Ken jij de IJslandse queen of crime Yrsa Sigurdardóttir al? De veelvoudig bekroonde bestsellerauteur heeft al meer dan tien thrillers op haar naam staan en scoort opnieuw met DNA. In de woorden van Karin Slaughter: ‘Dit boek is niet weg te leggen.’

Op 3 januari verschijnt DNA in Nederlandse vertaling. Lees hier alvast een fragment!

Voorwoord

Zittend op de bank vormden ze een soort trapje, van klein naar groot. Het meisje was het kleinst en zat aan een uiteinde met haar twee oudere broers naast zich. Een, drie en vier jaar oud. Hun dunne benen bungelden onder de harde zitjes. In tegenstelling tot de meeste kinderen schuifelden de broers en het zusje niet op hun plaats heen en weer en wiebelden ze niet met hun voeten. Nieuwe schoenen zweefden roerloos boven het glanzende linoleum. Van het gezicht van de kinderen was geen nieuwsgierigheid af te lezen, geen verveling en geen ongeduld. Alle drie staarden ze naar de kale witte muur, alsof daar een tekenfilm van Tom & Jerry vertoond werd. Van op een afstand gezien was het net een foto – drie kinderen op een bank.

Niemand kon er met zekerheid iets over zeggen.
Ze zaten er al bijna een halfuur. Ze zouden gauw genoeg mogen opstaan, maar geen van de volwassenen die hen van een afstand in het oog hield, wilde daar echt vaart achter zetten. Er was de laatste tijd veel veranderd in het leven van de kinderen, maar dat verbleekte bij wat hun nog te wachten stond. Als ze hier weggingen, zou niets weer zijn zoals vroeger. Deze keer zouden het veranderingen in de goede zin van het woord zijn, maar toch zaten er nadelen aan en alleen de tijd kon uitwijzen of die zwaarder zouden wegen dan de voordelen. En juist daar wrong de schoen: niemand kon er met zekerheid iets over zeggen. En daarom hadden zij die moesten beslissen er moeite mee de knoop door te hakken.

‘Jammer genoeg. We hebben alle mogelijkheden bekeken en dit is wat de deskundigen aanraden. De kinderen hebben ten slotte een thuis nodig en het heeft geen zin om te wachten. Hoe ouder ze worden, hoe minder kans dat iemand ze wil adopteren. Kijk maar hoeveel verschil er zit in het vinden van een pleeggezin voor de jongens of het meisje. Mensen weten maar al te goed dat hoe jonger een kind is, hoe beter het zich aan een nieuw leven kan aanpassen. Over twee jaar is het zusje even oud als het jongste broertje nu en dan zouden we met haar in dezelfde situatie zitten. ’ De man haalde diep adem en zette zijn woorden kracht bij door met een stapel papieren te zwaaien, verslagen en analyses van de deskundigen die de kinderen hadden onderzocht. De anderen knikten ernstig, met uitzondering van de jongste vrouw in de groep, die het meest tegen het voorstel gekant was. Zij had de minste ervaring met dit soort zaken, maar zij had het vuur nog in zich dat in het hart van de anderen door aanhoudende teleurstellingen allang gedoofd was.

‘Moeten we niet nog even afwachten? Je weet nooit of we niet toch een echtpaar vinden dat het aandurft om ze alle drie te nemen. ’ Ze wenkte met haar ogen in de richting van de kinderen die als versteend op de bank zaten. Ze hield haar armen stijf over elkaar geslagen, alsof ze zich ervan wilde verzekeren dat haar goedheid, hoop en positieve instelling niet zouden wegvloeien. Ze herinnerde zich goed hoe de broers en het zusje eruitzagen toen hun zaak in handen van Jeugdzorg kwam: ze hadden ongekamd en ongewassen blond haar, vieze kleren en ze waren allemaal zo uitgemergeld dat het naar was om aan te zien. Heldere blauwe ogen in groezelige gezichten die getekend waren door tranen. Met een somber gezicht richtte de jonge vrouw zich weer tot de groep. ‘Het moet mogelijk zijn. ’

