Zin in zomerse lectuur voor bij het zwembad? Of om van te genieten tijdens je staycation? Lees dan hier alvast een fragment uit Koraalrif, het nieuwe boek van Suzanne Vermeer. Het verhaal van Roadtrip gaat verder…

1

Ik zit samen met Theo bij Stewart in zijn huurauto. We bevinden ons nog op het parkeerterrein van het restaurant waar we net uitgebreid hebben geluncht en bijgepraat nadat Theo vanochtend uit het ziekenhuis is ontslagen. Nog steeds kan ik bijna niet geloven wat er de afgelopen dagen allemaal is gebeurd. Als ik naar Theo kijk, voel ik zowel opluchting als spijt. Ik wist al dat de korte affaire die ik jaren geleden met Jim – een Amerikaanse advocaat die ik via mijn werk voor Unicef leerde kennen – heb gehad een vreselijke fout was, maar ik had nooit kunnen vermoeden wat het allemaal zou aanrichten. Theo’s woede aan het begin van onze vakantie toen ik de affaire alsnog opbiechtte, vind ik meer dan terecht. Dat hij erna verdween om Jim in een bar te ontmoeten en die nacht getuige was van een confrontatie tussen Jim en zijn schoonvader Andrew die compleet uit de hand liep en uitmondde in Jims dood, vind ik hartverscheurend. Alsof dat nog niet traumatisch genoeg was, werd Theo vervolgens een aantal dagen door Andrew vastgehouden. Zonder de opsporingsskills van privédetective Stewart McBrady had ik mijn man misschien nooit meer gezien. Die vreselijke gedachte probeer ik weer weg te duwen. We hebben allemaal een hoop te verwerken, maar gelukkig zitten wij nu hier, met elkaar. Ondertussen staat Jims weduwe Frances op de speaker. Ze heeft ons net de afscheidsbrief van Jims voormalige secretarieel medewerker en goede vriendin Lucy voorgelezen, waarin ze aan Jim uitlegt waarom zelfmoord haar enige optie was. Frances heeft die brief uit jaloezie en wantrouwen – in dit geval wél onterecht, bedenk ik beschaamd – zeven jaar lang verborgen gehouden voor Jim en nu is het te laat: Jim zal hem niet meer kunnen lezen. Eén passage uit de brief, waarin Lucy vertelt dat ze niet kan leven met het verdriet na haar abortus, heeft ons alle drie op scherp gezet.

‘Kun je me een foto van die brief appen op dit nummer?’ vraagt Stewart met zijn typische kalme stem.
‘Ja, natuurlijk, je krijgt hem direct,’ zegt Frances toe.
Al snel klinkt een pingelgeluid van een binnenkomend bericht door de auto. Stewart bekijkt de foto en laat hem ook aan mij en Theo zien. We knikken allebei instemmend, want we weten precies wat Stewart denkt.
‘Frances?’ zegt hij. ‘Er is helemaal geen abortus geweest. Lucy had een dochtertje van een jaar oud toen ze stierf, dat heeft Jim zelf gezegd. Hij heeft er zelfs voor gezorgd dat het meisje goed terechtkwam na Lucy’s dood.’
Frances slaakt een kreet. ‘Maar dat betekent dus dat…’
‘… dat die zelfmoordbrief nep is. En dat Lucy mogelijk toch is vermoord.’
‘Moord, meen je dat nou echt?’ In Frances’ stem klinkt ongeloof door.
‘Ik denk inderdaad dat we moord niet kunnen uitsluiten. Mogelijk heeft Lucy deze brief niet zelf geschreven, of in elk geval niet vrijwillig.’
‘Maar Jim heeft mij nooit iets verteld over een kind.’
‘Hij heeft het Theo die avond in het motel verteld. Wellicht had hij destijds een goede reden om Lucy en het meisje te beschermen en heeft hij er daarom nooit iets over gezegd tegen jou. We weten niet wat er precies allemaal speelde rond Lucy. Misschien zaten er mensen achter haar aan die haar en haar dochtertje kwaad wilden doen en heeft Jim daarom zijn mond gehouden, ook al pakte dat voor hemzelf slecht uit,’ suggereert Stewart.
‘Dat klinkt wel als Jim, ja. Als hij ergens voor ging, dan kende zijn toewijding geen grenzen.’ Frances’ stem klinkt nu breekbaar.
‘Hij heeft het meisje kunnen redden, maar Lucy helaas niet.’
‘Maar als Lucy vermoord is, dan moet er gerechtigheid komen. Dan moeten we erachter zien te komen wat er precies is gebeurd en wie dat op zijn geweten heeft. Jim zou niet anders willen en ik ben hem dat wel verschuldigd. Als ik die brief niet had achtergehouden, dan had Jim meteen kunnen vertellen dat de brief vals was. Dan was hij destijds nooit als verdachte beschouwd rondom haar dood. Dit is ook een manier om zijn naam eens en voor altijd te zuiveren.’
‘Ik ben het met je eens, Frances,’ zegt Stewart, ‘maar om na al die jaren bewijs voor moord te vinden is vrijwel onmogelijk.’
‘Je begrijpt dat ik niet met die brief naar de politie kan, hè?’ Frances klinkt nerveus. ‘Want dan komen ze erachter dat ik bewijs heb achtergehouden. Ik ga niet de bak in.’


