Claire Lombardo is de auteur van de roman De mooiste tijd van ons leven. Een geestige en sprankelende roman over de rivaliteit tussen vier zussen en de schokgolf die door de familie gaat als een lang verborgen geheim uitkomt. AW Bruna Uitgevers sprak Lombardo over de totstandkoming van haar debuutroman.

Hoe lang heb je over De mooiste tijd van ons leven gedaan? Wat was je beste ervaring in het schrijfproces? Wat vond je een mindere kant?
Inclusief de redactionele fase heb ik vijf jaar over dit boek gedaan, en ik moet bekennen dat het ‘een mooie tijd in mijn leven was’, ha. Ik heb het geluk dat ik het soort werk kan doen waar ik het meest van hou, want ik weet dat niet veel mensen me dat kunnen nazeggen. Het schrijven van fictie geeft me enorm veel energie en ik beleef oprecht plezier aan het schrijfproces. Over het algemeen gaat het schrijven soepel zolang ik in grove lijnen weet waar het verhaal naartoe gaat. Ik had niet altijd van tevoren een exact idee hoe de scènes precies uitgewerkt moesten worden, maar ik verkeerde graag in het gezelschap van deze personages om te kijken wat er ging gebeuren.

Een mindere kant waren de aspecten waar ik nog niet heel zeker over was, met name de structuur. Zie het als een wiskundig vraagstuk waarnaar je zit te staren, en dat je geen idee hebt hoe je eraan moet beginnen (sterker nog, waarbij je soms weet dat je het hele project alsnog moet schrappen als je het hebt opgelost). Zo voelde ik me soms over de structuur van deze roman. Dan zat ik voor een achthonderd pagina’s tellend Word-document of met driehonderd gekleurde post-its voor mijn neus die elk een scène moesten verbeelden, en dan zag ik door de bomen het bos niet meer. Doodeng. Gelukkig kwam daar uiteindelijk schot in en toen werd het weer leuk.

Deze roman is je debuut. Welk aspect van het uitgeefproces heeft je tot dusver het meest verrast?
Wat me nog altijd verbaast is hoeveel mensen bereid zijn zich voor dit boek in te zetten. Want in feite is het schrijven van boeken van oudsher een eenzame bezigheid, maar op deze manier wordt het een erg leuk groepsgebeuren. Dat vind ik tot nog toe een van de mooiste dingen aan het uitgeversvak – in de kern bestaat dat uit lieden die echt van de letteren en de literatuur houden (in mijn ogen zijn dat de beste mensen!).

Welk personage of welke plotlijn kwam er als eerste in je op?
Ik schreef in eerste instantie een kort verhaal over Violet, een vrouw wier keurig aangeharkte leventje op stelten wordt gezet als er een geheim uit het verleden opduikt. Ik raakte echter geïnteresseerd in de personages uit haar omgeving, zoals haar ouders die het zo onuitstaanbaar heerlijk met elkaar hebben, en vandaaruit nam het verhaal een hoge vlucht. De gespannen relatie tussen Wendy en Violet was ook bepalend in dat korte verhaal. En zodra die twee handen en voeten hadden gekregen, kwamen de twee andere zussen bijna als vanzelf, omdat ik dat soort onderlinge dynamiek maar al te goed ken.

Je bent een van de vier zussen die in de buurt van Chicago zijn opgegroeid. Hoeveel van je eigen ervaring heb je in dit boek verwerkt?
Plottechnisch gezien zijn er geen overeenkomsten tussen mijn leven (en gezin) en dat van de Sorensons. Er zijn wel andere overeenkomsten, zoals de dynamiek in onderlinge relaties, de spanningen en de onuitgesproken rivaliteit, die in grote gezinnen beslist een rol speelt. Ik ben de jongste van vijf kinderen – ik heb ook een broer – en ik had er een gewoonte van gemaakt alles en iedereen te observeren. Je zou kunnen zeggen dat ik mijn hele leven eigenlijk zonder het te beseffen onderzoek aan het doen was voor mijn boek!

