In 1993 verdwijnt de zestienjarige Johanna van Vliet op mysterieuze wijze. De politie staat voor een raadsel.

25 jaar na dato verdiept Inspecteur Ben de Groot zich opnieuw in de coldcasezaak, maar Johanna’s familie wil niet opnieuw met haar verdwijning geconfronteerd worden. Behalve Johanna’s nichtje Olivia; zij besluit zelf op onderzoek te gaan. Lees hier de eerste twee hoofdstukken van IJskoud!

1

Zware deuren die gesloten werden, gevloek, geschreeuw, bonkende vuisten tegen een muur. Mick van Wezel probeerde de dagelijkse gevangenisgeluiden buiten te sluiten. Elke dag hetzelfde gezeik, hij was het meer dan zat. Tijdens het luchtmoment waar hij net van was teruggekeerd, was zijn verlangen naar de buitenwereld weer verder aangewakkerd. Hij snoof de geur van zijn laatste sigaret op, die nog in zijn kleren hing, en hij had nu alweer behoefte aan een nieuwe. Op het bureautje in zijn cel lag een stapeltje post. Opengemaakt, natuurlijk. Niets was hier privé.

Monogamie kwam niet voor in zijn woordenboek. Natuurlijk was hij weleens verliefd geweest, maar nooit zo hevig dat hij zijn ogen sloot voor een wereld vol met mooie vrouwen.
Hij pakte de eerste envelop en haalde de brief eruit. Herkende meteen het handschrift. Anita, een scharrel van vroeger die ervan droomde hem te redden. Die brief interesseerde hem niet zoveel, hij had alleen belangstelling voor de foto in verleidelijke pose die ze altijd bijsloot. Hij was benieuwd wat voor lingeriesetje ze deze keer weer droeg en floot tussen zijn tanden toen hij de push-up zag die haar borsten nog groter deden doen lijken. Rood met zwarte kant. Misschien moest hij Anita toch maar eens vragen om op bezoek te komen. Tot nu toe had hij de boot altijd afgehouden; vrouwen konden zo zeuren en zeiken, wilden altijd de ‘enige’ zijn. Echt niet! Monogamie kwam niet voor in zijn woordenboek. Natuurlijk was hij weleens verliefd geweest, maar nooit zo hevig dat hij zijn ogen sloot voor een wereld vol met mooie vrouwen. Daar waren zijn ‘relaties’ ook altijd op stukgelopen en in de loop der tijd had hij een indrukwekkende lijst aan boze exen verzameld, en de nodige kinderen verwekt met wie hij geen contact had.

Hij hing de foto van Anita op het magneetbord en scande de volgende enveloppen. Shelly, Cynthia, Kimberly, ook allemaal met foto. Hij had zijn kwartet voor de komende week weer compleet.

Onder de laatste envelop lag nog iets. Hij pakte het op en fronste. Cold case Kalender 2018? Wat was dat nou weer? Hij sloeg het ding open en zijn blik viel meteen op het woord ‘beloningen’. Interessant. De kalender was een initiatief van speciale coldcaseteams en nabestaanden van onopgeloste moord- en vermissingszaken, en bevatte tweeënvijftig zaken. Beloningen werden toegekend op basis van de gouden tip. Hij begon door de kalender te bladeren en op de pagina waarop foto’s van 52 slachtoffers stonden bleef zijn blik meteen op de eerste foto hangen, maar vooral ook op de beloning van €20.000,- die erboven stond. Hij bekeek de foto aandachtig. Het was een meisje en op de een of andere manier kwam haar gezicht hem bekend voor. Best een lekker ding. Hij bladerde naar de eerste week van januari, waar een beknopte beschrijving stond van de zaak.