Heldere blauwe ogen in groezelige gezichten die getekend waren door tranen.
‘Ik heb het toch net allemaal uitgelegd, ’ zei de man met de stapel papieren geïrriteerd. Hij keek voor de derde keer tijdens de vergadering op zijn horloge, want hij had beloofd met zijn kinderen naar de film te gaan. ‘Om de jongste wordt gevochten, maar slechts een paar mensen willen de jongens. We mogen blij zijn dat we deze oplossing gevonden hebben en het heeft geen zin om nog langer naar een denkbeeldig echtpaar te zoeken. Mensen die een kind willen adopteren, geven zich bij ons op en wij hebben die lijst grondig uitgekamd. Dit is, gezien de omstandigheden, het verstandigst. ’

Hier viel weinig op te zeggen en iedereen knikte met een ernstig gezicht, behalve de jonge vrouw. Haar ogen straalden een ondraaglijke radeloosheid uit. ‘Ze lijken zo close met elkaar. Ik maak me zorgen dat de scheiding ze voor de rest van hun leven zal schaden. ’

Er werd nu zo hard met de papieren gezwaaid dat het haar op het hoofd van de aanwezigen zachtjes bewoog. ‘Twee psychologen zeggen duidelijk dat het voor de twee jongste kinderen goed zou zijn om gescheiden te worden. Het lijkt alsof de jongen zijn zusje onder zijn hoede heeft genomen; hun relatie is niet normaal. Hij probeert haar de liefde en aandacht te geven die hij zelf tekortkomt, maar hij is zelf nog maar een kleuter. Zij kan niet vrijuit bewegen omdat hij zo beschermend is, en de stress en zorgen om haar maken hem overstuur. Hij is drie jaar. ’ De man zweeg en hapte naar adem. ‘Je hoeft niet eens tussen de regels door te lezen – het staat hier zwart-op-wit. Het zou hun allebei goeddoen om van elkaar gescheiden te zijn. Zijn relatie met haar is niet gezond. Feitelijk kun je zeggen dat de broers hier meer schade hebben opgelopen dan zij. Maar ze zijn ook ouder. ’

Vanuit hun ooghoek merkten een paar mensen in de groep beweging op de bank op. Het jochie was dichter bij zijn zusje gaan zitten. Nu sloeg hij zijn arm om haar schouders en drukte haar stevig tegen zich aan. Het leek wel alsof hij hen door de glazen wand heen gehoord had.

‘Ik vind dat we het ons niet kunnen veroorloven om deze conclusies in twijfel te trekken. Het zijn deskundigen en de toestand van deze kinderen gaat ons inbeeldingsvermogen te boven. Ik ben in elk geval van mening dat we dit met spoed moeten oplossen. Het zou onzin zijn om nog langer naar een magische oplossing te zoeken. Die is er niet. ’ De vrouw die het woord had genomen, had ook al te kennen gegeven dat ze weinig tijd had. Ze sprak snel en had de neiging om ongeduldig met haar voeten te tikken.

En als ze ouder zijn en ontdekken dat een scheiding misschien vermeden had kunnen worden?
‘En wat gebeurt er later, als ze ouder zijn en ontdekken dat een scheiding misschien vermeden had kunnen worden? Er zijn genoeg voorbeelden van wat er gebeurt als mensen verbitterd raken vanwege het systeem. Dan gaat hun hele leven daarom draaien, ’ zei de oudstgediende in de groep. Hij ging bijna met pensioen en hoopte dat dit de laatste moeilijke zaak zou zijn die de weg naar zijn bureau gevonden had. Dat vond hij niet te veel gevraagd. Zijn haren waren al geruime tijd wit, hij nam medicijnen tegen hoge bloeddruk en had een doorgroefd gezicht.

‘De adoptieouders zullen hun afkomst geheimhouden. Dat is het beste voor alle drie, maar in het bijzonder voor de twee jongste kinderen. Dat moet een fluitje van een cent zijn, want ze kunnen zich waarschijnlijk niets herinneren van hun eerste levensjaren. Het meisje is net een jaar oud, maar de oudste zou al herinneringen kunnen hebben. Al is dat natuurlijk niet zeker, want ze zullen vervormen en vervagen. Wat herinneren jullie je nog van toen je vier jaar was?’

