Bijna 17% van de Vlaamse jeugd wordt nog steeds gepest. Het percentage kinderen dat aangeeft te pesten bedraagt ook nog 11%. Dalende cijfers die erop wijzen dat onze inspanningen om pesten tegen te gaan hun vruchten afwerpen, maar toch zijn er alsnog duizenden leerlingen die pesten en gepest worden. We moeten ons dus blijven inzetten om ook deze groep jongeren te helpen. Jommeke springt alvast in de bres met het album Het verpeste kamp. Specialist Gie Deboutte en scenarist Kristof Berte vertellen waarom onze stripheld de ideale influencer is om aan (jonge) kinderen te vertellen dat pesten echt niet oké is en met de inspiratiebundel van Kies Kleur tegen Pesten leer jij hoe je kan omgaan met pesten.

?‍♂️ Het verpeste kamp

Jommeke en zijn vrienden vertrekken op kamp. Het feit dat Kwak en Boemel meegaan om te koken, kan de pret niet drukken. Iedereen is blij dat ze eindelijk op kamp mogen. Iedereen? Toch niet helemaal. Saar, het nieuwe vriendinnetje van Annemieke, lijkt wat moeite te hebben om zich te integreren in de groep. Maar ligt dat wel aan haar, of is er meer aan de hand? En ook in het naburige dorp is de spanning te snijden. Jommeke wil weten waarom sommige mensen niet met elkaar kunnen opschieten. Zegeviert de rivaliteit of overwint de vriendschap?


► PREVIEW: lees de eerste pagina’s

?‍♀️ Vuistregels tegen pesten

Pesten begint steeds ongemerkt: een scheef woord hier, een duwtje daar … Het escaleert snel en gebeurt keer op keer, terwijl het erg duidelijk is dat het voor Saar niet oké is. Max is er van overtuigd dat de dingen die hij doet grappig zijn en probeert zo zijn plaatsje in de groep te veroveren. De groep die lacht met Max of zwijgt – om welke reden dan ook. Zo veel aspecten die samen op hetzelfde moment aan het werk zijn. Hoe herken je dat? Hoe zie je het verschil tussen een grap, ruzie of (cyber)pesten? Wat kunnen signalen zijn?


► EDUCATIEF: leer omgaan met pesten

?️ Een gesprek met pestdeskundige Gie Deboutte en Jommeke-scenarist Kristof Berte

Het verpeste kamp wil niet alleen een spannend Jommekeverhaal vertellen, maar ook een sociaal probleem aankaarten, namelijk pestgedrag bij jongeren. Daarom een gesprek met de bedenkers van het verhaal.

► Lees hier het volledige artikel

Wie is Gie Deboutte?

Gie Deboutte is sinds 2004 voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten en schreef al diverse artikels en boeken over de thema’s pesten, cyberpesten en preventie van probleemgedrag van kinderen en jongeren binnen de schoolomgeving.

Wie is Kristof Berte?

Kristof Berte debuteerde in 2016 met zijn stripreeks Lise op Monstereiland. Daarnaast schreef hij scenario’s voor De Bergenvaarders, Barista en Schets en Scheef. Het verpeste kamp is zijn eerste scenario voor de Jommeke-reeks.

Cyberpesten, een giftig verlengstuk

Gie Deboutte, je wordt wel eens dé pestdeskundige genoemd. Hoe acuut blijft het probleem van het ‘pesten bij jongeren’?
Gie Deboutte: Volgens het laatste HBSC-onderzoek uit 2018 wordt 16,8% van de Vlaamse jongeren van 10 tot en met 18 jaar gepest. Eén tiende zegt van zichzelf dat hij/zij/x een ander heeft gepest.  Pesten treft niet alleen de slachtoffers maar ook de groep eromheen en de families van de betrokkenen. Er gaat een belangrijk kwalijk effect uit van die pesterijen, op korte, maar dikwijls ook op lange termijn.

