Hamburg, 1889: als Gerda Oscar Troplowitz ziet, is het snel duidelijk dat de twee voor elkaar bestemd zijn. Oscar neemt het laboratorium over van een zekere Paul Beiersdorf en begint met het ontwikkelen van nieuwe producten, waaronder de inmiddels klassieke Nivea-crème. Het wordt een succesvolle onderneming met een eigen fabriek, waar hij oog blijkt te hebben voor alle werknemers en hun rechten.
Maar hoe succesvol hij ook is, de hogere kringen in Hamburg mijden Oscar vanwege zijn moderne opvattingen – maar ook omdat hij joods is. Om Oscar te helpen begint Gerda, samen met een bevriende kunstenares, salonavonden te organiseren en invloedrijke gasten uit te nodigen. Zal het haar lukken om alle tegenstanders van gedachten te doen veranderen en Oscars bedrijf te redden?

Lees hier het eerste hoofdstuk van Gertrudes besluit, het eerste deel in De vrouwen van Beiersdorf-trilogie van Lena Johannson.

1

Gertrude
Poznań, 1889

Eigenlijk stond Gertrude bekend om haar bedachtzaamheid en stalen zenuwen en daar was ze ook trots op. Maar op deze dag leek daar weinig van over. Het was er al mee begonnen dat ze die ochtend met haar koffie geknoeid had. Toen ze zich daarna had willen omkleden, was ze in de vetersluiting van haar jurk blijven haken, waardoor een van de zijden linten afgescheurd was. Ontzettend vervelend, aangezien het haar lievelingsjurk betrof, die ze speciaal voor deze gelegenheid uitgekozen had. En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was, had ze tegen de middag van pure consternatie ook nog een van haar geduchte niesaanvallen gekregen, waardoor ze haar gezicht meerdere keren opnieuw had moeten poederen. Helaas konden noch het poeder, noch haar rozige wangen afleiden van haar roodomrande ogen. Ze zag eruit als het albino everzwijn dat ze onlangs in de dierentuin gezien had. En dat allemaal alleen maar omdat Oscar op bezoek kwam. Oscar Troplowitz had jaren geleden in de apotheek van Gertrudes vader gewerkt. Ze hadden elkaar graag gemogen, in haar ogen hadden ze nogal wat overeenkomsten, voor zover je daarvan überhaupt kon spreken tussen een vrouw en een man. Oscar was vlijtig en verstandig, niet overdreven sentimenteel of enthousiast, maar altijd recht doorzee. Een beschrijving die ook wel op haar van toepassing was, vond ze.

Hoewel hij het goed naar zijn zin gehad had in Poznań, zoals hij meerdere keren benadrukt had, had hij de stad en de apotheek van zijn oom achter zich gelaten om in zijn geboortestad Wrocław alsnog zijn eindexamen te doen en te gaan studeren. Iets wat grote indruk op Gertrude gemaakt had. Al was zijn vader minder te spreken over de academische loopbaan van zijn zoon. De aannemer had meer iets concreets voor ogen gehad, om welke reden hij Oscar destijds ook al voor het eindexamen van het gymnasium af gehaald had. Gertrude vroeg zich af hoe een vader zijn zoon zo slecht kon kennen. Toen Oscar voor haar vader gewerkt had, was zij nog een kind geweest. Maar toen hij, voordat hij in militaire dienst ging, nog een keer op bezoek gekomen was, zat Gertrude op de huishoudschool, ter voorbereiding op een leven als echtgenote van een vlijtige en verstandige man. Ze hadden elkaar toen slechts een paar minuten gezien. Maar de korte ontmoeting was genoeg om een goede indruk van Oscars karakter en persoonlijkheid te krijgen. De verhalen van haar vader deden de rest.