Ik heb ook vaak opgepast in mijn tienerjaren en zo rond mijn twintigste was ik een nanny. Die werkervaring diende ook ter inspiratie voor de onderlinge relaties in het gezin, de hilarische taal die kinderen gebruiken en de merkwaardige nuances in een huishouden.

Er zijn veel grote romans die zich in het Midden-Westen afspelen, maar volgens mij zijn het er nog niet genoeg. In welke zin onderscheiden boeken met het Midden-Westen als decor zich? Wat maakt zo’n boek anders dan andere?
Het Midden-Westen is een uniek landschap en onuitputtelijk als bron van inspiratie: je woont veel verder bij elkaar vandaan dan bijvoorbeeld aan de East Coast. Het is er weids, je hebt het natuurschoon met de meren, de bomen, de dramatische wisseling van de seizoenen… Ik moet oppassen, want nog even en ik klink als een folkloreliedje. En de bewoners hebben speciale trekjes: ze zijn beslist erg vriendelijk en bescheiden, maar er is ook sprake van passieve agressie. Ik vond het leuk om met deze eigenschappen te spelen tijdens het schrijven van de passages met de Sorensons, die allen, net als ik, tot in hun haarvaten inwoners van het Midden-Westen zijn. Wie daar opgroeit, weet dat je meer leert van wat er niet wordt gezegd, wat je kunt afleiden uit iemands intonatie, en wat er bedoeld wordt als ze zeggen: ‘Alles gaat goed.’ (Hint: dat is meestal niet het geval.)

Ik hou ondanks alles heel veel van het Midden-Westen en ik mis het als ik er niet ben. Hoe gaaf het is in Iowa City zou ik wel van de daken willen schreeuwen.

Ik noem graag een paar van mijn favoriete romans uit het Midden-Westen op: Middlesex van Jeffrey Eugenides, Love and Shame and Love van Peter Orner, de Last Hundred Years-trilogie van Jane Smiley, Family Pictures van Sue Miller en A Gate at the Stairs van Lorrie Moore. Er zijn er veel meer, maar deze titels zeg ik zo uit mijn hoofd.

Wat hoop je dat je lezers uit je boek zullen halen?
Misschien dat mensen anders zijn dan ze op het eerste oog lijken? Dat onze ouders misschien niet expres onze levens kapotmaken? Dat je het zelden zal betreuren als je ervoor kiest aardig te zijn? Een combinatie van die dingen?

Eerlijk gezegd hoop ik dat deze universele boodschap zal overkomen: dat komedie en tragedie altijd samengaan. Dat er bijna geen momenten voorkomen in een mensenleven waarop ze uitsluitend blij dan wel uitsluitend bedroefd zijn. Het is altijd een mengeling van die twee of het een volgt ogenblikkelijk op het ander. Ik hoop echt dat ik dat met mijn boek heb kunnen overbrengen: dat gevoel dat mensen soms kunnen hebben op die momenten waarop ze zich totaal verloren kunnen voelen als ze geacht worden zielsgelukkig te zijn, of juist andersom: dat ze opeens midden in een nare situatie de slappe lach krijgen. Dit is aan de orde van de dag en het is een gegeven dat ik met de grootste interesse verken, zowel in fictie als in het dagelijks leven.

Welk personage of welke scène was lastig overtuigend weer te geven?
Ik heb geworsteld om het evenwicht in Wendy’s personage te behouden, die in feite een wandelende tegenstelling is. Ze is de lastigste van allemaal en bij tijd en wijle iemand die overloopt van liefde. In zekere zin hebben we allemaal een beetje van Wendy in ons: die veelheid van alles, de conflicterende emoties en meningen die we hebben, de inwendige gevechten die we leveren over hoe we ons moeten opstellen. Het uitwerken van Wendy bezorgde me soms hoofdbrekens, maar – en daar gaan we weer – aan haar beleefde ik de mooiste tijd, want ze heeft geen enkele rem en door wat er allemaal met haar is gebeurd, neemt ze geen blad voor haar mond. Die eigenschap ligt mijlenver bij mijn ingetogenheid vandaan, daarom had ik er de grootste lol in om een personage neer te zetten dat alles zei wat er in haar hoofd opkwam, ongeacht de gevolgen.