‘Heel veel. ’ De jonge vrouw was de enige die dergelijke herinneringen had; de anderen konden alleen maar dromerige en onduidelijke fragmenten oproepen. Maar ze herinnerde zich niets van toen ze een jaar oud was. Het meisje om wie nu gevochten werd, zou er het beste van afkomen en niet alleen omdat ze zo schattig was. De afgelopen jaren hadden meer invloed gehad op de jongens en daarvan waren de gevolgen nu al zichtbaar: bij de jongste doordat hij tomeloze liefde en zorg voor zijn zusje aan de dag legde, bij de oudste door diens onverschilligheid tegenover alles en iedereen. Het bondige rapport van de politieagenten die na het telefoontje van de moeder ter plaatse waren geweest, had veel indruk op de groep gemaakt en niemand stond te springen om hun beschrijvingen opnieuw op te rakelen.

Het zou een ware zegen zijn als de tijd deze herinneringen uit de gedachten van de broers en het zusje kon wissen.

Jammer genoeg twijfelde de jonge vrouw eraan dat het zo zou lopen. De shock moest enorm geweest zijn. ‘Dat wat ik me herinner houdt meestal verband met iets verschrikkelijks: toen ik als driejarige met mijn vinger gekneld zat tussen de deur van de bakkerij of toen ik als vijfjarige zag hoe mijn vriendinnetje aangereden werd. En deze gebeurtenissen zijn niet eens te vergelijken met wat deze drie kinderen hebben moeten meemaken. Ik vrees dat de jongens hier nog herinneringen aan zullen overhouden. Hun zusje misschien ook, hoewel dat te betwijfelen valt. ’

Het is beter om aan te nemen dat ze normale vaders hebben. Alle drie, niet alleen de oudste.
‘Hoe zit het eigenlijk, is er al duidelijkheid over de verwantschap?’ De vrouw die zoveel haast had, veranderde van onderwerp om te voorkomen dat ze zich in hun eigen jeugdherinneringen zouden verliezen. ‘Ze zijn vast niet eens volle broers en zus, dus we weten ook niet hoeveel moeite we moeten doen om ze bij elkaar te houden. ’

Eindelijk steeg de man met de stapel papieren in de achting van de jonge, gevoelige vrouw. ‘Ik denk dat het bijzaak is of ze dezelfde vader hebben, want zij zien zichzelf als broers en zus. We weten niet zeker of ze allemaal dezelfde moeder hebben. Van de twee jongste kinderen is de vader niet bekend, maar dat is niet zo voor het oudste jochie. De dokter die ze onderzocht heeft, zegt dat de jongste twee waarschijnlijk volledig verwant zijn en dat de oudste hun halfbroer is. Dit is weliswaar gebaseerd op de woorden van degene die de vader van de oudste jongen heet te zijn, omdat die ontkent dat hij na de geboorte van hun zoon verdere seksuele contacten met de moeder heeft gehad. Nadat zij genoodzaakt was om bij haar vader in te trekken. ’ De man zweeg en fronste zijn voorhoofd. Hij slikte en ging verder. ‘Maar er zou een DNA-onderzoek voor nodig zijn om de verwantschap tussen de kinderen te achterhalen en daar is geen geld en geen tijd voor. Bovendien wil niemand de resultaten zien. Het is beter om aan te nemen dat ze normale vaders hebben. Alle drie, niet alleen de oudste. ’

De groep hulde zich in stilzwijgen. Ze kenden allemaal het verhaal van de kinderen en hun moeder. Het verhaal van de grootvader en de verschrikkelijke misdaad waarvan hij, met betrekking tot zijn dochter, verdacht werd. Nu lag het lot van drie kleine kinderen met krassen op de ziel in hun handen. Wat moesten ze doen?

‘Hoe zit het met Thorgeir, de vader? Is het uitgesloten dat hij van gedachten verandert?’ De jonge vrouw verbrak de stilte.

