‘Kuifje, het weekblad voor de jeugd van 7 tot 77 jaar’. Hoe geniaal kan een slogan zijn! Zo geniaal dat de cijfers van ‘7 tot 77’ in ons collectief bewustzijn staan voor eeuwige jeugd. De slogan kwam niet van directeur Raymond Leblanc, de uitgever van het magazine, noch van Hergé die de naam van zijn held aan het weekblad verbond, maar van de enigmatische Vlaamse hoofdredacteur Karel Van Milleghem.

Het eerste nummer lag op 26 september 1946 bij de krantenwinkel en het magazine zou tot 29 juni 1993 wekelijks gepubliceerd worden, waarna het zelf legendarisch werd. Niet het minst omdat er zoveel belangrijke stripreeksen in verschenen: Kuifje, Blake & Mortimer, de blauwe reeks van Suske en Wiske, Alex, Michel Vaillant, Rik Ringers, Bernard Prince, Dommel, Jonathan, Corto Maltese, Thorgal om er slechts enkele te noemen.

Op 26 september 2023 verschijnt er, 77 jaar na de start, een superdikke special met prachtige hommageverhalen van onder meer Derib, Cosey, Hermann, Dany, Turk en Jean Van Hamme, maar ook van Johan De Moor, Zidrou & Falzar en Clara Lodewick. Benieuwd of zij weekblad Kuifjelezers waren.

Kuifje special 77 jaar

In 2023 viert uitgeverij Le Lombard haar 77ste verjaardag. Ter gelegenheid van deze bijzondere verjaardag brengen ze een speciaal en eenmalig Kuifje-magazine uit. Deze prestigieuze uitgave telt 240 pagina’s korte verhalen die speciaal werden geschreven en getekend ter ere van het magazine dat een belangrijke stempel heeft gedrukt op de geschiedenis van de strip. Talloze auteurs maakten een hommage aan de verschillende helden die generaties striplezers hebben doen dromen.

€ 35,00

Namen als klokken

Stripauteur en cartoonist Johan De Moor is de zoon van Bob De Moor, auteur van reeksen als Barelli en Cori, rechterhand van Hergé bij Studios Hergé en een tijdje artistiek directeur van het weekblad Kuifje. ‘Ik heb zo’n beeld van mijn vader die aan moeder van alles aan het uitleggen was over het weekblad Kuifje. Ik hoorde namen zoals ‘Dessicy,’ ‘Evany’… Die namen klonken bijna als klokken in mijn hoofd. Vanaf het moment dat ik kon zien, keek ik in het weekblad, ik moet zo’n vier à vijf jaar geweest zijn. Ik hield van beeldverhalen, van Vandersteen en dan vooral van zijn serie De Familie Snoek, die absurde humor, gekoppeld aan dat sociale. Die familie had het niet breed en toch werd daar humor rond gemaakt, dat moet je kunnen.

En in het weekblad Kuifje, Johan, wat waren daar jouw favoriete strips?

Johan De Moor: Dat is een goeie, maar ambetante vraag, want smaken evolueren, als kind, als puber. Maar eigenlijk hield ik van alle strips, zelfs van Toenga (lacht) of van Pechvogel, een nu vergeten strip over een taxichauffeur, strips die je verbeelding deden openbloeien. Nu zijn de verhalen van Jacobs eerder voor volwassenen geschikt, ik las ze toen ik zes, zeven jaar was. Kinderen hebben vandaag Studio 100, wij hadden Het Gele teken. De uitgevers van toen bekeken de jeugd anders dan die van nu.

Hollywood

Wat was de vonk voor jouw hommageverhaal in deze Kuifje Special 77 jaar?

Ik discussieerde met de mensen van de uitgeverij – ik maak trouwens ook de affiche – en vertelde hen: dat weekblad Kuifje is toch eigenlijk het verleden, dat is passé, we hoeven dat toch niet te sacraliseren. Dat ben ik, we moeten er toch een beetje mee kunnen lachen. In het verhaal ga ik Kuifje opzoeken, maar die is nooit thuis, die is altijd bezig. En het weekblad zelf is toch maar een blaadje, eerder een brochure. Als je nu de tijdschriften bekijkt, dan zijn dat dikke weekbladen, maar toen waren het maar een paar velletjes.

Het weekblad behoort tot de geschiedenis, is opgehouden in de beginjaren negentig. Mensen die nu 30 à 40 jaar zijn, weten niet meer dat het bestond. De perceptie is dus bizar.

Is het weekblad meer dan enkel een mooi stukje geschiedenis?

Het weekblad behoort tot ons patrimonium, maar wel met een hoge waarde. Want wat een belangrijk stuk geschiedenis was het weekblad Kuifje! Omwille van de verbeelding die erin naar boven borrelde. Een poule tekenaars die werkten met dat imaginaire en ons dat toonden in het weekblad. Het imaginaire werd ook een referentie die in het dagelijks leven sloop. We zijn een ‘tekenvolkske’. Ik heb daar een theorie over. België werd zo dikwijls bezet door vreemde legers en wij Belgen moesten onze mond houden. Wat deden we dus? We sloten onze ramen, deden de luiken dicht en begonnen te tekenen, om het allemaal te relativeren en te ridiculiseren.

Nu leest men graphic novels en zijn die verhalen dikwijls intimistisch, maar in het weekblad Kuifje werd het Avontuur met de grote A gebracht. Het weekblad Kuifje was ons Hollywood!