Ik denk aan een scène met Wendy en Jonah, maar die is al tegen het eind van het boek en ik wil niets verklappen, dus laat ik het erop houden dat de passages met die fijne lijn tussen komedie en tragedie – zoals ik al eerder aangaf – of tussen ironie en oprechtheid, een uitdaging waren om goed op papier te krijgen. Het valt niet mee om waarlijke, oprechte liefde of verlies te beschrijven zonder in melodrama te vervallen. Een goede manier om die kwetsbare thema’s te benaderen is met humor, met enige spotlust of oprecht vanuit mijn eigen gevoel. Ik denk namelijk dat schrijvers daadwerkelijk ervaren wat hun personages ervaren – het is onvermijdelijk dat er iets van hun eigen emoties in de bladzijden doorklinkt.

Als je voor een leesclub de discussie over De mooiste tijd van ons leven zou leiden, welke vraag zou je dan als eerste stellen?
Misschien deze: ‘Wie van de personages ben je zelf?’ Het was namelijk een leuk spelletje dat ik speelde tijdens gesprekken met lezers van het boek. Er zit een wereld van verschil tussen een Wendy zijn of een Violet zijn…

Welke gezinnen in de literatuur zijn jouw favoriet?
O, maar dat zijn er zoveel! Bernadette Fox & co. in Where’d You Go, Bernadette. Dat fantastisch stelletje ongeregeld, het gezin Goldman in Brother of the More Famous Jack. The Keanes in After This van Alice McDermott. De drie generaties in Middlesex, de titel die ik al eerder noemde. De familie Bridge in Mr. Bridge and Mrs. Bridge – ze zijn niet zozeer hartverwarmend, maar jemig, wat zijn ze geweldig uitgewerkt.

Welke schrijvers zijn van invloed geweest op je werk?
Ik hou in het bijzonder van schrijvers die de fijne balans tussen ernst en luchtigheid in hun vingers hebben zitten, het inzicht dat niets uitsluitend geestig of uitsluitend tragisch is, dat het altijd een combinatie is van die twee. Dat reikt helemaal terug tot Shakespeare, Tsjechov, Saul Bellow. Je ziet het ook bij moderne schrijvers als Lydia Davis, Lorrie Moore of Etgar Keret.

Empathische fictie, daar gaat het mij altijd om. Hoe fabuleus het proza ook is, als het niet met empathie en met een hart geschreven is, raakt het me niet. Er waren boeken die ik moest vermijden tijdens het werken aan De mooiste tijd van ons leven, uit vrees dat ik nooit dat niveau zou kunnen halen. Prep van Curtis Sittenfeld. Alle romans van Maria Semple. Crossing to Safety van Wallace Stegner. Blue Angel van Francine Prose. Wat al deze romans gemeen hebben is de diepgaande, levendige beschrijving van de personages. Ik hou van verhalen die door de personages worden aangestuurd, alsof ik me tijdens het lezen tussen mensen van vlees en bloed bevind, mensen om wie ik ga geven, ik kan me inleven in hun situatie en ik zal ze missen als ik de laatste bladzijde heb omgeslagen.

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99

Claire Lombardo

Clair Lombardo studeerde maatschappelijk werk en heeft een master in fictie schrijven. Ze doceert Creative writing aan de universiteit van Iowa. Eerder werkte ze o.a. als juridisch medewerker, tekstschrijver en publiceerde ze kort proza in literaire tijd schriften. De mooiste tijd van ons leven is haar debuut roman. Foto (c) Michael Lionstar