De Rotterdamse Johanna van Vliet wordt sinds 1 januari 1993 vermist. Het destijds zestienjarige meisje is op oudjaarsavond van huis vertrokken naar een feestje van een vriendin in de Delistraat. De ouders van Johanna hebben hun dochter die nacht niet horen thuiskomen, maar gingen ervan uit dat ze in de vroege ochtend naar haar kamer was geslopen. Toen ze aan het begin van de middag controleerden of alles goed met haar was, troffen ze haar niet aan. Haar bed was onbeslapen. Volgens vrienden heeft Johanna rond 2.00 uur in haar eentje het feestje verlaten ‘omdat ze het wel gezien had’. Getuigen hebben haar rond 2.10 uur nog zien lopen in de Suma- trastraat en daarna is tot op de dag van vandaag niets meer van haar vernomen. Nadat de ouders en broer van Johanna haar in de middag van 1 januari eerst zelf hebben gezocht, is de jonge vrouw aan het begin van de avond als vermist opgegeven. Verdere zoekacties van de politie hebben geen sporen of aanwijzingen opgeleverd. De familie van Johanna van Vliet wil graag dat er een einde komt aan de onzekerheid over haar lot. Uw tips kunnen hun de rust bieden waar ze al 25 jaar naar op zoek zijn.

Onder de tekst was de foto van Johanna, die ook voor in de kalender stond, nogmaals opgenomen. Voor tips konden mensen bellen met 0800-6070 of mailen naar coldcase@politie.nl.

Mick wreef nadenkend over zijn kin terwijl hij in zijn geheugen groef. 1993, toen was hij zelf achttien jaar oud en woonde net als dat meisje in ‘De Kaap’, zoals de wijk Katendrecht door veel Rotterdammers werd genoemd. De straat waar dat feestje had plaatsgevonden kende hij maar al te goed – hij was in die tijd een fervent bezoeker geweest van tattooen piercingkoning Tattoo Bob, wiens shop al sinds 1968 daar was gevestigd. Zijn blik gleed naar de tatoeage van de wezel op zijn rechterbovenarm. Hij was er nog steeds trots op.

Zijn kaak begon te tintelen. Langzaam maar zeker vulde zijn hoofd zich met flarden van herinneringen aan die tijd.
Toen keek hij weer naar de foto. Johanna van Vliet. De naam zei hem niets, maar dat gezicht… dat kende hij toch? Had hij haar weleens ontmoet? Misschien tijdens het stappen of zo? Met wie was hij rond die tijd eigenlijk bevriend geweest? Johan, natuurlijk, en Ruud Puistenkop. Kees, Chris… en dat vage vriendje van Ruud, die stille jongen. Zo’n onzichtbaar type, dat hij zich zijn naam niet eens meer kon herinneren. Hij sloot zijn ogen, masseerde zijn slapen en pijnigde zijn hersens. Zijn kaak begon te tintelen. Langzaam maar zeker vulde zijn hoofd zich met flarden van herinneringen aan die tijd. Zijn geblow, zijn alcoholgebruik, zijn eerste aanraking met de politie voor winkeldiefstal, openbare dronkenschap en vandalisme. Gespijbel, de meisjes achter wie hij toen aan zat, zijn blauwe maandag als vakkenvuller bij de plaatselijke supermarkt. Dealen was meer zijn ding gebleken.

Hij pakte de foto van Johanna van Vliet er weer bij. ‘Wij hebben elkaar ooit gezien, maar wanneer en waar?’ Voor het eerst had hij spijt van zijn overmatige geblow en gezuip in die tijd. Er was zoveel langs hem heen gegaan of diep weggezakt in zijn geheugen. Kom op Mick, twintigduizend euro beloning! Hij keek het meisje in haar groene ogen, signaleerde de lichte sproetjes op haar neus en wangen, streelde met zijn vinger over het halflange bruinrossige haar, volgde haar kaaklijn. Zijn ogen bleven uiteindelijk rusten op de ketting die ze om haar nek droeg, met een hanger. Het was een ongebruikelijk symbool. Tenminste, dat was het toen geweest. Om zijn lippen vormde zich een brede grijns toen de herinneringen terugkwamen. Twintigduizend euro! Hij had een telefoontje te plegen.