‘Oscar heeft noch over zijn grote hoeveelheid studievakken, noch over zijn deels beroemde professoren opgeschept, zelfs niet met de doctorsgraad die hij in Heidelberg behaald heeft,’ zei vader met een waarderend knikje. ‘Hij mag trots zijn op wat hij allemaal bereikt heeft. En dat is hij ongetwijfeld ook, maar op een naar mijn mening aangenaam gepaste wijze.’ Gertrudes vader was er heilig van overtuigd dat Oscar een bijzondere toekomst tegemoetging. Die jongen heeft een plan, verkondigde hij meer dan eens. Oscar zou zelf iets gaan ondernemen, iets groots voor elkaar krijgen. Dat lag in zijn aard. Hoe was het mogelijk dat zijn eigen vader dat niet inzag?

En nu was hij dus terug, om als gediplomeerd apotheker en farmaceut opnieuw voor haar vader te komen werken. Hoe lang zou hij nog genoegen nemen met de positie van tweede man naast Gustav Mankiewicz? Niet lang, dat kon Gertrude zich met de beste wil van de wereld niet voorstellen. Alleen was de overname van de hofapotheek niet aan de orde.

Hoewel het op deze zondag in mei niet overdreven warm was, brak het zweet Gertrude uit toen ze door het raam van haar kamer de koets vanaf de Breslauer Straße de Oude Markt op zag draaien en voor het huis tot stilstand zag komen. Dat moest hem zijn. Het portier ging open, een voet, daarna de tweede, de benen, en ten slotte stond de volledige gestalte van Oscar Troplowitz voor het voertuig; hij strekte zijn rug en trok zijn vest en jas recht. Toen wipte hij even kort heen en weer op de bal van zijn voeten voordat hij naar de voordeur liep en uit Gertrudes blikveld verdween. Even later al hoorde ze een stevige klop op de deur en meteen daarop de voetstappen van huishoudster Ottilie, die opendeed. Gertrude had zich heilig voorgenomen om te wachten totdat haar ouders haar zouden roepen. Alsof ze helemaal niets meegekregen had van Oscars komst. Maar plotseling kon ze het geduld niet meer opbrengen. Als meisje had ze hem al leuk gevonden. Tijdens zijn laatste bezoek had ze het meer dan vervelend gevonden dat ze hem maar zo kort gezien had. Ze was ontzettend benieuwd of ze het nog steeds zo goed met elkaar zouden kunnen vinden. Hij was een deel van haar jeugd, telkens als ze aan hem dacht sloeg haar hart een slag over. Iets zei haar dat de volwassen Oscar weleens een rol in haar verdere leven zou kunnen gaan spelen. Gertrude spitste haar oren. Niets. Geen stemmen. Lieten haar ouders hun gast nou wachten? Wanneer zouden ze haar nu eindelijk roepen? Stom bakvissengedrag! Die leeftijd was ze toch voorbij, besloot ze, en snel liep ze de trap af en betrad de salon.

‘Had ik het toch goed gehoord,’ begroette ze hem terwijl ze probeerde om haar wild bonkende hart wat te kalmeren. ‘Wat een plezierige verrassing.’

Oscars ogen fonkelden vrolijk. ‘Het plezier is geheel mijnerzijds, beste Gertrude. Mooie jurk!’ Het bonken van haar hart was nu niet langer meer te negeren. Eigenlijk was deze jurk dus de op een na mooiste, maar vanaf nu was het haar favoriet.

‘Ik zie dat je al een ontvangstcomité hebt, beste Oscar. Mooi,’ begon haar vader zodra hij over de drempel stapte, ondanks het feit dat Oscar eerst, zoals het hoorde, de vrouw des huizes begroette.

Nadat ze het zich allemaal gemakkelijk gemaakt hadden op de beklede stoelen rondom de ovale tafel maakte Gertrude van de gelegenheid gebruik om hem eens rustig te bekijken. Onder zijn jas en vest droeg hij een wit overhemd. De hoog opstaande boord was eigenlijk alweer wat uit de mode, maar stond toch elegant, vond Gertrude. Oscars donkere haardos was boven de oren wat korter geknipt dan ze het zich herinnerde. Een scheiding zat er niet in, het haar stond recht overeind en glansde fluwelig. Als een berenvacht, dacht ze. Ze glimlachte. Oscar, inmiddels diep in gesprek met haar vader, keek haar nu aan. Hij moest haar blik gevoeld hebben, glimlachte nu ook en wendde zich vervolgens meteen weer volledig tot haar vader.

