Linda Dielemans schreef de meeslepende historische jeugdroman Koningsspel. Een spannend, middeleeuws avontuur, voor kinderen vanaf 10 jaar, over de beroemde Lewis-schaakstukken, die in 1831 werden gevonden op het Schotse eiland Lewis. Het boek werd geïllustreerd door Sanne te Loo, die het verhaal voorzag van prachtige full-colour illustraties. Wij vroegen hen alles over hun inspiratie voor dit boek, hun research en of ze zelf eigenlijk goed kunnen schaken. 

Hieronder vind je het interview met Linda Dielemans en Sanne te Loo, lesmateriaal over Koningsspel én de trailer van het boek!

 

Koningsspel gaat over de schaakstukken van Lewis. Kunnen jullie allereerst iets meer over de schaakstukken vertellen? (Waar zijn ze gevonden, waarom zijn ze zo beroemd?)

Linda: De schaakstukken werden in de negentiende eeuw gevonden in de duinen rond de baai van Uig, op het Schotse eiland Lewis. Ze komen uit de twaalfde eeuw en zijn gemaakt van walrusivoor (de slagtanden van een walrus dus). In de twaalfde eeuw kwam het meeste walrusivoor uit Groenland, waar in die tijd mensen woonden die afstamden van de Vikingen. Vanuit Groenland ging het ivoor per schip naar Noorwegen, waar het verder werd verhandeld of bewerkt. De schaakstukken komen daar waarschijnlijk vandaan. Maar voor wie zijn ze gemaakt, hoe kwamen ze in Schotland terecht, en waarom werden ze begraven? Dat weet nog steeds niemand. Verder zijn ze heel erg mooi gemaakt, en zijn hun gezichtjes heel sprekend. Zodra je ze ziet, weet je dat ze een verhaal te vertellen hebben. Waarschijnlijk zijn ze daarom zo beroemd. In het British Museum in Londen, waar de meeste nu te zien zijn, horen replica’s van de schaakstukken bij de best verkochte souvenirs. Schaken is natuurlijk ook een heel populair spel!

Hoe kwamen jullie op het idee om hier samen een boek over te maken?

Linda: Het is een idee van Sanne! Ik had al met Sanne samengewerkt voor het boek Brons, en de conservator Prehistorie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden wilde het origineel van een van de illustraties uit dat boek kopen. Sanne was toen bezig met het boek Er ligt een trommeltje in het gras van Edward van de Vendel. Als illustrator moest zij verzinnen wat er in dat trommeltje zat. Ze vroeg of de conservator misschien een goed idee had, en die stelde de schaakstukken van Lewis voor. Sanne ging ze opzoeken en werd meteen verliefd! De schaakstukken kwamen niet in het trommeltje, maar ze vroeg wel aan mij of we er niet samen iets mee konden doen. Ik vond ze ook interessant, dus dat was het begin van Koningsspel!

Sanne: Toen ik de schaakstukken van Lewis opzocht, vond ik het onbegrijpelijk dat ik ze niet eerder had gezien en ik wilde er graag meer van weten. Mijn fantasie werd meteen geprikkeld en ik was blij dat Linda dat ook had.

Uit het hele boek, in tekst en beeld, blijkt jullie passie en fascinatie voor de schaakstukken van Lewis. Wat spreekt jullie zo aan in de schaakstukken, wat heeft jullie zo betoverd? Wat maakt de schaakstukken zo bijzonder?

Linda: Voor mij allereerst het mysterie. Je vindt niet elke dag meer dan honderd schaakstukken bij elkaar ergens op een verlaten strand! En dan ook nog honderden jaren nadat ze zijn gemaakt, én op een heel andere plek dan waar ze vandaan komen. Sowieso zijn middeleeuwse schaakstukken zeldzaam in Europa, zelfs als je er maar ééntje vindt. Maar ook de gezichtsuitdrukking van al die koningen, koninginnen en krijgers vind ik bijzonder. Je vraagt je stiekem toch af wat er in die koppies omgaat, ook al weet je heus wel dat het voorwerpen zijn en geen kleine mensjes. En dan denk ik meteen ook weer aan degenen die ze gemaakt hebben. Wat wilden ze met deze schaakstukken zeggen? Wat was hun boodschap? Er zitten dus heel veel kanten aan, en dat vind ik echt fascinerend.

Sanne: De schaakstukken hebben echt allemaal een eigen karakter en ze kijken je zo doordringend aan, alsof ze ineens kunnen gaan spreken. Ook de versieringen van de verschillende tronen zijn prachtig gemaakt, die heb ik gebruikt voor de illustratie aan het begin van elk hoofdstuk.

