Er zijn strips die spannend zijn. Er zijn strips die humoristisch zijn. Er zijn strips die je doen nadenken. En er zijn strips die je een klap in het gezicht geven. Dat zijn de stripalbums waarbij elke tekst en tekening tot in de vezels van je lichaam en geest binnendringt.
Zo’n stripalbum is Getekend door de Holocaust. De strip is gebaseerd op de artikelenreeks Les Mémoires de la Shoah van de gerenommeerde Franse onderzoeksjournaliste Annick Cojean, die ze in 1995 voor de krant Le Monde schreef en die in 1996 de prestigieuze Prix Albert Londres ontving. Annick Cojean ging voor haar reportages getuigen van de Holocaust opzoeken en liet ze hun verhaal vertellen, zij die de concentratiekampen hadden meegemaakt en het overleefd hadden, en kinderen van zij die in de concentratiekampen verbleven. Maar ze ging ook op zoek naar mensen die de macht hadden in de concentratiekampen, de beulen, en hun kinderen. Dat leverde een aangrijpende reeks getuigenissen op over de meest duistere periode in de recente geschiedenis.
Théa Rojzman (scenario) en Tamia Baudouin (tekeningen) namen de aartsmoeilijke taak op zich om die getuigenissen in een stripverhaal te verwerken. Het resultaat is een indrukwekkend maar ook hartverscheurend stripalbum waar je alleen maar stil van kan worden. En die je alleen maar diep respect kunnen doen voelen voor beide stripauteurs.
Prix Albert Londres
Théa en Tamia, hoe zijn jullie betrokken geraakt bij dit project?
Théa Rojzman: Dupuis had net de collectie Prix Albert Londres in hun Vrije Vlucht-reeks gecreëerd. Daarin zouden stripbewerkingen verschijnen van artikelen die de gezaghebbende Prix Albert Londres hadden gewonnen, een prijs die elk jaar aan een journalist wordt uitgereikt (n.v.d.r. in het Nederlands verschijnen de geselecteerde titels niet als aparte collectie maar als albums van de prestigieuze Vrije Vlucht-reeks).
De uitgevers namen contact met me op om een van die reportages te bewerken. Maar mijn interesse voor dat verhaal ontbrak, ik voelde geen klik. Het verhaal raakte me niet. Maar het gegeven om een reportage om te zetten naar een stripverhaal interesseerde me wel. Het idee voor deze nieuwe collectie vond ik meteen fantastisch. Dus keek ik naar de andere artikelen in de reeks en ik was overweldigd, ontroerd, betrokken en geïnspireerd door “Herinneringen aan de Shoah” van Annick Cojean! Des te meer omdat het zoveel gemeen had met mijn eigen persoonlijke en familiegeschiedenis. Ik wees dus hun eerste voorstel af en vroeg of ik het verhaal van Cojean mocht aanpakken. Gelukkig vertrouwden de uitgevers me en gingen ze akkoord … Vervolgens vond ik Tamia om de tekeningen te maken en ook zij zei ja! Een dubbel geluk!
Tamia Baudouin: Théa vroeg me inderdaad om als striptekenaar samen met haar aan het boek te werken. Onze sa© Dupuis, 2025. menwerking verliep heel natuurlijk en heel plezierig. Onze standpunten over wat belangrijk is in een verhaal komen zeer goed overeen. Het voelde goed om de verhaalkeuzes die ze voor dit album maakte in beelden om te zetten.
Een winnaar, een reportage, een stripverhaal
Waarom een stripbewerking van de reportages van Annick Cojean?
Rojzman: Voor hun collectie Prix Albert Londres selecteren de uitgevers dus enkele van de bekroonde reportages van deze prijs om als stripverhaal te bewerken. Het opzet van de collectie is duidelijk: een winnaar, een reportage, een stripverhaal. De collectie Albert Londres wil zich echt profileren als een drieluik, waarbij teksten die de meest prestigieuze van alle Franstalige journalistieke prijzen hebben gewonnen, terug onder de aandacht komen. Hun journalistiek onderzoek, dat vaak niet meer toegankelijk is voor het grote publiek, vertelt het verhaal van de twintigste eeuw en vertelt meteen ook iets meer over het beroep van journalist zelf. Het zijn unieke getuigenissen die door de bijzondere en moderne narratieve en grafische aanpak van het stripverhaal terug tot leven komen.
Baudouin: De artikelen van Annick Cojean hebben een heel interessante invalshoek omdat ze onder andere de verhalen vertellen van de nakomelingen van de overlevenden van de Holocaust en hoe dat trauma bij hen nog doorwerkt. Ik denk dat dit een onderwerp is dat nog steeds te weinig bekend is bij het grote publiek.
Lijden
Welke passage uit de reportages vond je het moeilijkst om te verwerken in het album?