Ik breek uit het niets in en zeg: ‘Frances? Paula hier. We gaan je helpen.’ Ik heb de woorden uitgesproken voordat ik ook maar een moment heb nagedacht over de impact ervan. Theo kijkt me over zijn schouder geschokt aan en Stewart werpt me een blik toe die impliceert dat hij de woorden ter plekke terug in mijn mond wil proppen. Ik glimlach op een manier die bij Theo bijna altijd helpt, maar Stewart lijkt er compleet ongevoelig voor.
‘Ik bedoel dat we, eh, moeten bespreken of we iets voor jou, Jim, Lucy en haar kindje kunnen doen,’ zeg ik in een poging om mijn belofte wat af te zwakken. ‘Ik weet op dit moment niet meteen concreet hoe, maar we kunnen het er in elk geval over hebben, toch? Onze krachten bundelen.’
‘Heel graag. Wat stellen jullie voor?’ vraagt Frances.
Theo en Stewart zwijgen als het graf. Het is duidelijk dat ze 10 een onuitgesproken bondgenootschap hebben gesloten: ik mag dit zelf oplossen.
‘Oké, wat dacht je ervan als we morgen om een uur of twaalf afspreken bij de Village Grill in Yosemite National Park? Red jij het om daarheen te komen? Eten we meteen een broodje voor de lunch.’ Ik werp een zijdelingse blik op Theo, maar vooral op Stewart. Ik ben ervan overtuigd dat ik Theo uiteindelijk wel mee zal krijgen, maar over Stewart ben ik niet zo zeker. Hij heeft zijn eigen agenda en ik heb hem de laatste dagen goed genoeg leren kennen om te weten dat hij zich niets tegen zijn zin laat opdringen. Beide heren kijken me met ondoorgrondelijke gezichten aan. Wanhopig gooi ik mijn handen in de lucht.
‘Jazeker, ik ben nu in mijn vaders huis om daar wat zaken te regelen, dus twaalf uur zou moeten lukken,’ antwoordt Frances.
Ik kijk nogmaals vragend naar Theo en Stewart. Op het moment dat ik me erbij heb neergelegd dat ik waarschijnlijk in mijn eentje naar die afspraak moet, klinkt Stewarts kalme stem.
‘Dan zien we je morgen rond het middaguur bij de Village Grill, Frances. O, en vergeet niet die brief van Lucy mee te nemen.’
‘Ik stop hem nu in mijn tas. Tot morgen.’