De afgelopen jaren zijn er gelukkig een aantal sensibiliseringscampagnes rond ‘pesten bij jongeren’ gelanceerd. Heb je de indruk dat ze resultaat hebben, zie je een vermindering in het pestgedrag?
We zien, mede dankzij de campagnes die een groot bereik naar kinderen, jongeren, ouders en de vrijetijdswereld hebben, dat het pesten in Vlaanderen de afgelopen tien jaar in belangrijke mate is teruggedrongen. Ons baserend op de vorige HBSC-cijfers (internationaal vergelijkend onderzoek – vierjaarlijkse update – bij ons uitgevoerd door onderzoekers van de UGent) merken we deze daling.

Sluipen er nieuwe vormen van pestgedrag de samenleving binnen? Ik kan aannemen dat de invloed van de sociale media heel bepalend kan zijn.
De belangrijkste ‘nieuwe vormen’ van pesten duiken op in de onlinewereld: de sociale media evolueren snel en er komen voortdurend nieuwe apps in beeld. Nagenoeg alle klassieke vormen van pesten vinden een variant binnen de onlinewereld: uitsluiten, leugens rondstrooien om iemand te discrediteren, iemand afpersen, iemand bang maken … of in de onlinewereld sexting, cancelling, flaming… Maar ook het systematisch uitsluiten of blokkeren van iemand tijdens een game kan een uiting zijn van cyberpesten. De commentaren die je als gebruiker wel of niet krijgt op TikTok kunnen onderdeel zijn van een pestsituatie. Noteer dat een belangrijk deel van de cyberpesterijen voortvloeit of minstens nauw samenhangt met wat zich in de gewone (= fysieke) omgang afspeelt. Cyberpesterijen zijn vaak een giftig(er) verlengstuk van de ‘gewone’ of traditionele pesterijen. 

Jommeke als influencer

Waarom dit Jommekeverhaal?
De uitgever koos ervoor het pestthema in een Jommekeverhaal te gieten. Hij kende onze werking en nam contact op. Wij vonden het van onze kant meteen een tof idee,

ook al is het minder makkelijk dan het lijkt om het thema in een stripverhaal te verwerken. Waarom dit waardevol is? Jommeke is een toffe kerel die goed in de markt ligt bij kinderen die stripverhalen beginnen te lezen. Kinderen vinden hem leuk en sympathiek en hij zoekt altijd naar een oplossing als er zich een probleem voordoet. Hij krijgt bovendien steun van vrienden en volwassenen om iets goeds of fijns voor elkaar te krijgen. Jommeke is met andere woorden een tof rolmodel. Je zou hem een beetje als een stripfiguur-influencer kunnen beschouwen. Samen met andere impulsen kan dit stripverhaal er dus toe bijdragen dat jonge kinderen een grotere bereidheid ontwikkelen om zich tegen pestgedrag te keren of er op zijn minst niet aan mee te doen. Het is ook goed dat ze in zo’n stripverhaal zien hoe ze zich individueel maar ook in groep (wat makkelijker is) tegen pestgedrag kunnen verweren. Wat Jommeke zegt, doet en samen met zijn vrienden tot stand brengt, sluit aan bij een boodschap die ook via de ouders, de leerkrachten, Ketnet en dergelijke wordt verspreid: kinderen krijgen een consistente boodschap waarin ze opgeroepen worden om er op een fijne manier voor elkaar te zijn (en dus niet mee te gaan pesten). Duikt pesten op, laat het dan niet verder groeien door er aan mee te doen maar zoek naar een manier om het pesten zo gauw mogelijk ongedaan te maken. Dat komt alles en iedereen ten goede.

Pesten is niet oké

Wat was de belangrijkste boodschap die jullie wilden meegeven in dit verhaal?
Pesten is niet oké en je kan er samen iets aan doen. Het is een boodschap die in de lijn ligt van de voorbije STIP-IT-acties. Daarin worden kinderen, jongeren maar evengoed volwassenen opgeroepen om kleur te bekennen tegen pesten (‘move’ tegen pesten).

