Vergeet Temptation Island en Blind Getrouwd. Michelle Richmond onderwerpt in Het huwelijkspact haar personages aan dé ultieme relatietest. Liefhebbers van de betere psychologische thriller zullen als een blok vallen voor dit onheilspellende verhaal.

Hieronder krijg je alvast een sneak preview!

We hielden onze bruiloft in een weiland aan de oever van de Russian River, twee uur rijden ten noorden van San Francisco. Al maanden daarvoor hadden we er een kijkje genomen. We waren er een paar keer aan voorbij gereden, omdat er geen bord langs de weg stond. Toen we het hek opendeden en over het pad naar de rivier liepen, gaf Alice me een kus en zei: ‘Ik vind het prachtig.’ In eerste instantie dacht ik dat ze een grapje maakte, want op sommige plekken stond het gras wel anderhalve meter hoog.

De wei met grazende koeien hoorde bij het uitgestrekte land van een melkveehouderij en was eigendom van de gitariste van Alice’ eerste bandje. Ja, ze zat in een band en het is zelfs mogelijk dat je hun muziek wel eens hebt gehoord, al kunnen we het daar later nog over hebben. De dag voor ons trouwen reed ik de plek nog een keer voorbij, maar nu omdat alles er volkomen anders uitzag. De gitariste, Jane, was weken bezig geweest het hoge gras te maaien en de kale plekken met nieuwe zoden te bedekken. Het leek nu wel de fairway van de perfectste golfbaan ter wereld. Het grasveld liep over de heuvel heen en vervolgens weer naar beneden, naar de rivier. Jane vertelde dat haar vrouw en zij al hadden gezocht naar een project. Er stond een grote tent, er was een patio, een zwembad en een modern badhuis. Op de oever van de rivier was een podium gebouwd en op een heuveltje dat over alles uitkeek stond een koepeltje. De koeien liepen er nog steeds op hun trage, meditatieve manier rond. Er werden stoelen aangesleept, tafels, apparatuur, speakers en parasols. Alice moest dan misschien weinig van bruiloften hebben, ze was dol op feestjes. Hoewel we in de jaren dat ik haar kende samen nooit een feest hadden gegeven, kende ik de verhalen. Grote partijen in balzalen, op stranden, in de verschillende appartementen waar ze had gewoond; blijkbaar was ze er goed in. Dus maakte ik pas op de plaats en liet de organisatie aan haar over. Maanden van planning, alles perfect, alles tot op de seconde nauwkeurig.

Tweehonderd mensen. De bedoeling was honderd voor mij, honderd voor haar, maar op het laatst was de verhouding enigszins scheef. Het was een rare gastenlijst, zoals altijd bij bruiloften. Mijn ouders en grootmoeder, partners van het kantoor waar mijn vrouw werkte, collega’s uit de kliniek waar ik had gewerkt, voormalige cliënten, school- en studievrienden, Alice’ oude vrienden uit de muziek, en nog een zooitje ongeregeld.

En Liam Finnegan en zijn vrouw.

Zij waren de laatste genodigden, nummer 201 en 202 op de gastenlijst. Alice had hem drie dagen voor de bruiloft leren kennen, op het advocatenkantoor waar ze al een jaar dag en nacht voor werkte. Ik weet het, het is maf, mijn vrouw is advocaat. Als je haar kende, zou het jou ook verbazen. En daar kunnen we het ook nog wel even over hebben, later. Het gaat nu om Finnegan – om Finnegan en zijn vrouw, Liam en Fiona, gast nummer 201 en gast nummer 202.

Mijn vrouw had als junior advocaat meegewerkt aan de zaak van Finnegan, die draaide om intellectueel eigendom. Finnegan was nu zakenman, maar jaren geleden was hij een bekende leadzanger geweest van een Ierse folkrockband. Hoewel je zijn muziek waarschijnlijk nooit hebt gehoord, zou het kunnen dat je zijn naam wel eens bent tegengekomen. Hij heeft in alle Britse muziekbladen gestaan – Q, Uncut, Mojo. Tientallen muzikanten beweren door hem beïnvloed te zijn. Nadat Alice op de zaak was gezet, hebben we thuis dagenlang naar zijn muziek geluisterd. De zaak op zich was duidelijk. Een jonge band had een stukje uit een van zijn songs gestolen en er een enorme hit mee gescoord. Als je net als ik op technisch niveau geen verstand van muziek hebt, zouden de overeenkomsten je niet eens opvallen, maar als je muzikant bent, zei mijn vrouw, zou je meteen horen dat het jatwerk was. De zaak was het resultaat van een opmerking die Finnegan een paar jaar daarvoor had gemaakt. Hij had tegen een interviewer gezegd dat de hit van de band verdacht veel leek op een song van zijn tweede album. Hij was niet van plan stappen te ondernemen tot de manager van de jonge band Finnegan een brief stuurde waarin hij eiste dat Finnegan zijn verontschuldigingen zou aanbieden voor zijn opmerking en dat hij publiekelijk zou verklaren dat de song niet was gestolen. En dat bracht de bal aan het rollen, wat er uiteindelijk toe leidde dat mijn vrouw duizenden uren in haar eerste grote zaak stak.