Gertrude voelde hoe ze helemaal warm werd en hoe het begon te kriebelen in haar buik. Vanwaar die plotselinge opwinding? Daar was toch helemaal geen aanleiding voor? Ze slikte eens, probeerde het gefladder in haar buik onder controle te krijgen. Ze had een ambitieuze jongeman verwacht, voor wie ze nog dezelfde onschuldige gevoelens koesterde als vroeger. Maar daarvan was nu geen sprake meer. De militaire dienst had hem iets gedecideerds gegeven en van die wat onhandige apothekersassistent een respectabele man gemaakt. Ze was gecharmeerd van zijn uitstraling en kon haar ogen niet van hem afhouden, zou urenlang naar hem kunnen luisteren. Plotseling wist Gertrude heel zeker dat Oscar een belangrijke rol in haar leven zou gaan spelen. Vanaf het eerste moment van zijn terugkeer voelde het alsof hij nooit weggeweest was. Het was de mooiste zomer van haar leven tot dan toe. Tijdens de lange avonden flaneerde Gertrude met hem over de Oude Markt. Ze vond dat hij er goed uitzag voor het raadhuis, dat prachtige, indrukwekkende renaissancegebouw. Een vesting met torens en kantelen en drie verdiepingen tellende zuilengangen, waarvoor in de zestiende eeuw speciaal een Italiaanse architect in de arm genomen was. De winkels en cafés ernaast leken in vergelijking wel poppenhuisjes, hoewel enkele ervan ook wel statig waren. Bij elke winkel rondom het grote plein had Oscar wel een idee.

‘Als ik een meubelzaak had,’ zei hij bijvoorbeeld, ‘zou ik de klanten zelf laten uitzoeken in welke stof en welke kleur ze de hoezen van hun stoelen en banken zouden willen hebben.’ Even verderop bleef hij voor een sigarenwinkel staan. ‘Als ik de eigenaar was, dan zou ik regelmatig herenavonden organiseren, waarop verschillende tabakssoorten uitgeprobeerd kunnen worden. En ik zou lezingen laten houden.’

‘Lezingen in een sigarenwinkel?’ Gertrude keek hem aan. Wat moest ze zich daarbij voorstellen?

‘Ja. Over de herkomst, de teelt en de verwerking van de tabaksplant. Denk je niet dat die heren hun rookwaar met een heel ander gevoel zouden uitkiezen en voortaan alleen nog maar bij mij zouden kopen?’ Vol verwachting keek hij haar aan, alsof hij er serieus over nadacht om in de sigarenhandel te gaan.

‘Zou kunnen.’ Ze knikte, omdat ze er plotseling van overtuigd was dat hij gelijk had. ‘De herkomst van de tabaksplant,’ herhaalde ze. ‘Als ik jouw klant was, zou ik ter plekke willen zien waar de bladeren geoogst worden.’ Ze zag zijn blik en moest lachen. ‘Wat kijk je nou verrast? Is reizen niet een van de grootste avonturen die we kunnen beleven?’ Ze slenterden verder. ‘Ik zou ontzettend graag een keer het Uffizi in Florence bezoeken, of het Louvre in Parijs. Het lijkt me fantastisch om al die beroemde schilderijen van de grote meesters van dichtbij te kunnen bekijken,’ zei ze dromerig.

‘Dus jij wilt reizen om je in musea te begraven?’ Ze wilde hem net uitleggen dat dergelijke tentoonstellingen de moeite zeker waard waren, toen ze de pretlichtjes in zijn ogen zag.