Rojzman: Zeker het eerste hoofdstuk, dus het eerste artikel van Cojean, over de getuigenissen van de overlevenden die ons terug meenemen naar de verschrikkingen die ze hebben meegemaakt. Het is ook het moeilijkst omdat we video’s en foto’s van de concentratiekampen moesten opzoeken en bekijken, de massagraven, enzovoort. Ja, echt moeilijk. Maar daar was ik op voorbereid toen ik besloot dit werk te gaan doen. Want een reportage bestaat alleen uit woorden, maar een stripverhaal moet ook vol ‘beelden’ zitten. Toch heb ik een manier van schrijven die de beelden soms kan omzetten, door symbolen of allegorieën te gebruiken, in plaats van tekeningen te tonen die de gruwelen onverbloemd weergeven. Ik moet die omzetting dan wel creëren. Niet om het onderwerp te vermijden, maar om het te versterken met een extra betekenis, naast de bekende beelden. Dat voegt volgens mij een extra dimensie toe en het stelt me in staat om moeilijke onderwerpen aan te pakken… Iets dergelijks heb ik ook gedaan voor mijn graphic novel Grand Silence, een verhaal over seksueel geweld tegen kinderen, over pedofiele criminaliteit.
Tamia Baudouin: De uitdrukkingen van het lijden van de overlevenden vond ik het moeilijkste om te tekenen. Het is een pijn die zo diep zit, en ik wilde die zo juist mogelijk weergeven. Ik heb er alles aan gedaan om mijn tekeningen zo nauwkeurig en respectvol mogelijk te maken.
Donkere tijden
Jullie hebben je maandenlang beziggehouden met het absolute dieptepunt in de menselijke geschiedenis. Hoe ga je daar dagelijks mee om?
Rojzman: Ik ben het gewend om te werken met moeilijke en gewelddadige onderwerpen. Maar bovendien werd ik mijn hele jeugd geconfronteerd met de herinnering aan de Shoah. Mijn vader, geboren in 1942, ontsnapte samen met mijn oma ternauwernood aan een razzia. Mijn grootouders overleefden, maar ze verloren hun hele familie, inclusief vier zonen, hun ouders, hun broers en zussen, enzovoort. Ik moest daar dus al mee omgaan toen ik jonger was. Ik probeer de verschrikking te doen uitmonden in het besef van de noodzaak om de mensheid in deze kwesties vooruit te helpen. Op mijn bescheiden niveau probeer ik onze ‘Geschiedenis’ in de juiste richting vooruit te duwen, help ik onze herinneringen te bewaren zodat we nooit vergeten waartoe we collectief in staat zijn.
Baudouin: Oh ja, het is een vreemde tijd geweest, maar tegelijkertijd zijn er passages in het boek die spreken van hoop en veerkracht. We leven momenteel ook in heel donkere tijden. Ik denk dat velen onder ons een soort existentiële crisis doormaken over de menselijke aard.
Hoop?
Welk sprankeltje hoop kunnen de reportages en jullie stripverhaal brengen?
Rojzman: Ik denk dat die hoop ligt in het besef dat alle menselijke inspanningen ertoe kunnen leiden zaken te herstellen door te geven, te genezen, te delen, te debatteren en te onderwijzen. Ik denk dat Annick Cojean haar vijf reportages op deze manier heeft opgebouwd: eerst vertelt ze de verschrikkelijke verhalen van de overlevenden, dan de verhalen van de nakomelingen van de slachtoffers, maar ook de verhalen van hun beulen. Daarna volgt het relaas van de manier waarop verenigingen, organisaties en individuen zich hebben
ingezet om al deze mensen een stem te geven, om ze uit hun toxische stilte te halen, om ze ook bij elkaar te brengen en hun verhaal te vertellen. Tot slot schetst ze nog hoe andere mensen zich hebben ingezet om methodes en organisaties op te zetten voor overdracht, leren, onderwijs met aandacht voor de verhalen en voor de vrede. Het boek eindigt met de woorden “nooit meer”. Helaas werkt dit “nooit meer” niet: massamoorden, misdaden tegen de menselijkheid, genocides blijven bestaan … Maar we leren hoe dan ook, elke keer een beetje meer, met een groter bewustzijn. Persoonlijk blijf ik wel hoopvol.
Baudouin: Voor mij zou het bestuderen van de Shoah en het lijden dat het veroorzaakte ons er altijd moeten toe leiden de menselijkheid in anderen te zien, ons zoveel mogelijk aan te moedigen geen haat te koesteren tegen mensen die anders zijn dan wij, en te proberen manieren te vinden om met zijn allen te kunnen samenleven.
Vrijheid
In het album klinkt natuurlijk ook de stem van journaliste Annick Cojean. Heeft ze meegewerkt aan de stripbewerking en wat was haar reactie op het resultaat?
Rojzman: Ik had het geluk om met Annick Cojean gedachten en gevoelens te kunnen uitwisselen, via telefoongesprekken en e-mails. Ze vertelde me hoe ze haar onderzoek had ervaren, haar emoties, de problemen die ze was tegengekomen, haar doelstellingen, details of anekdotes die niet in de tekst staan, enzovoort. Ze stuurde me ook foto’s van haar notitieboekjes en ze beantwoordde al mijn vragen. Ze was erg aanwezig en behulpzaam. Maar het mooiste was dat ze me volledig vertrouwde, ondanks het niet-realistische aspect van het scenario en de portrettering van haarzelf als personage. Ze gaf me alle vrijheid om haar artikelen te bewerken zoals ik het voor me zag, zeker ook omdat ze onze aanpak apprecieerde. Uiteindelijk denk ik dat ze echt blij is met deze bewerking van haar werk, en alle drie kunnen we niet wachten om over dit boek te praten en het te promoten zodra het verschijnt.