‘Dat is grondig met hem besproken. Hij kan of wil de jongen niet in huis nemen, laat staan alle drie. Er was geen contact tussen vader en zoon en hij zegt dat hij niet eens zeker weet of hij de vader is. Hij heeft de jongen als zijn zoon erkend, omdat hij een korte relatie met de moeder heeft gehad, maar hij zegt dat hij nooit zeker geweten heeft of de moeder niet ook met andere mannen geslapen heeft. Als we hem zouden dwingen de jongen in huis te nemen, zal hij een vaderschapstest eisen. Dat vertraagt de zaak en wat ook de uitkomst is, volgens mij is hij niet bepaald de beste keuze. Als blijkt dat hij niet de vader is, is het uitgesloten dat hij hem in huis neemt, en in het andere geval is hij er niet blij mee hem toegewezen te krijgen. Is dat goed voor de jongen? Ik denk het niet. ’ De mannen wisselden blikken met elkaar uit en leken de beslissing van de vader meer waarde toe te dichten dan de vrouwen, die ervoor kozen niet te reageren.

‘Dit is de beste oplossing.’
‘Dit is de beste oplossing. ’ De man weerhield zich er ditmaal van met de papieren te zwaaien. In plaats daarvan tikte hij erop met zijn vingers. ‘We hebben geen tijdmachine die ons kan vertellen dat het in de toekomst goed met ze zal gaan. We kunnen alleen afgaan op het oordeel van de deskundigen. Alle ouders zijn gescreend en hebben goede aanbevelingen. Ik stel voor dat we dit nu afhandelen. De registratie van de kinderen in het systeem wordt veranderd en na verloop van tijd raakt dit verschrikkelijke begin van hun leven in de vergetelheid. Het is het beste voor ze dat ze hun afkomst nooit ontdekken en de scheiding zal ze helpen om die te vergeten. Hoe eerder ze aan hun nieuwe leven beginnen, hoe beter. Voor iedereen. Zijn we het daarmee eens?’

De jonge vrouw opende haar mond om haar mening te ventileren, maar zei niets. De anderen mompelden iets ter bevestiging, alsof ze verder protest van haar kant in de kiem wilden smoren. Ze draaide zich om en keek door het raam naar de drie kinderen. Op de bank probeerde het kleine meisje zich zonder veel resultaat van haar broertje los te maken, maar hij greep haar nog steviger vast. Het leek wel of hij haar daar pijn mee deed. Misschien schuilde er toch meer waarheid in de bevindingen van de deskundigen dan ze wilde toegeven. Ze draaide zich weer naar de groep en knikte flauwtjes.

Hiermee was de beslissing genomen.

De groep splitste zich op, terwijl de formaliteiten afgehandeld werden. De jonge vrouw bleef achter op de gang en werd daardoor als enige getuige van het moment dat de kinderen naar hun nieuwe leven gestuurd werden. Ze lieten hun oude leven niet zonder slag of stoot los, net zoals baby’s de warme baarmoeder niet zwijgend en geluidloos verlaten. Vooral het jongste broertje reageerde fel. Hij huilde en krijste toen hij zag dat zijn zusje in de armen van de kinderarts de gang uit verdween. Het kleine meisje staarde naar hem over de schouder van de arts en zwaaide met een uitdrukkingsloos gezicht gedag. Op dat moment liep het helemaal uit de hand. Het kostte een man in het wit veel moeite om het jochie in bedwang te houden. Toen hij merkte dat hij overmand werd, ging het gekrijs over in gehuil.

De jonge vrouw kon haar blik niet afwenden van wat er zich afspeelde. In zekere zin was ze medeverantwoordelijk voor wat hier gaande was en daarom vond ze dat ze ook sterk genoeg moest zijn om de gevolgen ervan onder ogen te zien. Het was minder erg om toe te zien hoe het oudste broertje reageerde. Hoewel hij geen lichamelijk verzet bood of huilde, zei de wilde blik in zijn ogen alles wat er te zeggen viel. Waarschijnlijk waren de drie kinderen nog nooit van elkaar gescheiden geweest.

De jonge vrouw liet geen traan en keek toe hoe de jongens op dezelfde manier afgevoerd werden als hun zusje.

Toen ze ten slotte de kracht vond om te vertrekken, zag ze op haar weg door het ziekenhuis geen spoor meer van de kinderen. Ook niet bij de ingang of op het halflege parkeerterrein buiten.

Hun nieuwe leven had ze met huid en haar opgeslokt.

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99