2

Enkele weken eerder

Hij trok zijn leren handschoenen nog eens goed over zijn handen en stapte met tegenzin de kou in.
Ben de Groot parkeerde zijn auto en wachtte even voordat hij uitstapte. Het had al sinds de vroege ochtend onophoudelijk gesneeuwd en de stormachtige wind had gedurende de hele rit aan het stuur van zijn Mercedes getrokken. De ruitenwissers maakten een schrapend geluid op de ramen. Hij zette ze uit en haalde de sleutel uit het contact. De wasem van zijn adem hechtte zich vrijwel meteen aan de binnenkant van het glas. Hij pakte zijn paraplu van de achterbank en zette de grijze gebreide muts met pompon, die in de winter zo kenmerkend voor hem was, op zijn hoofd. Met die muts zag hij er een beetje belachelijk uit, maar dat interesseerde hem niet. Mevrouw De Groot, zoals hij zijn vrouw altijd noemde, had hem met liefde voor hem gebreid en hij wilde haar niet teleurstellen. Hij trok zijn leren handschoenen nog eens goed over zijn handen en stapte met tegenzin de kou in.

Met de paraplu opengeklapt liep hij stijfjes naar het bureau. ’s Winters speelden zijn gewrichten altijd meer op, zeker op ijzige dagen als vandaag. Tegen de tijd dat hij bij de schuifdeuren kwam, had de kou zich al vastgezet in zijn neus en wangen en hadden witte sneeuwvlokjes zich aan zijn lange, zwarte jas van scheerwol gehecht. Hij schudde zijn paraplu uit voordat hij het gebouw waar hij al ruim veertig jaar werkte binnenging en zette hem in de bak. De aangename warmte tintelde op zijn gezicht en bezorgde hem een loopneus. Hij werd echt een oude man! Maar in zijn kop voelde hij zich nog steeds dertig; dat had hij altijd de mooiste leeftijd gevonden en dat vond hij nog steeds. Rijp genoeg om weloverwogen beslissingen te nemen, wilde haren kwijt en vol energie.

‘Morgen, Linda,’ begroette hij zijn collega achter de balie, terwijl hij de muts van zijn hoofd trok.

‘Goedemorgen, Ben.’

Nog een jaar en dan hield het op. Tot zijn eigen verdriet en tot grote vreugde van zijn vrouw.
Nog een jaar en dan hield het op. Tot zijn eigen verdriet en tot grote vreugde van zijn vrouw. Hij zou het ontzettend gaan missen. De spanning als er een nieuwe zaak op zijn bureau lag en de opwinding als de oplossing in zicht kwam. Het ter verantwoording roepen van daders. De typische politiehumor. Ja, zelfs de smerige automatenkoffie. Met zijn handen in zijn zakken liep hij door naar de lift en hij drukte op de knop voor de tweede verdieping. Toen besefte hij dat hij zich weer vergiste. Hij moest naar de kelder, waar het coldcaseteam was gevestigd. Hij drukte op de goede knop en zoefde even later naar beneden.

Sinds een paar weken was Ben aangeschoven bij het coldcaseteam Rotterdam. Ze zaten te springen om een ervaren inspecteur met een olifantengeheugen die destijds betrokken was geweest bij het gros van de zaken die ze nu opnieuw bekeken. Hij had er goed over nagedacht voordat hij ja had gezegd. Wilde hij een jaar voor zijn pensioen nog een verandering in zijn werkzaamheden? De actieve dienst bood meer actie en opwinding, cold cases waren meer ouderwets speuren graafwerk. Samen met kilometers aan dossiers opgesloten zitten in een stoffige kelder, in de hoop een eurekamoment te beleven dat tot een concreet spoor leidt dat gevolgd kan worden.