Hoe hebben jullie research gedaan naar de schaakstukken?

Linda: Voor dit boek las ik meer dan tweehonderd wetenschappelijke artikelen (en nog een paar boeken). Want het lijkt misschien makkelijk en overzichtelijk, één zo’n vondst, maar daarmee ben je er nog niet. Zeker als je in je verhaal de hele reis van de schaakstukken wilt laten zien! Ik moest dus alles weten over twaalfde-eeuws Groenland, Noorwegen en Lewis, maar ik zocht ook naar echte historische personen en gebeurtenissen om in het verhaal te verweven en het logisch te maken dat de schaakstukken op Lewis terechtkwamen! De artikelen gingen dus niet alleen over de schaakstukken, maar ook over de jacht, over huizen, over de stad Trondheim, kathedralen, de kerk, het landschap, geld, eten en drinken, de handel, de schepen, hoe je daarmee moet varen, en natuurlijk de mensen uit die tijd. Pas toen ik daar meer van wist, begon het verhaal te ontstaan. Verder ben ik op vakantie naar Schotland geweest om een deel van de stukken in Edinburgh te zien en op het strand van de Baai van Uig te lopen (en hopelijk een verloren stuk te vinden, maar helaas!). En samen met Sanne ben ik naar Londen geweest om de stukken in het British Museum op te zoeken. Het is dus behoorlijk wat werk, zo’n historische roman! Maar het is het wel waard. Want ik weet zeker: hoe meer zaken in een verhaal historisch kloppen, hoe echter het voelt, en hoe meer je erin wordt meegezogen. In het hoofdstuk Wat is waar? kun je een groot deel van wat ik over de wereld van Auga en Malcolm heb uitgezocht nalezen!

Sanne: Omdat het idee voor dit boek er al even was, heb ik lang kunnen nadenken over de vorm en de sfeer van de tekeningen en specifiek beeldmateriaal kunnen verzamelen. Maar Linda was mijn grootste bron, haar kon ik alles vragen, tot aan de kleur van de laarzen van Óláf, want zelfs die moesten kloppen met de kleding van toen.

Hoe lang hebben jullie aan het boek gewerkt en hoe zag jullie samenwerking eruit?

Linda: Ik zag op mijn Instagram feed dat ik voor het eerst iets over de schaakstukken postte in februari 2020. Natuurlijk heb ik sindsdien niet alleen maar aan Koningsspel gewerkt, maar in totaal zit er toch wel zeker een jaar of twee werk in. Voordat Sanne kon beginnen met illustreren moest er eerst een verhaal zijn, dus het eerste deel heb ik vooral in mijn eentje gedaan. We hadden wel regelmatig contact om te laten weten hoe het ging, en Sanne ging ook alvast haar eigen onderzoek doen naar de tijd waarin het boek zich afspeelt. Toen het verhaal er eenmaal was, ging Sanne lezen en nadenken over de mooiste scènes, de versieringen en het omslag. Daar hebben we natuurlijk ook veel over gebrainstormd samen!

Sanne: De eerste tekening die ik maakte was in januari van dit jaar, daarna ben ik heel intensief met dit boek aan de slag gegaan, om zo veel mogelijk illustraties te kunnen maken in de tijd die ik had. Elke schets heb ik met Linda besproken, wij hebben elkaar bijna dagelijks beelden gestuurd.

Het verhaal wordt verteld vanuit drie perspectieven: de jongen die de schaakstukken vindt, het meisje dat de schaakstukken maakt en de schaakstukken zelf. Hoe kwamen jullie op het idee om vanuit deze drie verschillende perspectieven te vertellen?

Linda: Met die perspectieven wilde ik aangeven dat er aan een archeologische vondst altijd veel meer verhalen zitten dan je op het eerste gezicht zou denken. Allereerst is er altijd het verhaal over het voorwerp. Wanneer is het gemaakt, door wie, waarom, waar diende het voor, en waarom lag het waar het lag? Maar bij een vondst hoort natuurlijk ook een vinder, voor wie zo’n voorwerp iets betekent (waarschijnlijk iets heel anders), en dat verhaal is vaak net zo interessant. Maar een voorwerp zelf vertelt ook weer een verhaal. Als je bijvoorbeeld een zwaard ziet, denk je meteen aan ridders en gevechten. En zo is het ook met de Lewis-schaakstukken. Waarschijnlijk denk je als eerste aan schaken, maar doordat ze zulke grappige gezichtjes hebben, krijgen ze ook echt een persoonlijkheid. Schaken gaat over oorlog en geweld. Als speler kies je de hele tijd wie je opoffert, wie je laat aanvallen en wie je gaat verdedigen. Als je erover nadenkt, is het helemaal niet zo’n leuk spel, en misschien kijken ze daarom zo bezorgd? Het leek me dus interessant om ze ook op die manier een rol in het verhaal te geven.