Het is oorverdovend stil in de auto als Frances heeft opgehangen. Ik schraap zenuwachtig mijn keel, terwijl ik nadenk over excuses voor mijn ondoordachte actie. Theo laat zich met een wanhopige zucht achterover tegen de rugleuning van zijn stoel zakken.
‘Wat haal je ons nu weer allemaal op de hals, Paula? Hebben we nog niet genoeg meegemaakt in Amerika? Ik dacht dat we op ons gemakje onze spullen gingen pakken en een terugreis naar huis zouden gaan regelen. Ik ben eerlijk gezegd wel toe aan een beetje rust.’
‘Ik weet het, je hebt helemaal gelijk, het was eruit voordat ik er erg in had. Maar ik voelde me schuldig door alles wat er is gebeurd en mijn aandeel daarin. Ik…’
Stewart draait zich om en kijkt me streng aan.
‘Dus jij gaat Frances helpen? En wie wilde je daarvoor meebrengen?’
‘Jou?’ Ik zeg het met een grappige ondertoon in mijn stem, maar ik hoop vurig dat Stewart er serieus op ingaat.
‘Ik deed het toch best goed als je assistent, de afgelopen week?’
‘Je weet inmiddels toch dat ik alleen werk en ook mijn eigen planning beheer? Ik heb je alleen op sleeptouw genomen omdat ik dacht dat het nuttig kon zijn in de zoektocht naar Theo. Omdat hij je man is, heb ik je het voordeel van de twijfel gegeven, maar dat voordeel heb je inmiddels verspeeld.’
‘Hoezo heb ik dat verspeeld? De zaak is opgelost mede dankzij mijn bijdrage en Theo zit hier ongedeerd naast me.’
‘Ongedeerd?’ reageert mijn man verbolgen.
‘Nou ja, een beetje gebutst, maar verder ongedeerd, ja.’
‘Ik kijk toch iets anders tegen je rol als assistent aan dan jij,’ antwoordt Stewart.
‘Deze zaak heeft je bijna je leven gekost omdat je eigenwijs en ongeduldig was. Ik had je nog zo gezegd om op mij te wachten voordat je op Andrews terrein ging rondsnuffelen. Dat heb je niet één maar twee keer genegeerd. Als er iets belangrijk is in mijn vak als het op samenwerking aankomt, dan is het wel blind vertrouwen. Ik moet er honderd procent op kunnen rekenen dat gemaakte afspraken heilig zijn. Dat geheimhouding niet geschonden wordt. Door jouw impulsieve handelen heb je niet alleen jezelf, maar ook andere mensen in gevaar gebracht. Het had allemaal heel anders kunnen aflopen als de politie en ik vijf minuten later waren gearriveerd. Besef je dat eigenlijk wel?’ Stewarts terechtwijzing raakt me. Ik weet dat hij gelijk heeft, maar ik vind het ook moeilijk om dat toe te geven.
‘Ze zeggen toch altijd dat je het einddoel voor ogen moet houden en niet te veel bij details moet blijven hangen? Nou, dat heb ik gedaan, en met resultaat. Als ik op jou en de politie had gewacht, dan was het in die kelder nooit zo geëscaleerd en dan had Andrew zijn bekentenis niet ter plekke gedaan. Als we jouw scenario hadden gevolgd, dan had Andrew alles ontkend en jullie weggestuurd om een huiszoekingsbevel te halen. In die tijd had hij Theo makkelijk uit die kelder kunnen halen en hem ergens anders kunnen verstoppen. Misschien wel op een plek waar we hem nooit gevonden hadden.’
Theo gooit er nog een schepje bovenop en zegt: ‘Paula, hou nou op met wrijven in een vlek. Stewart heeft een punt. Meerdere zelfs.’
‘Dank voor je support, schat.’
‘Maar serieus, hoe zie je het allemaal voor je? Ik moet het de komende tijd heel rustig aan doen en heb het advies gekregen zo snel mogelijk naar huis te vliegen, omdat ik daar het best rust kan pakken. Stewart heeft ongetwijfeld zijn agenda vol staan met andere zaken die hij heeft opgeschort om mijn dossier te kunnen behandelen. Samenvattend: wat ga je Frances morgen vertellen? Want ik vrees dat Stewart en ik niet veel hebben bij te dragen.’
‘Dat wil ik dan graag van Stewart zelf horen.’ Ik kijk Stewart uitdagend aan. ‘Want je kunt niet ontkennen dat de zaak je intrigeert, of wel?’
‘Nee.’
‘En je bent ook niet het type dat ergens aan begint en het dan niet afmaakt.’
‘Ik heb mijn zaak afgemaakt. Mijn opdracht was om Theo te vinden en te helpen met het bewijzen van zijn onschuld. En kijk, hij zit hier als een vrij man. Missie geslaagd, lijkt me zo.’
‘Maar wil je dan geen gerechtigheid voor Lucy? Ze was een kwetsbare vrouw die veel pech heeft gehad in haar leven. Jim was de enige die zich druk om haar maakte en nu hij er niet meer is… Kom op, man, het is je beroepseer toch te na om haar te laten barsten? Als ze echt vermoord is, dan verdient ze het toch dat we ons best doen om de dader achter de tralies te krijgen? En dan heb ik het nog niet eens over dat arme dochtertje van haar. Jim kan haar niet meer in de gaten houden en ervoor zorgen dat het goed komt met haar.’

