Een roman over buiken, baby’s en ander ongemak:  Moedermaffia van Anita Terpstra.

Merel is zwanger, en één ding weet ze zeker: ze zal nooit zo worden als haar zus, die alleen nog maar oog heeft voor haar zoontje. Met gezonde tegenzin waagt ze zich aan een zwangerschapscursus, waar buiken in alle maten op haar wachten. 
Nog voordat Merel ‘baby’ kan zeggen, wordt ze meegezogen in het verbale geweld van de moedermaffia. Ongewild wordt ze geconfronteerd met zenmoeders, overbezorgde moeders, duurzame moeders, chaotische moeders, werkverslaafde moeders, helikoptermoeders en thuisblijfmoeders. Naarmate haar zwangerschap vordert, ontstaan er onverwachte vriendschappen en ontdekt ze de belangrijkste les van de moedermaffia: iedere moeder doet het op haar eigen manier.

Lees hier alvast het eerste hoofdstuk van Moedermaffia.

1

Merel fietste als een bezetene, voor zover dat ging met haar twintigwekenbuik, naar het gebouw waar de pufles werd gegeven. Niet pufles, corrigeerde ze zichzelf meteen, zwángerschapscursus. Ze had helemaal geen zin. Ze had een pittige werkdag achter de rug. Liever zat ze met een kop thee, een groot stuk chocolade en een dekentje op de bank.

Ze overwoog om te keren en naar huis te gaan, maar het beeld van de afkeuring op het gezicht van de verloskundige als ze volgende week weer op controle moest, was genoeg om dat niet te doen. Dat Merel twijfelde aan het nut van zo’n cursus had haar tijdens de vorige controle dat gezicht opgeleverd. En dat vertrok nog erger toen Merel vertelde dat ze geen gebruik wenste te maken van kraamhulp.

‘Vanwege het geld?’ had de verloskundige gevraagd.

Hoe wisten ze überhaupt dat ze zwanger was?
Dat was helemaal niet de reden. Waar bemoeide dat mens zich mee? Oké, met alles, had Merel inmiddels ontdekt. Alsof ze, omdat ze zwanger was, ineens was veranderd in iemand die niet meer zelf kon nadenken en alles voorgekauwd moest worden. Ze had folders gekregen met wat ze wel en niet mocht eten, wat ze wel en niet mocht doen, wat ze in huis moest halen voor de baby en wat ze moest kopen als ze thuis wilde bevallen. En dan was er nog al die rotzooi die ze kreeg van Prénatal en talloze andere winkels en bedrijven. Hoe kwamen ze in godsnaam aan haar gegevens? Hoe wisten ze überhaupt dat ze zwanger was? De verloskundigenpraktijk ontkende dat ze haar gegevens hadden doorgegeven.

Het gebouw, dat aan de rand van de stad lag, bleek een fantasieloze blokkendoos te zijn met daarin onder andere een huisartsenpraktijk, apotheek en fysiotherapeut. Snel zette ze haar fiets op slot, die een schril contrast vormde met de grote, dure auto’s die op de parkeerplaats stonden. De schuifdeuren openden zich en eenmaal binnen knipperde Merel tegen het felle tl-licht. Een bord gaf aan dat ze naar de derde etage moest. De klok aan de muur vertelde haar dat ze al meer dan vijf minuten te laat was.

De deur was natuurlijk dicht. Zachtjes klopte ze aan. Ze hoorde niks. Wat moest ze nu doen? Blijven wachten of naar binnen gaan? Voorzichtig drukte ze de deurkruk naar beneden en keek om het hoekje. Een tiental zwangeren keek haar nieuwsgierig aan. Ze zaten op matjes in een halve kring om een vrouw heen, die met haar rug naar de deur zat. De vrouw draaide zich om.

‘Merel?’ zei ze.

Merel knikte.

‘Welkom. Er ligt al een matje voor je klaar. We beginnen trouwens om acht uur.’

Merel mompelde een verontschuldiging en liep naar haar matje. Wat moest ze doen? De vrouw en de rest een hand geven of niet? Ze besloot tot het eerste.

‘Karin,’ zei de vrouw. Ze was een jaar of vijftig, dacht Merel. Mager, diepe groeven in haar gezicht. Grijze uitgroei in haar korte haar waar ze net voor de les een kam doorheen had gehaald, schatte Merel in. Geen make-up.

De rest van de namen vergat ze net zo snel als ze werden opgenoemd. Een van de vrouwen wreef in haar handen nadat ze Merel de hand had geschud.

‘O, koud,’ zei ze.

Merel wilde zich net laten zakken, toen Karin zei: ‘Je mag je schoenen uitdoen. En je jas.’ Ze wees naar een hoek van de ruimte, waar jassen aan een kapstok hingen en schoenen omheen stonden.