‘Natuurlijk zou ik ook zo veel mogelijk van het land en de mensen willen zien. Frankrijk staat bekend om zijn voortreffelijke keuken. En Italië met zijn eeuwige zomer…’

‘Nou, eeuwig… maar je hebt wel gelijk. Het klimaat daar moet zeer aangenaam zijn.’

‘Wordt er niet gezegd dat altijd maar op één plek blijven gelijkstaat aan het luisteren naar slechts één stukje van een symfonie? Hoe mooi Poznań ook is, er valt natuurlijk altijd meer te ontdekken.’ Stiekem probeerde Gertrude zich voor te stellen hoe het zou zijn om samen met Oscar de wereld te ontdekken. Een aanlokkelijk idee. Er was niets wat ze liever zou willen. Tegelijkertijd overviel haar een ongekende angst dat hij misschien binnenkort al naar verre landen zou kunnen vertrekken. Zonder haar.

Juli was drukkend heet. Ingeklemd tussen West-Pruisen en Sleeswijk, tussen Brandenburg en Polen, ging de provincie Poznań gebukt onder de temperaturen en nog meer onder het gebrek aan een zeebries. Wat nog eens extra gold voor de stad Poznań in het hart van de provincie.

‘De mensen verschansen zich in hun huizen,’ zei vader nadat de familie het middageten ophad, en hij keek Gertrude aan. ‘Zelfs een wandelingetje naar de apotheek vinden ze al te veel. Ik zal Oscar de rest van de dag maar vrijgeven. Hij heeft het verdiend, zo vlijtig als hij altijd is.’ Hijgend stond vader op, ook hij had het duidelijk te warm. Moeder wilde, in de hoop op een beetje wind, een schaduwrijk plekje in de tuin opzoeken en daar wat uitrusten. Gertrude hoefde niet lang te wachten. Alsof het afgesproken was, dook Oscar even later op om te vragen of ze een wandeling met hem langs de Warta wilde maken.

‘Aan het water is het misschien wat frisser,’ zei hij. ‘Hoewel ik vrees dat de muggen dat ook weleens zouden kunnen waarderen.’

Op de Oude Markt hadden de markthandelaars hun kraampjes opgezet.

‘Mooie dame, mooie huid,’ riep er eentje al vanuit de verte toen Gertrude, parasol in de hand, en Oscar naderden. ‘Kom, kijkt u rustig rond, probeert u het uit. De beste tincturen en oliën, de heerlijkste geurwatertjes.’

Gertrude wilde al verder lopen, ze waren tenslotte op weg naar de rivieroever, ten oosten van de Große Gerberstraße. Maar Oscars nieuwsgierigheid was gewekt, zacht leidde hij haar in de richting van de marktkoopman. Nou ja, nu ze er dan toch waren, kon ze ook wel even kijken wat hij allemaal had. Ze zag bruine glazen flesjes in alle denkbare groottes, pullen en mooie potjes.

‘Komt u gerust dichterbij, juffrouw,’ nodigde de man achter de kraam haar opnieuw uit, hoewel ze er al vlak voor stond. Voor Oscar toonde hij geen enkele interesse. Hij opende een aardewerken potje en hield het Gertrude zwierig onder de neus. Ze deinsde achteruit. Wat een onaangenaam goedje, allemaal klonten in vloeibaar vet.

‘De hitte, juffrouw,’ verklaarde de handelaar haastig.

‘Dat vet en water zich toch niet laten mengen,’ zei Oscar peinzend. ‘Dat blijft ergerlijk.’

De marktkoopman pakte snel een houten spatel en begon te roeren. Met matig succes.

‘Tja, niets aan te doen. Beter krijg ik het niet. Uw huid daarentegen, nadat u deze rijke crème aangebracht hebt, zeker. Ik beloof u een teint die eruitziet als porselein en aanvoelt als zijde.’