Door op Stewarts emoties en trots in te spelen hoop ik dat hij overstag gaat en me zijn hulp toezegt. Als ik alleen met Frances aan de bak moet, dan heb ik er een hard hoofd in. We zijn niet bepaald beste vriendinnen na wat er in het verleden tussen mij en haar man is gebeurd. Bovendien lijkt ze geestelijk nogal labiel te zijn. Maar haar morgen vertellen dat ik wat te voorbarig ben geweest en dat ze het zelf maar moet uitzoeken, voelt ook niet oké. Door haar te helpen om Jims naam te zuiveren en uit te zoeken wat er met Lucy en haar dochter is gebeurd, kom ik zowel Frances als Jim tegemoet. Eerlijk gezegd vind ik dat ik hun dat beiden ben verschuldigd.

‘Probeer je me nou emotioneel te chanteren?’ grinnikt Stewart. ‘Daar trapt hij misschien in, maar bij mij werkt dat niet, hoor.’
‘Dit is Paula ten voeten uit,’ valt Theo hem bij, terwijl hij een lach probeert te onderdrukken. ‘Wat ze in haar kop heeft, heeft ze niet in haar kont, zeggen wij in Nederland.’
‘Haha, leuk hoor, maar ik heb nog steeds geen antwoord gekregen.’
‘Dat ga ik je nu ook nog niet geven, Paula. Ik moet er echt even over nadenken, mijn agenda checken, mijn financiën erop naslaan.’
‘Gaat het om geld?’
‘Helaas ook ja, ik ben nou eenmaal geen liefdadigheidsinstelling. Ik kan niet iedereen gratis helpen, hoe graag ik dat ook zou willen. Maar goed, laten we morgen met Frances gaan praten en dan zien waar we uitkomen. Alleen, hoe graag je het ook wilt, ik ga je nu geen beloftes doen. Je hebt tegen Frances echt een beetje voor je beurt gepraat.’

Ik zie Theo instemmend knikken, dus van hem hoef ik ook geen bijval te verwachten. Die hoopt natuurlijk dat ik eieren voor mijn geld kies en met hem mee naar huis ga. Samen aan onze relatie werken en proberen ons leven weer op de rit te krijgen. Mijn behoefte om mijn schuldgevoel in te lossen door Frances te helpen, is niet zijn strijd. Is het te veel gevraagd om meer begrip en meegaandheid van hem te verwachten? Waarschijnlijk wel. Diep vanbinnen weet ik dat mijn prioriteit nu in eerste instantie bij mijn huwelijk en mijn gezin zou moeten liggen, maar toch kan ik het verhaal van Lucy en haar kindje niet loslaten. Als er onrecht heeft plaatsgevonden, dan wil ik dat rechttrekken en niet alleen om een stukje van mijn eigen karma weg te poetsen. Het is mijn werk om op te komen voor kinderrechten. Ik onderschrijf de missie van mijn werkgever Unicef met hart en ziel: kinderen in nood helpen en hun toekomst veiligstellen. Daarom moet ik weten of het goed gaat met Lucy’s dochtertje. Nu ze Jim niet meer heeft om naar haar om te kijken, zou ze weleens tussen wal en schip kunnen vallen en als er ook maar iets is wat ik kan doen om dat te voorkomen, dan doe ik dat. Met of zonder hulp van Theo en Stewart.