Trut, dacht Merel
Trut, dacht Merel, terwijl ze naar de kapstok liep, dat had je ook wat eerder kunnen zeggen. Ze schopte haar schoenen uit. Er werd niet gesproken en Merel voelde de blikken van de anderen in haar rug prikken. Ze had de eerste twee lessen al gemist – dat was geen probleem volgens de verloskundige en de organisatie die de cursus gaf – en had geen idee wie deze vrouwen waren of wat ze voor de kost deden. Snel liep ze naar haar matje en ging zitten.

‘Goed, nu we er allemaal zijn, kunnen we beginnen. We hebben onze kostbare tijd wel nodig. We hebben maar tien lessen en de een is al wat verder gevorderd in haar zwangerschap dan de ander. Goed, Merel, misschien wil jij jezelf nog even kort voorstellen?’

‘Eh, ja, dat is goed. Ik ben dus Merel. Ik ben net dertig geworden en dit wordt mijn eerste baby. Ook die van mijn vriend trouwens, Jeroen. Het was een soort van ongelukje.’ Shit, ze had nog even naar de wc moeten gaan. Ze moest ongelofelijk nodig.

‘En hoe ver ben je?’ vroeg Karin.

‘Twintig weken.’

‘O, goh, wat een schattig klein buikje,’ zei Karin glimlachend.

In een reflex beantwoordde Merel haar glimlach en bedacht zich toen pas dat ze Karin het liefst op haar gezicht wilde rammen. Wat bedoelde ze daarmee? Schattig klein buikje? Dat er iets niet goed was met haar baby?

‘Ik ben ook twintig weken zwanger,’ zei de vrouw naast haar. Die had een énorme, uitpuilende buik en zag eruit alsof ze ieder moment kon bevallen. Door de stof van haar trui kon je haar navel zien die als een soort topje van een citroen uitstak.

‘Meen je niet!’ flapte Merel eruit.

‘Jawel, maar dit is dan ook mijn tweede, hoor. Bij een tweede zie je het sneller, omdat dat extra vel er nog zit.’

‘Wat doe je dan hier?’ zei Merel.

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou ja, je weet dan toch al wel hoe je moet puffen en zo?’
‘Nou ja, je weet dan toch al wel hoe je moet puffen en zo?’ Waarom zou je je nog een keer aan deze marteling onderwerpen?

‘Ik heb bij de eerste geen cursus gevolgd en had een spoedkeizersnede,’ zei de vrouw. ‘Er ging van alles mis en…’

‘Laten we het even centraal houden,’ onderbrak Karin hen, die nog net niet als een schooljuf in haar handen klapte. ‘Bij dertig wordt het ook wel eens tijd om aan kinderen te beginnen, toch?’ zei ze tegen Merel. Voordat Merel kon antwoorden, ging ze verder: ‘Dit is onze derde les. Je hebt veel gemist. Misschien kunnen de anderen je na de les vertellen welke onderwerpen we allemaal al hebben behandeld, ik kan er niet aan beginnen om dat nu te gaan herhalen.’

Alsof ik dat heb gevraagd, dacht Merel.

‘Mag ik vragen waarom je nu pas komt?’

Merel kon zo snel geen smoes bedenken en besloot eerlijk te zijn. ‘Nou ja, ik wist niet zeker of ik een cursus wilde volgen.’

‘O? Omdat?’

Alle ogen waren nu op Merel gericht. Shit. Doorzetten dan maar, ze kon nu niet meer terugkrabbelen. ‘Ik heb mijn twijfels over het effect van zo’n cursus. Gewoon puffen, toch?’ Ze keek om zich heen voor bijval, maar ze keken haar allemaal bloedserieus aan. Ze schraapte haar keel. ‘Bovendien las ik dat puffen er niet voor zorgt dat er minder complicaties zijn tijdens de bevalling.’ Haar oksels prikten. ‘Ik bedoel, vrouwen in Afrika bevallen ook gewoon zonder al die cursussen,’ voegde ze eraan toe.

‘Ja, maar daar sterven veel meer vrouwen tijdens de geboorte,’ zei Karin.

‘Omdat ze vaak ver van een ziekenhuis of dokter wonen,’ zei Merel. ‘Niet omdat…’

Karin stak haar hand op om haar te onderbreken. ‘Waarom ben je hier dan?’

Goeie vraag. Omdat ze een slapjanus was. Als het misging bij de bevalling was het haar eigen schuld omdat ze geen pufcursus had gevolgd, dat idee. Met zoveel woorden had de verloskundige dat niet gezegd, maar daar kwam het wel op neer. ‘Baat het niet, dan schaadt het ook niet,’ zei Merel schouderophalend. ‘Ik zie nogal op tegen de bevalling, tegen de pijn, en de verloskundige adviseerde me om een cursus te volgen.’