Het grootste deel van het boek is geschreven vanuit het perspectief van Auga. Auga ziet slecht van ver weg maar juist heel goed van dichtbij. Hoe ontstond het idee voor een hoofdpersoon met slecht zicht?

Linda: Ik ben zelf bijziend! Ik ben met slechte ogen geboren, en heb me altijd afgevraagd hoe ik zou overleven in een tijd zonder brillen. In 2014 werd er in Engeland een vierduizend jaar oude dolk gevonden, met een houten greep waar zo’n 140.000 (!) gouden sierspijkertjes in waren gezet, van ongeveer een millimeter lang en 0,2 millimeter in doorsnede. Dat is echt ontzettend klein, en de onderzoekers suggereerden dan ook dat kinderen dit werk wel moesten hebben gedaan. Maar ik dacht meteen: nee, dat was iemand zoals ik! Want van dichtbij kan ik wél heel goed zien, veel dichterbij dan iemand met ‘normale’ ogen. En dan had er vast wel iemand voor mijn eten willen zorgen. Al heel lang wilde ik dit idee in een boek verwerken, maar pas nu vond ik het passen. Ik wil er vooral mee laten zien dat iemand die op een of andere manier anders was, in het (verre) verleden ook gewoon een plekje kon hebben in de samenleving.

Sanne, hoe ben je te werk gegaan? Wat was je inspiratie, welke technieken heb je gebruikt en waarom heb je daarvoor gekozen?

Sanne: Voor een boek als dit maak ik eerst potloodschetsen, want de inhoud van de illustratie moet kloppen met de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Linda is streng, en terecht, de boot waar Auga de oceaan mee oversteekt moet wel kloppen met wat we nu weten over hoe een boot er toen uitzag. Ook de schaakstukken moesten waarheidsgetrouw weergegeven worden, dat was een flinke puzzel. Dat geldt voor alles wat ik heb getekend, van kandelaar tot bankje of kledingstuk. Daarom zijn de schetsen heel belangrijk. Daarna trek ik de schetsen over op papier en werk ze uit in kleur.

Natuurlijk moest het boek een middeleeuwse sfeer krijgen. Ik wilde geen donkere Middeleeuwen laten zien, maar juist kleurrijke, in de kleuren waar men toen mee schilderde, dus geen knalroze, want dat had men niet.

Voor de verhalen van de schaakstukken heb ik de originele kleuren van het schaakspel van Lewis gebruikt, lichtgeel met zwart en lichtgeel met donkerrood. Ook wilde ik dat de verhalen van de schaakstukken eruit zouden springen en daarom hebben zij een grotere illustratie gekregen.

De uiteindelijke illustraties zijn gemaakt met sjabloondruk en potlood. Het snijden van de vormen uit karton en ze daarna met verf als een stempel gebruiken, paste goed bij het snijwerk van de schaakstukken.

Kunnen zelf ook schaken?

Linda: Nou, ik weet hoe de stukken bewegen, en ik ken de regels. Maar écht schaken zoals het hoort, met strategieën onthouden en vooruit kunnen denken… Daar ben ik echt niet goed in.

Sanne: Ik vond de vormgeving van het schaakspel altijd erg mooi. Maar als kind kon ik de spelregels niet volgen en ik kan helaas nog steeds niet schaken. Daarom blijft het voor mij een mysterieus spel.

 

Bestel hier jouw exemplaar:

Koningsspel

1193, Groenland. Auga kan niet goed zien, maar ze blinkt uit in ivoorsnijden. Juist omdat ze van dichtbij zo scherp ziet, kan ze de fijnste krasjes maken in het ivoor dat de jagers meebrengen van de walrusjacht. Stiekem glipt Auga aan boord van haar vaders schip. Ongewild raakt Auga betrokken bij een strijd tussen meedogenloze machthebbers. Ze moet voorkomen dat haar prachtige schaakspel in verkeerde handen terechtkomt, met gevaar voor eigen leven…

€ 21,99

 

Voor de leerkrachten onder jullie:

Hier vind je een lesbrief. Die kan je gebruiken om het boek te bespreken in de klas.

 

Ontdek de trailer!