2

Stewart zit al aan een tafeltje met een grote cola voor zijn neus als Theo en ik bij hem aanschuiven. Niet lang daarna komt Frances ook aanlopen. Ze ziet er slecht uit. De wallen onder haar ogen zijn blauw en haar oogleden zijn rood en gezwollen. Haar zwarte haren hangen slap en onverzorgd langs haar bleke gezicht en er zitten zoveel kreukels in haar kleren dat het lijkt alsof ze erin geslapen heeft. Bij elke stap die ze zet bungelt haar handtas voor haar benen. Ze loopt een beetje ineengedoken, alsof ze probeert zichzelf onzichtbaar te maken. Ik kan niet anders dan diep medelijden met haar voelen. Ze is haar man en haar vader, die behoorlijk wat jaren zal vastzitten, in één klap kwijtgeraakt en moet het nu in haar eentje zien te rooien. Dat moet in haar geval, met haar wankele psychische gezondheid, bijna een onmogelijke opgave zijn. Vlak voor ze naar binnen komt kijkt ze om. Een blonde labrador komt aanrennen en voegt zich bij haar. Hij duwt zijn natte neus even tegen haar hand en ze geeft hem een aai over zijn kop. Ik sta op en loop haar en de hond tegemoet. We staan een beetje onwennig tegenover elkaar. Moeten we elkaar een hand geven, een knuffel? De hond steekt zijn kop tussen ons in en doorbreekt de ongemakkelijke situatie.

‘Meet Danny,’ zegt Frances, terwijl ze de hond glimlachend achter zijn oren krabbelt.
‘Hi, Danny,’ begroet ik de viervoeter, terwijl er een steek van heimwee naar onze hond Barney door me heen gaat.
‘Ik zou niet weten wat ik zonder hem zou moeten. Hij is mijn enige vriend op dit moment.’
Dat kan ik me helemaal voorstellen.
‘We zitten daar achterin.’ Ik wijs naar het tafeltje waar Stewart en Theo op ons zitten te wachten. Frances knikt en loopt achter me aan. De mannen schudden haar allebei de hand, en Theo vraagt wat ze wil drinken en gaat het halen bij de bar. Frances ritst haar tas open en haalt er een envelop uit, die ze Stewart toesteekt.


‘De afscheidsbrief van Lucy.’
Stewart bergt hem meteen goed op in de aktetas die tegen zijn stoelpoot staat. Als Theo weer terug is, overhandigt hij Frances haar drankje. Ze neemt gretig een paar slokken voordat ze begint te praten.
‘Ik ben nog steeds totaal in shock door je opmerking dat Lucy’s dood mogelijk geen zelfmoord was.’
Ze kijkt Stewart aan en gaat dan verder. ‘Maar hoe vaker ik die brief lees en hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik vrees dat je weleens gelijk zou kunnen hebben. Jim heeft ook nooit geloofd dat ze zelfmoord heeft gepleegd en hij kende haar het best. Ik wil uitzoeken hoe het zit, voor Jim, maar jullie zullen begrijpen dat ik niet naar de politie kan gaan met die brief. Ten eerste weet ik niet wie ik bij de politie kan vertrouwen. Ze hebben Jim destijds tijdens het onderzoek niet al te netjes behandeld en het gros van de agenten van toen zit nog in dat korps, weet ik via mijn vader. Ik wil niet dat ze weer in zijn leven gaan duiken en een hoop onzin verzinnen die hem schaadt.’
‘En ten tweede?’ vraagt Stewart.
‘Als ik met die brief naar de politie ga, dan moet ik vertellen dat ik hem al die jaren heb achtergehouden en ik ben bang voor de consequenties. Als Lucy echt vermoord is, dan heb ik met het verbergen van die brief het onderzoek belemmerd. Noem me laf dat ik wegloop voor de gevolgen, maar ik heb al zoveel aan mijn hoofd.’