Kan je preventief werken om pestgedrag te vermijden? En wat is dan de meest efficiënte manier om dit te doen?
Preventieve campagnes werken het best als we het pestprobleem op een niet-krampachtige maar gewone of leuke manier onder de aandacht kunnen brengen. Dat doen we bij voorkeur met invloedrijke mediapartners omdat dit de boodschap krachtiger maakt, beter helpt verspreiden en dieper in de samenleving brengt. Met een positieve boodschap die kinderen, jongeren en volwassenen de kans biedt om complexloos aan elkaar te tonen: ‘Hey, ik vind pesten maar niks en daarom zal ik er niet aan meedoen: ik neem mijn verantwoordelijkheid en hoop dat ook jij diezelfde ‘move’ maakt. Daarom draag ik de stippen, zodat je weet wat ik ervan denk. Daarom dans ik mee op de move. Daarom doe ik mijn best om in de toekomst niet mee te doen als iemand begint te pesten.’

Heerlijke absurde nevenpersonages

Kristof Berte, voor jou is Het verpeste kamp je eerste scenario voor Jommeke. Wat trekt je aan in de stripreeks?
Kristof Berte: Zoals zovelen heb ik leren lezen met Jommeke. Eerst naar de prentjes kijken en af en toe een zinnetje meepikken. En daarna massa’s albums verslinden: lezen en herlezen. Natuurlijk is mijn liefde voor Jommeke dus voor een stuk gebaseerd op jeugdsentiment, maar bij herlezing valt het mij altijd op hoe goed die verhalen en personages in elkaar zitten. Jommeke is gewoon een heel erg sterk product. De reeks bestaat al decennia, is amper veranderd en blijft na al die jaren staan als een huis. De fundamenten van de reeks zitten zó goed. Ik ken natuurlijk vooral de oudere albums, maar vooraleer ik aan het scenario van Het verpeste kamp begon, heb ik wel enkele recentere verhalen gelezen. Het deed me plezier om te zien dat de kwaliteit nog steeds heel hoog is.

Iedereen heeft wel een favoriet Jommeke-album, wat is het jouwe?
Ik heb altijd een zwak gehad voor de verhalen die zich in de jungle afspelen. Het Monster in de Ruïne, De Verborgen Tempel, Het Ei van de Smartlapvogel … Maar mijn all-time favorite zal toch wel De Gouden Jaguar zijn. Als de uitgeverij nog eens iemand zou zoeken voor een hommagealbum, dan mogen ze mij altijd contacteren voor De Gouden Jaguar (hint, hint). De jungle is zo’n fascinerende plek in de Jommekeverhalen. Achter elke hoek schuilt een gevaar, maar tegelijk een avontuur. En de tekenaars van Jommeke tekenen ook altijd prachtige jungles. Daarnaast hebben de verhalen met de Propere Voeten mij ook altijd aangesproken. Het Kriebelkruid is zeker een van mijn favorieten. En het dubbelalbum Het Geheim van Macu Ancapa/De Strijd om de Incaschat … Ach, er zijn er zoveel.

Is er een personage in de reeks dat jouw hart heeft gestolen?
Een van de zaken die ik geweldig vind aan Jommeke, is het ten tonele voeren van heerlijk absurde nevenpersonages. Een gravin die een hond als paard gebruikt, een Amerikaanse rancheigenares die met pepermuntjes schiet, een sprekende gorilla, een dansende koe, twee zwervers die samen in een hol onder de grond wonen … Het tart eigenlijk elke logica. Maar omdat het in Jommeke zo overtuigend gebracht wordt, ga je moeiteloos mee in die fantasiewereld waar zulke fenomenen ‘normaal’ lijken. Geef mij dus als favoriet maar onze zwervers: Kwak en Boemel. Heel interessante, duale personages ook: in staat tot zowel het beste als het slechtste. Ik was heel blij dat ik ze in mijn verhaal heb kunnen gebruiken. Het is mijn droom om ook eens een eigen personage aan de reeks toe te voegen.

Een gevoelig thema

Hoe kwam de samenwerking voor dit album tot stand?
In het voorjaar van 2020 zocht Standaard Uitgeverij mensen om het Jommeketeam te versterken. Ik stuurde zowel tekeningen als een aantal scenario’s in. De tekeningen waren (nog) niet sterk genoeg, maar de verhalen konden blijkbaar wel overtuigen. Nadien werd mij gevraagd om een kortverhaal te schrijven, waar de mensen bij de uitgeverij – naar mijn aanvoelen – heel tevreden over waren. Toen de kans zich voordeed om het volledige album te schrijven, heb ik natuurlijk niet getwijfeld.