Er waren uiteindelijk twee dingen geweest die de doorslag hadden gegeven bij zijn keuze. Allereerst was het misschien gemakkelijker om volgend jaar definitief afscheid te nemen als hij zijn werk het komende jaar rustig afbouwde in die kelder, in plaats van in de hectiek van alledag. Maar de voornaamste reden was dat hij in zijn carrière een aantal zaken onder zijn hoede had gehad die onopgelost waren gebleven, en dat knaagde. Toen hem gevraagd werd of hij nog zaken had die wat hem betreft moesten worden opgenomen in de nieuwe coldcasekalender, was er dan ook één zaak die hem meteen te binnen was geschoten: de vermissing van Johanna van Vliet. De zaak was hem altijd bijgebleven. Er waren nauwelijks sporen geweest en als ze er al waren, liepen ze dood. De zweem van mysterie rond haar verdwijning en de summiere aanwijzingen hadden hem destijds een akelig gevoel gegeven. En nog steeds was er iets aan de zaak wat hem niet losliet. Het was moeilijk te omschrijven. Iets onheilspellends.

Maar niemand verdween zomaar en het leek wel of het meisje in de oudjaarsnacht van 1992 in rook was opgegaan.
Met haar familie was hij destijds niet veel verder gekomen, maar dat het in het gezin Van Vliet niet alleen maar pais en vree was, had voor Ben als een paal boven water gestaan. Hij had er alleen nooit de vinger op kunnen leggen. Johanna’s vader was een stugge, gesloten man, haar moeder onderdanig en nerveus, en geen van beiden was erg mededeelzaam geweest. Er was ook nog een oudere broer, Jeroen, maar die had evenmin veel bijgedragen – hij was die bewuste nacht op pad geweest met vrienden en had zijn zus niet gezien. Ergens had Ben het gevoel gehad dat Johanna misschien met ruzie van huis was vertrokken, dat ze was weggelopen. Maar niemand verdween zomaar en het leek wel of het meisje in de oudjaarsnacht van 1992 in rook was opgegaan.

De zaak had hem jaren achtervolgd en het had hem moeite gekost het dossier uiteindelijk ergens in een la te gooien, maar op een gegeven moment had hij geen keus meer gehad. De stapel urgentere zaken met een grotere oplossingskans bleef destijds maar groeien op zijn bureau en er moesten keiharde keuzes gemaakt worden. Maar nu? Nu bood het coldcaseteam hem een uitgelezen kans om de zaak van Johanna van Vliet weer op te pakken, in een laatste poging om meer te weten te komen over de verdwijning van het meisje. Om de zaak alsnog op te lossen.

Ergens op deze aardbol liep iemand rond die meer wist over Johanna’s verdwijning.
Ben kon zich niet voorstellen dat Johanna nog leefde en haar familie zou de hoop inmiddels ook wel hebben opgegeven. Toch was hij ervan overtuigd dat de onzekerheid rond Johanna’s lot na al die jaren nog steeds aan haar nabestaanden vrat. Hij had maar al te vaak gezien dat bloedverwanten die niet wisten wat er met hun geliefde was gebeurd altijd hoop hielden dat diegene op een dag weer op de stoep zou staan. Dat ze het verdriet, het gemis en de onbeantwoorde vragen nog elke dag met zich meedroegen, meestal tot aan hun dood. En dat zou in dit geval niet anders zijn. Ergens op deze aardbol liep iemand rond die meer wist over Johanna’s verdwijning en haar uiteindelijke lot en Ben zou alles uit de kast halen om die persoon te vinden. De ervaring leerde dat getuigen, en soms zelfs daders, op een dag toch de behoefte kregen om met hun geweten in het reine te komen, zeker als het – zoals in het geval van Johanna – al vijfentwintig jaar geleden was.

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99

Suzanne Vermeer

Suzanne Vermeer is de bestverkopende Nederlandse thrillerauteur van dit moment. Alle titels hebben de bestsellerlijst gehaald en drie titels werden genomineerd voor de NS Publieksprijs. Suzanne Vermeer is het pseudoniem van de in juni 2011 overleden auteur Paul Goeken. In overleg met zijn familie is besloten om de boeken van Suzanne Vermeer voort te zetten.