Terwijl ze dat zegt, kijkt Danny haar met zijn hangende ogen aan en legt zijn kop op haar schoot. Het heeft meteen een kalmerend effect op Frances en ze legt haar hand liefkozend op zijn goudblonde vacht.
‘Maar wat wil je dan met die brief als de politie hem niet mag bekijken?’ vraagt Stewart. ‘Je hebt hem wel aan mij gegeven.’
‘Ik zal er geen doekjes om winden: ik wil dat je die brief als uitgangspunt gebruikt voor een onderzoek. Ik wil je inhuren om uit te zoeken wat er precies met Lucy en haar dochtertje is gebeurd. Er is altijd een zweem om Jim heen blijven hangen nadat hij als verdachte is opgepakt voor haar dood. Dat de zaak uiteindelijk werd afgedaan als zelfmoord heeft daar niets aan veranderd. Dat is mede mijn schuld, omdat ik die brief heb achtergehouden voor hem. Hij had me direct kunnen vertellen dat Lucy geen abortus heeft gehad en dat die brief verdacht was. Als we daar toen mee naar de politie waren gegaan, dan was het allemaal heel anders gelopen. Ik voel me ontzettend schuldig en het vreet me vanbinnen op dat ik Jim de waarheid niet meer kan vertellen. Het enige wat ik voor hem kan doen, is zijn reputatie volledig zuiveren, want één ding weet ik zeker: Jim is niet de moordenaar van Lucy.’
‘Dus je wilt me officieel inhuren?’
‘Ja. Ik heb niet de illusie dat je me gratis zult helpen.’
‘Ik ben niet goedkoop…’
‘Dat maakt me niet uit. Mijn vader betaalt en die heeft geld zat. Hij is mij en Jim wel wat verschuldigd, dacht ik zo.’
‘Oké, en wanneer wil je dat ik begin, mocht ik de opdracht aannemen?’
‘Gisteren.’
‘Oké, helder. Ik laat je morgen weten of ik het doe. Ik moet even wat dingen voor mezelf op een rijtje zetten en kijken of ik mijn afspraken voor de komende weken kan verplaatsen. Het is niet bepaald zo dat ik om werk verlegen zit. Mocht het mij niet lukken, dan kan ik mijn collega Robbie Mitchell van harte aanbevelen.’
Frances schudt haar hoofd. ‘Ik wil dat jij het doet. Jij hebt je al in de zaak verdiept en ik vertrouw je. Want jij zult die brief nooit zonder mijn medeweten en toestemming aan de politie geven, toch?’
‘Als je me vertrouwt, dan weet je daar zelf het antwoord op.’ Stewart geeft Frances een knipoog en er verschijnen blosjes op haar bleke wangen.
‘Touché. En dan jullie.’ Ze richt zich tot mij en Theo. ‘Je zei gisteren dat jullie me wilden helpen, Paula. Wat had je precies in gedachten?’
‘Nou, “jullie” wordt sowieso “je”, want Theo moet het voorlopig rustig aan doen om te herstellen van zijn verwondingen. Hij vliegt morgen in principe terug naar Nederland. Ik daarentegen zou kunnen blijven om Stewart te ondersteunen met zijn onderzoek. Bovendien kan ik de connecties en ingangen die ik heb via mijn werk voor Unicef gebruiken om Lucy’s dochtertje op te sporen.’
‘Dat is wel het minste wat je zou kunnen doen, ja,’ zegt Frances. Ineens is er weer die vijandige ondertoon.
‘Ik weet dat ik nooit helemaal goed kan maken wat ik gedaan heb, Frances, en dat spijt me oprecht. Er is de afgelopen jaren geen dag voorbijgegaan waarop ik niet gebukt ging onder schuldgevoel. Als ik de tijd kon terugdraaien en alles ongedaan kon maken, dan deed ik dat. Maar het enige wat ik kan doen, is proberen om samen met Stewart Jims naam te zuiveren. Als Stewart daar tenminste mee akkoord gaat. En Theo, want hij zou het liefst hebben dat ik morgen met hem terug naar huis vlieg.’

