In Jagen, verzamelen, opvoeden deelt Michaeleen Doucleff wat we van oude culturen kunnen leren als het gaat om de opvoeding van blije en behulpzame kinderen. Zo behandelt ze ook de emotionele intelligentie van de Inuit: de beste manier om driftbuien te voorkomen, boosheid te beheersen en je kinderen weer te laten luisteren. En die manier is totaal iets anders dan wat de meeste mensen denken.

Dingen om te onthouden

Woede

• – Boos worden op je kind is niet productief. Het zorgt voor ruzie, bouwt spanning op en blokkeert communicatie.
• – Als je regelmatig schreeuwt en gilt tegen je kind, houdt hij of zij uiteindelijk op met luisteren naar jou.
• – Ouders en kinderen kunnen gemakkelijk in een cyclus van woede terechtkomen, waarbij de woede van de ouder woede opwekt bij het kind, wat vervolgens weer meer woede oplevert bij de ouder.
• – Je kunt deze cyclus doorbreken door vriendelijk en beheerst te reageren op je kind.

Woedebeheersing

• – We overschatten vaak de emotionele intelligentie van kinderen.
• – Woedebeheersing is een vaardigheid die kinderen in de loop van de tijd met oefening en sturing kunnen leren.
• – Om je kind te helpen zijn of haar woede te beheersen, is het beste wat je kunt doen je eigen woede leren beheersen waar je kind bij is.
• – Elke keer als je schreeuwt tegen je kind, leer je hem of haar te schreeuwen als hij of zij zelf kwaad is of een probleem heeft. Je kind oefent in boos zijn en schreeuwen.
• – Elke keer als je rustig en kalm reageert op je kind als hij of zij kwaad is, geef je hem of haar de gelegenheid om te oefenen met zichzelf kalmeren.
• – In de loop van de tijd leert je kind door dit te oefenen om zijn of haar emoties in de hand te houden en op een kalme, productieve manier te reageren op problemen.

6 tips en hulpmiddelen

1. Als je voelt dat je boos wordt op je kind, beheers je dan en wacht tot de woede wegebt
   Zodra je je mond opendoet, kan je kind je woede voelen. Het is dus beter om niets te zeggen.
2. Als je je woede niet kunt beheersen, loop dan weg of neem afstand van je kind
   Kom pas terug als je gekalmeerd bent.
3. Leer jezelf om minder (of helemaal niet meer) boos te zijn op je kinderen
   Verwacht dat jonge kinderen zich misdragen en problemen veroorzaken.
4. Verander hoe je het gedrag van je kinderen ziet
   Ze proberen je niet te jennen of te manipuleren. Het zijn gewoon irrationele wezens die nog geen goed gedrag hebben geleerd. Jij moet het hun leren. (Hun wangedrag betekent niet dat je een slechte ouder bent.)
5. Ga niet in discussie met je kind (en onderhandel niet met hem of haar)
   Discussiëren leidt ertoe dat je kind oefent in ruziemaken terwijl jij zijn of haar gedrag vormt. Als je merkt dat je ruzie begint te maken met je kind, hou dan op met praten en loop weg.
6. Hou op met kinderen dwingen om iets te doen
   Dwang kan ruzie veroorzaken, het tast de communicatie aan en zorgt ervoor dat de woede toeneemt (van beide kanten). Gebruik de hulpmiddelen in het volgende hoofdstuk om goed gedrag aan te moedigen in plaats van het af te dwingen.