. Je staat al voor de helft in het water.’

Ze liet haar haar weer zakken en met haar vrije hand stak ze haar middelvinger naar hem op.

Ash lachte en draaide zich om toen zijn telefoon één keer overging in zijn hand. Hij keek ernaar, maar zei niets.

Kieran keek het hoedje na, dat een verontrustend waarheidsgetrouwe imitatie van een persoon deed terwijl het in de branding dobberde.

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99

Jane Harper

Jane Harper verhuisde als kind van Engeland naar Australië. Ze heeft dertien jaar als journalist gewerkt. De droogte, haar thrillerdebuut, werd na verschijnen in Australië nummer 1 in de bestsellerlijsten, won alle prijzen die er dat jaar te winnen vielen en wordt verfilmd. In 2019 verscheen Verlaten, ook die thriller kwam direct op #1 in Australië en won dat jaar een recordaantal prijzen. In 2021 verschijnt De overlevenden, haar vierde thriller. foto auteur (c) Nicholas Purcell