Theo schraapt zijn keel.
‘Dat zou ik inderdaad het prettigst vinden, maar ik vind mijn wensen op dit moment ondergeschikt aan een poging om Jims naam te zuiveren. Ik zal niet ontkennen dat er in het verleden echt wel momenten zijn geweest dat ik hem doodwenste, maar ik heb nooit gewild dat het echt zou gebeuren. Ik vind het afschuwelijk hoe het allemaal gegaan is en dat ik daar ook nog eens getuige van ben geweest. Ik vind net als Paula dat de waarheid rond Lucy’s mysterieuze dood boven tafel moet komen. Dat zou recht moeten doen aan Jim én Lucy, en aan dat kleine meisje dat zonder haar moeder verder moet. Het zou heel egoïstisch zijn als ik Paula zou verbieden daar een bijdrage aan te leveren.’

De tranen springen in mijn ogen als ik Theo hoor praten. Zijn woorden bewijzen maar weer eens wat een fantastische man hij is. Ik had geen idee wat hij vandaag tegen Frances zou gaan zeggen. Hij wilde het niet met me delen voordat we vertrokken naar het grillrestaurant. Van deze uitkomst had ik alleen kunnen dromen. Weten dat Theo achter me staat, geeft me hoop voor de toekomst. Onze toekomst. Maar voordat ik me daarmee bezig kan houden, moet ik eerst de toekomst van Lucy’s dochtertje veiligstellen. Jim kennende heeft hij de zaken voor haar vast goed geregeld, maar ik moet het zeker weten. We weten niet welke tegenkrachten een rol spelen in dit verhaal. Als Lucy echt vermoord is, dan is de grote vraag waarom en door wie. En zit die persoon ook achter haar kind aan? Ik kijk Stewart aan. ‘Wat denk je ervan, partner?’
Ook Theo en Frances hebben hun blik op hem gericht.
‘Ik heb toch gezegd dat ik morgen… Ach, what the heck. Laten we de zaak dan ook maar afmaken, Paula. Ik kan niet tegen losse eindjes.’
Ik kan Stewart wel zoenen, maar ik houd me in. In plaats daarvan zoen ik Theo en fluister een dankjewel in zijn oor.

Stewart staat op. ‘Blijven jullie gerust zitten, maar ik moet er nu als de sodemieter vandoor om een aantal dingen te regelen. Ik kom je morgen ophalen, Paula. Het lijkt me het beste als we met jou mee naar Los Angeles vliegen, Frances, om Jims administratie en andere papieren door te nemen. Hopelijk vinden we daar voldoende aanwijzingen in om verder te zoeken.’
‘Prima. Ik regel de vluchten wel en laat jullie weten hoe laat we op de luchthaven moeten zijn,’ zegt Frances opgelucht.

Verder lezen? 

Koraalrif

Paula Visser wordt door de weduwe van haar kennis Jim om hulp gevraagd. Zeven jaar geleden werd Jim in verband gebracht met de verdachte dood van zijn assistent Lucy. Om Jims naam te zuiveren moet Paula er tijdens haar reis door Amerika samen met privédetective Stewart achter komen wat er met Lucy is gebeurd.
Terwijl Paula en Stewart het leven van een vrouw die zo onzichtbaar mogelijk door het leven ging proberen te ontrafelen, worden zij met harde hand tegengewerkt. Wanneer hun zoektocht hen van L.A. naar Mexico leidt, komt een noodlottige confrontatie steeds dichterbij…

€ 12,99

Lees ook

Roadtrip

Paula Visser is met haar man Theo op rondreis langs de Amerikaanse westkust. Met een camper leggen ze de route af waar ze al jaren van dromen en eindelijk hebben ze de qualitytime waar ze zo aan toe zijn. Maar wanneer Paula in Las Vegas iemand uit haar verleden tegenkomt, slaat de vakantiestemming om. Als enkele dagen later Theo spoorloos verdwijnt, is ze volledig in paniek. Wat volgt is een nachtmerrie die alleen maar groter wordt wanneer het lichaam van een vermoorde man wordt gevonden…

€ 17,50