Zoals ik al vertelde was ze junior advocaat en toen Finnegan de zaak won, gingen de partners van het advocatenkantoor dan ook met de eer strijken. Een maand later, in de week voor onze bruiloft, kwam Finnegan langs op het kantoor. Hij had een absurd hoge schadevergoeding toegewezen gekregen, veel meer dan hij wilde, en beslist meer dan hij nodig had, en daarom kwam hij iedereen bedanken voor hun inspanningen. De partners namen hem mee naar een vergaderruimte, waar ze hem hun ongelooflijk goede strategie nog eens uit de doeken deden. Hij bedankte hen en zei toen dat hij graag kennis zou maken met de mensen die echt aan de zaak hadden gewerkt. Hij haalde een paar exposés en verzoeken aan en verraste de partners met zijn kennis van zaken. Een exposé waar hij bijzonder over te spreken was, was er een van Alice. Het was een grappig, creatief schrijfsel – voor zover een juridisch exposé grappig of creatief kan zijn. De partners ontboden Alice naar de vergaderruimte. Op een gegeven moment liet iemand zich ontvallen dat ze dat weekend zou trouwen. Finnegan merkte op dat hij dol was op bruiloften.

Voor de grap vroeg Alice: ‘Wilt u soms op die van mij komen?’

Tot verbazing van iedereen zei hij: ‘Graag zelfs.’

Toen hij wat later vertrok, ging hij bij Alice’ hokje langs en gaf ze hem de uitnodiging.

Twee dagen later kwam een koerier een doos afleveren bij ons appartement. Omdat er die week al veel trouwcadeaus waren afgeleverd, was dat niet echt een verrassing. Als afzender stond vermeld: De Finnegans. Ik maakte de envelop open; er zat een dubbelgevouwen witte kaart in met een foto van een taart erop. Smaakvol.

Voor Alice en Jake, gefeliciteerd met jullie voorgenomen huwelijk. Heb er eerbied voor, dan zullen jullie beloond worden. Liam.

De cadeaus die we tot dat moment hadden gekregen waren niet echt opzienbarend geweest. Ik had een soort sommetje ontwikkeld waarmee ik kon raden wat het cadeau was nog voordat we het hadden uitgepakt. De totale kosten van een cadeau waren meestal een combinatie van het netto-inkomen van de gever, vermenigvuldigd met het aantal jaren dat we diegene kenden, maal pi. Of zoiets. Van mijn oma kregen we een compleet porseleinen servies voor zes personen. Van mijn neef een broodrooster. Mijn rekensommen lieten me in de steek bij Finnegan. Hij was een succesvol zakenman, hij had net een enorme schadevergoeding toegewezen gekregen, en hij bezat de rechten van songs die waarschijnlijk niet veel opleverden. Het probleem was dat we hem nog niet zo lang kenden. Oké, we kenden hem eigenlijk helemaal niet.

Uit nieuwsgierigheid maakte ik het cadeau meteen open. Het was een grote, zware kist van gerecycled hout met een logo in de bovenkant gebrand. Eerst dacht ik dat het een kistje whisky was, van een of ander idioot elitair Iers merk, wat nog wel logisch was geweest. Iets waar mijn cadeauberekeningen waarschijnlijk op uit zouden zijn gekomen. Ik werd er een beetje nerveus van. Alice en ik hadden geen sterkedrank in huis. Dat moet ik even uitleggen. Alice en ik hebben elkaar in een afkickkliniek ten noorden van Sonoma leren kennen. Ik was toen al een paar jaar werkzaam als therapeut en had de kans aangegrepen om nog meer praktijkervaring op te doen door in te vallen voor een vriend. Op de tweede dag had ik een groep waar Alice in zat. Ze vertelde dat ze te veel dronk en dat ze wilde stoppen. Niet voor altijd, zei ze, maar lang genoeg om wat dingen te veranderen en haar leven weer op orde te krijgen. Ze zei dat ze nooit een grote drinker was geweest, maar dat ze na een paar familiedrama’s de beest was gaan uithangen en dat ze daarmee wilde stoppen. Haar betrokkenheid en inzicht maakten indruk op me. Weken later, weer in de stad, besloot ik haar te bellen. Ik had een groep tieners onder mijn hoede met dezelfde problemen en hoopte dat ze met hen zou willen praten. Ze sprak over haar eigen strijd op een manier die er geen doekjes om wond, direct, maar onderhoudend. Ik wilde dat ze de kinderen zou raken en wist dat ze naar haar zouden luisteren. Het was niet verkeerd dat ze daarbij ook nog eens muzikante was. Met haar afgedragen motorjack, haar kortgeknipte zwarte haar en haar verhalen over het leven op tournee oogde en klonk ze cool. Lang verhaal kort: ze stemde in met mijn plan, hield een praatje voor de groep, het ging goed, ik nam haar mee uit lunchen, we werden vrienden, maanden verstreken, we begonnen te daten, we kochten samen een huis en daarna deed ik haar dus dat huwelijksaanzoek.

