Fonkelhonger
Weet je nog de keer dat wij
in Bergen
vlak bij zee
dat wij de zee
en gouden sluimering
die op het duin
neerwiekte
dat wij in gouden mantels
wij de zee het licht het duin
en overal de poëzie dat wij
in licht en poëzie
maar dat er niks te eten was
‘Weet je dat ik gek ben?’ hoor ik je
nog zeggen wetend dat het waar
en onzin was
‘Dat zijn we allemaal’ trachtte ik
al even zeker dat het waar en onzin was
en hoe we daarom lachten
je rollend oog nog fonkelde
daar in dat fonkellicht
in Bergen echt vlak bij de zee
en dat ik dacht aan gordels sterrenstof
om de poëzie die alle kanten op stoof
archaïsch vast te ketenen
aan die fonkelgolfslag van dat licht op onze lach
Dat licht op onze lach, mijn vriend,
dat lachend licht aan zee dat wij
in onze gouden mantels
in Bergen
vlak bij zee dat wij
het vingen in gedichten
want overal de poëzie
al was er niks te eten
en ieder zo gek als een cent
Weet je het nog in de dood
van zee en licht en duin
en van de muze in
haar goud bestikte mantel sterrenstof?
Wat zal je de honger missen
lachend dat er niks ja echt
geen ruk te vreten was
maar dat overal de poëzie dat wij
in licht en poëzie en jij
nu naar ik hoop
alleen maar licht en poëzie
Ach weet je nog die keer dat wij
het wisten hoe het zat dat wij
gezamenlijk de poëzie
omdat het lachend licht
daar in Bergen
vlak bij zee ons ving
en wij wisten
dat wij vrienden
met de zee het goud
dat ’s avonds op het duin
neersluimerde
en op onze lach
Soms sta ik er nog wel eens
in Bergen
vlak bij zee en zie
het goud dat nu ook overdag
neerwiekt waar ik wil omdat
nu overal de poëzie
voorgoed de poëzie en wij
de stichters van die zee
dat licht het duin het niets
te eten alweer jarenlang alleen
maar soms
kom ik hier even hongeren.
Uit:
Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen
De taal sprankelt, buitelt en overrompelt in de nieuwe dichtbundel van Pieter Boskma.
Uit Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen rijst een even grimmig als geestig beeld op van onze zelfgenoegzame tijd, waarin het eigen gelijk en het luidkeels uitventen daarvan tot het hoogste goed zijn verheven. Vol droge, soms vileine humor en met veel zelfspot beziet Pieter Boskma de wereld om hem heen, waar het absurde niet langer absurd is maar de alledaagse realiteit. Hoewel de toon hard kan zijn, prevaleert de bekommernis om de condition humaine in deze beeldrijke bundel die de actualiteit dicht op de ... lees meer huid zit.
Een aantal schitterende in memoriams voor bevriende dichters als Joost Zwagerman, Rogi Wieg, Menno Wigman en Hafid Bouazza vormen een ontroerend tegenwicht voor de hectiek en uitwassen van onze tijd waarmee deze bundel ons op nietsontziende maar ook vermakelijke wijze confronteert. Dit maakt Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen tot een rijke en opvallend vitalistische bundel, een nieuw hoogtepunt in het oeuvre van deze gevierde dichter.
€ 24,99
Pieter Boskma
Pieter Boskma (1956) publiceerde vele dichtbundels, alsmede de novelle Een foto van God (1993), het romangedicht De aardse komedie (2002) en de verhalenbundel Westerlingen (2006). In 2010 verscheen zijn bundel Doodsbloei, een van zijn meest geprezen en gelezen werken. Daarna volgden de eveneens succesvolle bundels Mensenhand (2012, Ida Gerhardt Poëzieprijs), Zelf (2014, Poëzieclubkeuze 2015 en nominatie VSB Poëzieprijs 2016) en Tsunami in de Amstel (2016).