‘Ik zou maar niet te veel beloven,’ antwoordde Gertrude droog. Van haar vader wist ze dat heel wat charlatans nutteloze tincturen en middeltjes tegen belachelijk hoge prijzen aanboden. ‘Om porselein en zijde geef ik niet zoveel. Maar mocht u iets tegen dat onaangename trekken van mijn huid hebben?’

De marktkoopman stak de wijsvinger van zijn rechterhand op. ‘Maar natuurlijk, juffrouw. Ik heb iets wat u zal helpen,’ riep hij terwijl hij langs haar heen naar wat voorbijgangers keek die op het punt stonden achteloos langs zijn kraam te lopen. In een oogwenk had hij het aardewerken potje ingewisseld voor een ander. De inhoud hiervan zag er niet veel betrouwbaarder uit en verspreidde tot overmaat van ramp ook nog eens een bijzonder bijtende geur.

Oscar trok zijn neus op. ‘Poeh, dat is…’

‘Teunisbloem en goudsbloem,’ viel de marktkoopman hem in de rede.

‘Nee, dat bedoel ik niet.’ Oscar snuffelde met een sceptisch gezicht. ‘Alcohol,’ begon hij, waarop hij opnieuw werd onderbroken.

Franzbranntwein. Heeft niet alleen geweldige eigenschappen die de huid goeddoen, maar biedt juist bij deze onmenselijke hitte aangename verfrissing.’

‘Pure alcohol, op de juiste wijze verdund met citroen, verkoelt net zo goed,’ bromde Oscar, die duidelijk genoeg had van deze opdringerige charlatan. ‘Kom, Gertrude, we gaan verder.’ Gertrude depte het zweet van haar bovenlip en gaf hem een arm. ‘Wat een kwakzalver. Waarom vraag je je vader niet naar een middeltje tegen die gespannen huid? Of mij!’

‘Jij sleepte me mee naar deze kraam,’ verdedigde ze zich lachend.

Hij keek haar even aan. ‘Dat is waar. Heel dom van me.’


De zondagen waren voor Oscar, met een vanzelfsprekendheid waar zelfs haar ouders achter stonden. Haar moeder Therese vroeg hooguit weleens of Gertrude en Oscar met hen naar een koffiehuis wilden, of samen iets anders leuks wilden doen. Dat Gertrude en Oscar de vrije dag samen doorbrachten, daaraan bestond nooit twijfel. Gertrude genoot van elke seconde in zijn bijzijn. Hij was charmant, maakte haar aan het lachen. Hij had altijd weer nieuwe ideeën en kon zo enthousiast zijn als hij zich voor iets interesseerde dat je er automatisch door aangestoken werd. Soms keek hij haar aan met een blik waarvan haar knieën helemaal week werden. Op zulke momenten hoopte Gertrude altijd dat hij haar hand zou pakken en die zou kussen. Of haar lippen. Hoewel ze al twintig was, had ze met al dit soort dingen nog geen enkele ervaring. Ten eerste was ze absoluut geen losbandig type, voor de lol een beetje flirten om te kijken hoe een man daarop zou reageren, ging haar slecht af. Hoewel ze niets tegen vrolijkheid en plezier had, moest iets wel zin hebben voor haar. Gertrude vond het bijvoorbeeld heel fijn om haar grootouders voor te lezen. Ze bezocht heel graag samen met haar moeder tentoonstellingen of concerten. En hoewel een vrouw eigenlijk niet veel te zoeken had in een laboratorium, vond ze het toch heerlijk om mee te kijken als haar vader aan het werk was in zijn laboratorium. Die geuren alleen al! En het effect dat je kon krijgen als je verschillende substanties met elkaar vermengde. De tijd vloog dan altijd voorbij. Na de huishoudschool waren twee van haar beste vriendinnen getrouwd, waardoor ze weinig tijd meer voor haar hadden. Ze moesten nu een huishouden runnen en waren algauw moeder geworden, waardoor Gertrude meer tijd overhield om de geleerde handwerktechnieken te perfectioneren. Vooral borduren vond ze erg fijn. Schilderen met draad, noemde ze het. Maar in tegenstelling tot schilderen had ze voor borduren echt talent. Met de vioollessen daarentegen was ze gestopt. Niet het oefenen stond haar tegen, maar het feit dat het nog heel lang een opgave zou blijven om überhaupt een fatsoenlijke klank uit het instrument te krijgen. Kortom, haar dagelijkse leven speelde zich voornamelijk binnen het kringetje van haar familie af, er waren maar weinig gelegenheden waarbij ze met mannen in aanraking kwam. En ten tweede was Gertrude er vast van overtuigd dat haar man voorbestemd was. Dus waarom had ze zich door een andere man moeten laten kussen? Dat leek haar noch slim, nog aantrekkelijk. Helaas was ze daardoor dus ook niet heel handig in het zenden van duidelijke signalen. Ze wilde dat ze wist hoe ze Oscar kon laten merken dat hij haar best mocht kussen.