En daarom verstijfde ik bij de gedachte dat Finnegans cadeau een fles idioot zeldzame sterkedrank was. In de eerste maanden dat ik Alice kende, had ze geen druppel gedronken. Maar na een tijdje nam ze bij het eten af en toe weer een biertje of een wijntje. Hoewel dat niet de traditionele weg is die mensen met een drankprobleem bewandelen, leek het voor haar te werken. Maar alleen bier en wijn. Voor de grap zei ze altijd dat er met sterkedrank ‘nog iemand in de gevangenis zou eindigen’. Ik kon me dat moeilijk voorstellen, want Alice was een van de meest beheerste mensen die ik kende.

Ik zette het cadeau op tafel. Een grote, elegante houten kist.

Het etiket op de voorkant leek er echter niet goed bij te passen.

HET PACT.

Wat voor Ierse whisky heet er nu Het Pact?

Toen ik de kist openmaakte, zag ik een tweede kistje liggen op een blauwe fluwelen voering. Aan weerszijden van het kistje, genesteld in de stof, lagen ontzettend duur uitziende pennen – zilver, witgoud, misschien zelfs platina. Ik nam er een in mijn hand en verbaasde me over het gewicht, over de constructie ervan. Het was het soort verfijnde cadeau dat je gaf aan iemand die alles al had, en daarom was het een eigenaardig cadeau om aan ons te geven. We werkten allebei hard, we hadden het goed, maar we hadden zeker niet alles. Ik had Alice trouwens een pen gegeven toen ze afstudeerde. Het was een prachtige pen die ik had gekocht bij een privédealer in Zwitserland, na maanden onderzoek te hebben gedaan op het verrassend ingewikkelde gebied van mooi schrijfgerei. Het was alsof ik een deur had geopend in de verwachting een kleine kast aan te treffen, maar in plaats daarvan een heel universum had gevonden. Om voor Alice te verbergen dat de pen exorbitant duur was, wist ik met veel moeite een omslachtige manier van betalen te verzinnen. Mocht ze hem ooit kwijtraken, dan wilde ik niet dat ze gebukt zou gaan onder de echte waarde van het verlies.

Ik krabbelde een paar rondjes op het pakpapier en daarna het zinnetje: Dankjewel, Liam Finnegan! De inkt vloeide gelijkmatig en de pen gleed soepel over het gladde papier. Er stond iets in de pen gegraveerd. De letters waren zo klein dat ik het niet kon lezen. Ik herinnerde me dat er een vergrootglas bij het bordspel zat dat ik met kerst van Alice had gekregen. Ik zocht in de gangkast. Achter Risk, Monopoly en Boggle vond ik het spel; het vergrootglas zat nog in het cellofaan. Ik hield de pen op in het licht en keek ernaar door het vergrootglas.

ALICE & JAKE, gevolgd door de trouwdatum, met daarachter alleen maar DUNCAN MILLS, CALIFORNIË. Ik moet toegeven dat ik een beetje teleurgesteld was. Ik had meer verwacht van een van de beste folkzangers ter wereld. Als de betekenis van het leven erin gegraveerd had gestaan, zou het me niet verbaasd hebben. Ik pakte de andere pen en legde hem op tafel. Daarna tilde ik het kleine kistje uit de grote. Het was van hetzelfde gerecyclede hout, met hetzelfde ijzerbeslag en hetzelfde logo in de bovenkant gebrand. Het was verrassend zwaar. Toen ik het probeerde open te maken, merkte ik dat het op slot zat. Ik zette het kistje weer op tafel en zocht in de grote kist tussen de voering naar een sleutel. Het enige wat ik op de bodem vond was een handgeschreven briefje:

Alice en Jake, niet vergeten: Het Pact zal jullie nooit verlaten.

Ik staarde ernaar. Wat wilde dat zeggen?

Alice werkte die dag over, ze moest voor de bruiloft en de huwelijksreis de losse eindjes van al haar zaken en projecten nog aan elkaar knopen. Toen ze eindelijk thuiskwam, was er intussen van alles gebeurd en dacht ik niet meer aan het cadeau van de Finnegans.

Leesfragment – ‘Het huwelijkspact’