Jaren 60
In het eerste album De jacht op een voetbal verijdelt Jommeke weliswaar de diefstal van een schat, maar het is geen schat die hij zelf gevonden heeft. Het is pas twee jaar later, in het album De schildpaddenschat (1961), dat hij effectief zijn eerste schat vindt. Zijn tweede schat, de zonnestenen uit De zonnemummie, is meteen goed voor een monsterrecord dat pas jaren later wordt gebroken: 16 miljard euro! Het toont meteen aan dat zeldzame edelstenen meer waard zijn dan goud. Technisch gezien werd de schat in de put (Diep in de put) ontdekt door Anatool, maar ze werd toch opgenomen in de lijst omdat Jommeke en co aanwezig waren bij de ontdekking. In die zin is de schat van de zeerover uit het gelijknamige album de grootste schat die Jommeke in de jaren 60 op eigen houtje ontdekt.
Jaren 70
In de jaren 60 vond Jommeke relatief kleine schatkisten en objecten. Het is pas vanaf de jaren 70 dat hij de typische, reusachtige bergen gestapeld goud en juwelen begint te vinden (Het geheim van Macu Ancapa, De verborgen tempel, De plank van Jan Haring). Ook stuit hij voor het eerst op natuurlijke goud- en kristaladers (Madam Pepermunt en De kristallen grot). Van deze laatste twee wordt niet de volledige waarde getoond, maar enkel het deel dat Jommeke aantoonbaar heeft behouden (net als in De witte bolhoed). In ieder geval valt zijn succes als schattenjager niet te ontkennen.
Jaren 80
De jaren 80 komen traag op gang met de vondst van een simpele piratenschatkist (De kaart van Wawa Wang). Maar vanaf 83 raakt Jommeke goed op dreef en vindt hij de ene schat na de andere. Heel vaak twee of zelfs drie schatten per jaar! In 1984 breekt hij voor het eerst zijn record uit 1962. De Boheemse zigeunerschat is maar liefst 24 miljard waard! (Het Boheems schommelpaard). En aan het einde van het decennium vestigt hij zijn tot op heden ongeëvenaarde record met twee gigantische robijnen ter waarde van 339 miljard euro. Dat is 1/4 van de waarde van alle schatten die hij ooit heeft gevonden. De Loden Jaren 80 blijken voor Jommeke De Gouden Jaren 80!
Jaren 90
In de jaren 90 doet Jommeke zijn allergrootste en allerbelangrijkste vondst: hij ontdekt de verzonken, mythische stad Atlantis! (De drietand van Neptunus). Los van de ongeëvenaarde archeologische ontdekking is deze antieke stad volledig opgetrokken uit goud. Helaas stort de grot die de stad bewaart onherroepelijk in. Jommeke houdt enkel een gouden beker over. Deze teleurstelling kan enkel gecompenseerd worden met een klassieke goudberg (Het probleem Jeff Klaxon). Maar verder lijken de gouden jaren 80 voorbij. Madam Pepermunt heeft nog wel ergens in haar erfenis een gezien (De vergeten mijn) en een onverwachte goudschat in de buurt van haar villa (De vurige inktvis), maar ondanks haar rijkdom staat zij niet echt bekend voor haar vrijgevigheid… De jaren 90 eindigen met de vondst van een klassieke piratenkoffer. In de jaren 60 was zoiets misschien nog indrukwekkend, maar nu lijkt deze magere vondst vooral een mager decennium aan te kondigen.