Pesten is niet direct het makkelijkste thema om in een scenario te gieten. Hoe benaderde je het onderwerp en werkte je het gegeven uit?
Dat is inderdaad een moeilijk gegeven, omdat het voor veel kinderen (en zelfs volwassenen) een gevoelig thema is. Je kan niet lacherig doen over pesten. Het is iets waarmee sommige kinderen dagelijks geconfronteerd worden en soms nog jarenlang door getraumatiseerd zijn. Dat moet je dus met respect benaderen. Ik merk dat mijn kinderen er ook heel erg mee bezig zijn. Gelukkig wordt er op scholen steeds meer aandacht aan besteed. In mijn verhaal gaan Jommeke en zijn vrienden op kamp. Daar begint een van de kampgangers eigenlijk zonder echte reden een meisje te pesten. De pesterijen worden ook steeds erger. Ik vond het belangrijk om die evolutie te tonen. Pestgedrag begint immers vaak vrij onschuldig, maar kan volledig uit de hand lopen. De uitgeverij had een expert in de materie gecontacteerd (n.v.d.r. Gie Deboutte), zodat ik zeker een leidraad had om het scenario te schrijven en feedback kreeg als het verhaal uitgewerkt was.

Niet hemakkelijk, hamai!

Is zo’n onderwerp verwerken in een bestaande stripreeks als Jommeke niet nog moeilijker? Zo’n reeks heeft immers een eigen DNA.
Het album kon natuurlijk niet uitsluitend over pesten gaan. Het ‘pestverhaal’ maakt deel uit van een bredere plot, een spannend avontuur dat de personages tijdens het kamp beleven. Het was vooral een evenwicht zoeken tussen het pestverhaal en de overkoepelende verhaallijn. Maar ik denk dat ik erin geslaagd ben om alle verhaallijnen mooi met elkaar te verbinden. Het kost mij eigenlijk verrassend weinig moeite om voor Jommeke te schrijven, omdat ik de personages allemaal zo goed ken. De dialogen komen vaak vanzelf. Hoewel ik voor het Kwak-en-Boemeltaaltje toch de oudere albums erbij moest nemen. Niet hemakkelijk, hamai! (lacht). In het begin had ik ook wel wat last van stress. Het blijft natuurlijk mijn debuut bij een hele grote, bekende reeks, die voor mij persoonlijk ook heel wat betekend heeft. Het moest dus ook meteen goed zitten. Gelukkig kon ik dat gevoel vrij snel van mij afzetten. Een strakke deadline helpt dan wel: niet veel tijd om aan jezelf te twijfelen (lacht).

Wat gaf de meeste voldoening?
Bij elk scenario heb ik een bepaalde fase waarin ik nog niets neerschrijf, maar gewoon nadenk over wat ik wil vertellen. Dat gebeurt vooral tijdens mijn dagelijkse autoritten van en naar het werk. Ik bedenk dan verschillende verhaallijnen, grappen die ik wil integreren in het verhaal, personages… Het duurt dan enkele dagen, soms een week, soms zelfs langer … voor alles in mijn hoofd ‘klikt’. Die klik is echt een aha-erlebnis, een moment dat ik de hoofdzaken binnen het verhaal duidelijk voor mij zie. Pas daarna kan ik beginnen met het feitelijke schrijfwerk. Als die klik er komt, kan ik daarover echt eventjes gelukkig zijn. Het geeft ook een energieboost. De positieve feedback van de uitgeverij deed eveneens veel deugd, natuurlijk.

Is het nu spannend wachten op de reacties van de lezers?
Absoluut. Het pestverhaal is natuurlijk iets dat je niet vaak leest in de reeks, maar ik denk dat mijn scenario niet al te ver afstaat van het Jommeke-DNA. Ik heb zeker niet geprobeerd om de reeks opnieuw uit te vinden. Wat ik sowieso wel hoop is dat toch tenminste één gepest kind er kracht zal uit putten of de moed zal vinden om er met iemand over te praten. Of dat tenminste één kind ingrijpt als een ander kind gepest wordt. Dan is het verhaal voor mijn part al dik geslaagd.