‘Verstandige vrouw,’ zei Karin. ‘Met “puffen” zoals jij het zo mooi noemt, kun je heel veel pijn wegnemen. Het gaat erom dat je met je ademhaling de controle blijft houden over je lichaam.’

Merel vond het maar onzin.
De rest knikte. Merel vond het maar onzin. Waarom mocht je dan wel een verdoving bij de tandarts? Kon je de pijn daar niet weg ademen dan?

‘Een geboorte is een heel natuurlijk iets,’ ging Karin verder, alsof ze Merels gedachten kon lezen. ‘Tijdens de bevalling komen stoffen vrij die maken dat de uitdrijving minder pijn doet.’

Merel onderdrukte een huivering. Uitdrijving. Wat een afschuwelijk woord. Alsof ze een duivel ging baren. ‘Mijn zus is een jaar geleden bevallen en ik was erbij. Het was de hél,’ zei Merel. Alles wat er mis kon gaan, was ook misgegaan. ‘Ze lag te brullen van de pijn.’ Geen ademhaling die daar iets aan kon veranderen.

‘Schreeuwen leidt de aandacht af. Die kracht kun je beter bewaren voor de uitdrijving,’ zei Karin. ‘Hoeveel kinderen heb jij?’ wilde Merel weten.

‘Geen.’

‘O.’

‘Ik heb bij veel bevallingen geassisteerd. Als doula.’

Merel kon er niets aan doen dat haar wenkbrauwen omhoogschoten. Karin keek haar aan alsof ze haar wilde uitdagen er iets van te zeggen. Merel schraapte haar keel. ‘In ieder geval… volgens de vrouw met wie ik belde, kon ik nog prima aanhaken.’

Karin vertrok haar mond. ‘Juist. Ja. Natuurlijk zei ze dat. Ik zal het met haar opnemen. Goed, vanavond wil ik het over de kringspier hebben. Wil jij beginnen, Merel?’

‘Pardon?’

‘Hoe gaat het met jouw kringspier?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Heb je last van urineverlies? Laat je veel windjes, komt er af en toe ontlasting mee?’

‘Nou, eh, ik… ik heb niet zo’n behoefte om dat hier met iedereen te delen.’ Met vreemden.

‘Het is hier een veilige omgeving.‘
‘Het is hier een veilige omgeving. Wat we ook bespreken, het blijft hier, tussen deze muren.’

Yeah right, alsof ze niet aan hun partners vertelden wat hier werd besproken. Moeder. Vriendinnen. Collega’s. Hoe kwam ze hier onderuit? Waarom schoot niemand haar te hulp?

‘Privacy,’ mompelde ze.

Karin lachte minzaam. ‘Dat kun je wel vergeten als je moet bevallen, je meest intieme delen worden bekeken en bevoeld. Gehecht soms.’

‘Ja, zowat het hele ziekenhuis heeft mijn onderkantje gezien,’ zei de vrouw naast haar.

Vertel jij dan lekker over je kringspier, dacht Merel. En trouwens, onderkantje?

Karin keek op haar horloge. ‘Laten we eerst maar even pauzeren. Er zijn vast dames die nodig moeten plassen.’

‘Dan ga ik even roken,’ zei Merel.

Verschrikte gezichten keken haar aan.

‘Grapje,’ liet ze erop volgen.

De moedermaffia

Over buiken, baby's en ander ongemak

Merel is zwanger, en één ding weet ze zeker: ze zal nooit zo worden als haar zus, die alleen nog maar oog heeft voor haar zoontje. Met gezonde tegenzin waagt ze zich aan een cursus zwangerschapsyoga, waar buiken in alle maten op haar wachten. Ze ontmoet Lies, Wendy, Marjet en Ilona, geen van allen het type vrouw waar ze vriendschap mee zou willen sluiten.
Nog voordat Merel ‘baby’ kan zeggen, wordt ze meegezogen in het verbale geweld van de moedermaffia. Ongewild wordt ze geconfronteerd met zenmoeders, overbezorgde moeders, duurzame moeders, chaotische moeders, werkverslaafde ... lees meer moeders, helikoptermoeders en thuisblijfmoeders. Naarmate haar zwangerschap vordert, ontstaan er onverwachte vriendschappen en ontdekt ze de belangrijkste les van de moedermaffia: iedere moeder doet het op haar eigen manier.

€ 17,50

Anita Terpstra

Anita Terpstra (1974) studeerde journalistiek en kunstgeschiedenis. Ze schreef meerdere veelgeprezen thrillers, waaronder het voor de Gouden Strop genomineerde Samen. Daarnaast schreef ze de roman De moedermaffia (2020) en de nonfictiebestsellers Het huis vol (2018) en Al mijn moeders (2022). In maart 2024 verscheen Hiltje. foto (c) Harry Cock