Toen de grootste hitte voorbij was, brachten ze samen een bezoek aan de dierentuin in het westen van de stad. Ook hun nabijheid, als Gertrude hem een arm gaf, was ondertussen vanzelfsprekend. In het begin had het haar nog vreselijk nerveus gemaakt. Zijn gezicht zo dichtbij. Voelde ze nou zijn adem? Maar inmiddels maakte ze alweer grapjes en kletste ze ongedwongen. Zelfs toen ze een keer bijna struikelde over een losliggende steen, vond ze het niet ongemakkelijk dat ze daarbij tegen Oscar aan stootte. Meer was er tot nu toe echter niet gebeurd. Helaas. Ze hielden elkaars hand niet vast, om van een kus, op een galant vluchtig handkusje na, nog maar te zwijgen. Gertrude probeerde niet ongeduldig te zijn. Alles op zijn tijd. Enerzijds. Anderzijds wilde ze niet langer wachten. Elke minuut met hem voelde zo goed, bijna perfect. Waarom bleef hij dan nog steeds die cavalier, in plaats van eens iets meer een durfal te zijn? Zag hij haar misschien nog altijd als dat kind met wie hij slechts een onschuldige vriendschap had? Wat een vreselijke gedachte. Gertrude zag hem namelijk als zoveel meer. Hij kon een gevoel van opwinding in haar losmaken, maar haar ook een gevoel van enorme rust geven. Wanneer hij haar zijn standpunten uitlegde, kon ze zich daar helemaal in verplaatsen. Toch was hij ook altijd benieuwd naar haar kijk op de dingen. Met Oscar voelde het leven alsof twee helften van een bol samengevoegd werden. Rond, beweeglijk, enigszins kwetsbaar, maar prachtig. Als hij er niet was, ontbrak de helft die nodig was om evenwichtig vooruit te kunnen rollen. Dan voelde Gertrude zich alsof ze hulpeloos vastzat op dezelfde plek, totdat hij weer in haar buurt was.

De dierentuin was een van haar favoriete bestemmingen. Het terrein werd steeds verder uitgebreid en was aangelegd als een park. De geiten, ezels en hazen had ze niet eens echt nodig, ze vond het genoeg om tussen de hoge bomen en geurende struiken door te wandelen. Wat haar vooral aansprak was de ontstaansgeschiedenis, die ze Oscar meteen tijdens hun eerste bezoek verteld had en waaraan ze bij het zien van elk dier moest denken.

‘Het is allemaal begonnen met een groepje kegelaars die een bijzonder verjaardagscadeau voor de voorzitter van hun vereniging zochten. Allemaal brachten ze een dier mee. Waaronder een varken en een pauw, maar ook een beer en een aap.’

‘Echt, gaven ze hem een beer en een aap?’ Oscar had haar vol ongeloof aangekeken.

‘Dat zeg ik toch! Het waren wel zo’n twaalf verschillende dieren. Maar daarbij bleef het niet lang. Omwonenden brachten steeds meer dieren, waardoor die arme man ten slotte niet anders kon dan een dierentuin openen.’

Oscar fronste zijn voorhoofd. ‘Nog een reden om nooit te gaan kegelen.’

Ze bezochten de dierentuin vaak en ’s avonds ook soms een concert of acrobatiekvoorstelling.

‘Laten we naar het olifantenpaviljoen gaan,’ stelde Oscar die dag voor.

‘Hun huid ziet er echt verschrikkelijk uit,’ stelde Gertrude vast toen ze waren aangekomen bij het verblijf. ‘Zo ruw en gebarsten, dat moet toch wel vreselijk jeuken. Wat denk jij?’

‘Volgens mij zijn er vogels die hun huidverzorging op zich nemen.’ Hij keek haar aan. ‘Of zal ik een smeersel ontwikkelen voor olifanten?’

Ze moest lachen. ‘Dat zou toch leuk zijn.’

Even waren ze stil. ‘Zou jij een dier willen zijn?’ vroeg hij plotseling.

‘Als je speciaal voor mij een smeersel zou ontwikkelen, dan zou ik er wel over willen nadenken.’

‘Daarvoor hoef je geen dikhuid of eekhoorntje te zijn, dat wil ik ook zo wel doen…’ Hij zweeg. ‘Maar ik meen het serieus,’ zei hij toen. ‘Zou je dat willen?’

‘Nee.’ Gertrude schudde ferm haar hoofd. ‘Die kunnen de schoonheid van de kunst niet zien. En jij?’

‘In geen geval! Altijd maar op jacht naar eten en vechten om een territorium, daar doe ik het niet voor.’ Hij bekeek de olifanten even. ‘Zie je, ook zij vinden het niets. Van pure verveling staan ze de hele tijd met die gigantische hoofden van ze te zwaaien. Maar waarschijnlijk kan het ze niet echt schelen. Dieren hebben tenslotte geen gevoelens.’ Hij dacht even na. ‘Ze paren, maar bekommeren zich niet om hun kroost. Ze blijven niet eens bij hun wijfje.’

‘Dat klopt niet.’ Hij wendde zijn blik van de grijze dieren af en keek haar nieuwsgierig aan. ‘Ik heb gelezen dat olifanten juist heel goed op hun jongen passen en dat een mannetje en een vrouwtje vaak een heel leven samenblijven.’

‘Misschien is dat dan de reden dat ik die dikhuiden zo leuk vind,’ zei hij ten slotte, waarbij hij haar op zo’n manier in de ogen keek dat er een heerlijke rilling door haar heen ging. Op dat moment was ze er zeker van dat hij meer in haar zag dan dat kleine vriendinnetje van vroeger. Dat moest wel.

Op de terugweg nam hij haar mee naar een restaurant, waar hij voor het eerst voorzichtig haar hand pakte. ‘Je hebt echt een heel zachte huid. Niet verwonderlijk dat hij wat trekt.’ Hij liet haar niet meer los. Gertrude was dolgelukkig. Ze beantwoordde de druk van zijn hand, terwijl ze elkaar diep in de ogen keken. Dit was zoveel meer dan een kus. Ze had het gevoel dat ze hem in zijn ziel kon kijken, dat ze hem kon lezen, alsof ze elkaar zonder ook maar een woord te zeggen hun liefde konden verklaren. Eindelijk was alles duidelijk. Haar buik vulde zich met een zacht gefladder, dat een heerlijke warmte achterliet.


De dagen werden al aanmerkelijk korter toen Gustav Mankiewicz zijn vrouw en dochter bij zich in de salon riep.

‘Ik heb iets belangrijks te bespreken,’ zei hij gewichtig en met een plechtig gezicht. Gertrude voelde hoe haar hart begon te bonken, maar tegelijkertijd was ze enorm rustig. Moeder zat zoals altijd kaarsrecht op een van de sierlijke stoelen en legde haar vingertoppen licht tegen elkaar. Vaders ogen glansden. Dat kwam niet vaak voor. ‘Oscar heeft mij om je hand gevraagd, Gertrude,’ zei hij.

‘Ach, wat geweldig!’ riep moeder. Haar gezicht straalde.

Gertrude zei niets. Ze kon het niet. Wat moest je zeggen als je grootste wens in vervulling ging? Hoezeer ze er ook op gehoopt had, er echt op gerekend had ze niet. Niet zo snel en al helemaal niet op het feit dat Oscar haar vader om haar hand zou kunnen vragen zonder eerst met haar te spreken. Ze was een beetje in de war. En helemaal vervuld van geluk. Eén ding wist ze zeker: het voelde goed.

‘Oscar is een fijne jongen, vlijtig en goed opgeleid. We kunnen ons geen betere schoonzoon voorstellen.’ Haar vader schraapte zijn keel. ‘Je moeder en ik hebben het voorrecht van een gelukkig huwelijk. Daar komt meer bij kijken dan enkel de verbinding tussen twee behoorlijke en verantwoordelijke mensen. Je weet wat ik bedoel.’ Opnieuw schraapte hij zijn keel. ‘Ik wil je de gelegenheid geven om je eigen standpunt kenbaar te maken. Maar ik neem aan dat je er niets op tegen hebt?’

Je standpunt kenbaar maken. Typisch haar vader, die niet echt gewend was om over gevoelens te praten. Des te meer waardeerde ze het dat hij het probeerde en Oscars verzoek niet zomaar, buiten haar medeweten om, ingewilligd had.

‘Nee, vader, ik heb er zeker niets op tegen,’ antwoordde ze. Ze voelde hoe haar wangen begonnen te gloeien.

Vader knikte. ‘Dat dacht ik al. Mooi.’ Hij wendde zich tot haar moeder. ‘Wat vind jij?’

‘Absoluut. Jullie passen voortreffelijk bij elkaar. Ach, kind, je gaat trouwen. Ben je blij?’

‘Intens blij.’

‘Mooi, dan zal ik het doorgeven aan die jongen. Maar eerst proosten we. Ottilie moet maar een extra flesje mm voor ons openen.’

1 Gertrudes besluit

Hamburg, 1889: als Gerda Oscar Troplowitz ziet, jaren na zijn stage bij haar vaders bedrijf en inmiddels een succesvol ondernemer vol ideeën, is het snel duidelijk dat de twee voor elkaar bestemd zijn. Ze willen niets liever dan samen iets opbouwen. Oscar neemt het laboratorium over van een zekere Paul Beiersdorf en begint met het ontwikkelen van nieuwe producten, waaronder de inmiddels klassieke Nivea-crème. Het wordt een succesvolle onderneming met een eigen fabriek, waar hij oog blijkt te hebben voor alle werknemers en hun rechten.
Maar hoe succesvol hij ook is, de hogere kringen in Hamburg mijden Oscar vanwege zijn ... lees meer moderne opvattingen – maar ook omdat hij joods is. Om Oscar te helpen begint Gerda, samen met een bevriende kunstenares, salonavonden te organiseren en invloedrijke gasten uit te nodigen. Zal het haar lukken om alle tegenstanders van gedachten te doen veranderen en Oscars bedrijf te redden? Authentiek en ontroerend: de meeslepende Nivea-trilogie van Lena Johannson is gebaseerd op ware gebeurtenissen.

€ 15,00

Lena Johannson

Lena Johannson was boekverkoper voor ze begon met schrijven. De geschiedenis van Hamburg en diens pakhuisdistrict fascineerden haar al van jongs af aan. Ze schreef diverse historische romans, waaronder een eerdere trilogie die zich afspeelt in Hamburg. Met haar boeken over Oscar en Gerda Troplowitz, de oprichters van Beiersdorf (bekend van o.a. Nivea, Labello en Hansaplast), schoot ze direct de bestsellerlijsten in.