Altijd zonnig

Voor het langste hommageverhaal uit de bundeling werken topscenaristen Zidrou en Falzar samen. Ze schreven ook het scenario voor gags van Dommel en Robin Hoed en een kortverhaal van Luc Orient, eveneens in de Kuifje Special opgenomen. Ze zijn beiden beginjaren zestig geboren, de ideale doelgroep voor het weekblad Kuifje?

Zidrou: Dinsdag, de dag dat het weekblad Kuifje verscheen, was mijn favoriete dag van de week. Tussen mijn negen jaar en een half en mijn twaalf jaar was ik verslaafd.

Falzar: Ik kan dit alleen maar bevestigen. Dinsdag was het altijd zonnig.

Wat trok jullie in het weekblad aan?

Zidrou: Vooral het feit dat je wekelijks een serie moest en kon volgen, denk ik, dat feuilletonachtige was de bestaansreden voor een stripweekblad. Ik had natuurlijk mijn geliefkoosde series, maar het verhaal Guerrilla voor een spook van Bernard Prince heeft me toch gebrandmerkt, zeker de scène die Falzar en ik in het huldeverhaal gebruikt hebben.

Falzar: Het realisme van de verhalen sprak mij erg aan. Ik hield ook van de lezersrubriek, zo kreeg je een band met de redactie.

Greg

Wat was het hoogtepunt van het bijna vijftigjarig bestaan van het weekblad volgens jullie?

Zidrou: Het weekblad Kuifje eind jaren zestig, begin jaren zeventig, toen Greg aan het roer stond, charismatische hoofdredacteur en talentrijke scenarist. De Frans-Belgische strip was nog redelijk jong, was nog in volle evolutie. Het weekblad Kuifje was daar de perfecte illustratie van: helden begonnen te twijfelen, te trouwen, te verliezen … De deur stond open voor series als Buddy Longway of Jonathan.

Falzar: Ik kan het niet beter verwoorden.

Naar welke strips uit het weekblad keken jullie in het bijzonder uit?

Zidrou: Dat hing een beetje van de inhoud af, maar over het algemeen las ik de strips in de volgorde van het blad. Soms sloeg ik verhalen over die me wat minder aanspraken om ze dan achteraf te lezen en zo van ‘mijn’ Kuifje tot de laatste druppel te genieten.

Falzar: De stripverhalen op scenario van Greg, en vooral als ze door Hermann (Comanche, Bernard Prince) of Vance (Bruno Brazil) werden getekend. Ik las alles, ook alle brieven (2000 antwoorden), de kleine annonces (op zoek naar een niet meer verkrijgbaar album, bijvoorbeeld). Bij de grote advertenties sloeg ik wel die voor onder andere bromfietsen, scheermesjes en yoghurt over. En oh ja, ook de DIY-pagina’s over het maken van maquettes van vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog las ik niet.

Barney Jordan

Hoe kwam jullie hommageverhaal Guerilla voor een held tot stand?

Zidrou: Het was een idee dat Falzar en ik al lang hadden, eigenlijk altijd al. Toevallig vond hij net als ik dezelfde beroemde scène waarin Barney Jordan in een heel precaire situatie is terechtgekomen een cultscène (enkel voor ons, hé!). Enkele jaren geleden overwoog ik om een scenario te schrijven over mijn passie als kind voor het stripverhaal en ik wou spelen met mijn initialen: ‘B.D.’ (n.v.d.r. Bande Dessinée). B staat dan voor Benoît, D voor Drousie (n.v.d.r. Zidrou’s echte naam). Deze gelegenheid maakte de twee dieven, zoals ze zeggen.

Falzar: Zoals het personage François in het hommageverhaal voor Bernard Prince doet, hebben we pagina’s van bepaalde helden, die niet de eer hadden in het originele album te figureren, toch in het verhaal verwerkt. Zo ‘bewerkte’ Benoit bijvoorbeeld albums van Rififi (Mouminoux) en ik enkele van Wasterlain (Bob Moon en Titania). ‘Te gek’, zeg ik je!

Er spreekt veel liefde vovor de strip uit jullie verhaal. Is het min of meer autobiografisch?

Zidrou: Geïnspireerd in ieder geval, zoals ik zojuist heb bekend. Sterk geïnspireerd. 

Snoesje

Clara, het weekblad Kuifje hield in 1993 op te bestaan. Jij kon dus niet elke week naar de krantenzaak hollen om de nieuwe Kuifje te halen ;-), maar wist je dat er naast het strippersonage Kuifje ook nog een weekblad bestond dat die naam droeg?

Clara Lodewick: In 1993 was ik nog lang niet geboren, als kind kon ik Kuifje dus niet in de krantenwinkel kopen. Maar ik kende het weekblad wel, en tijdens mijn studies in Saint-Luc heb ik er trouwens ook les over gekregen.

Heb je via de verzamelbanden of via losse nummers die je ouders of vrienden misschien hadden nog een weekblad in je handen gehad? En zo ja, hoe was je leeservaring?

Als kind heb ik mijn vader (n.v.d.r. Vincent Dugomier, scenarist van onder andere de stripserie Kinderen in het verzet) ooit geholpen naar bepaalde nummers te zoeken in grote dozen … Zo heb ik het weekblad in handen gehad. En ik geloof dat ik toen een paar episodes van De Beverpatrouille heb gelezen. Maar dat was niet echt mijn ding. Ik las wel graag andere strips die in Kuifje gepubliceerd werden, zoals Yakari, Snoesje (Snoesje heeft veel gelijkenissen met Wiske), Thorgal …

Team Wiske

Was het jouw keuze om een Suske en Wiskeverhaal voor de hommagebundel te maken? Zo ja, waarom net Suske en Wiske?

Toen ik gecontacteerd werd om aan de bundel mee te werken, heeft de uitgeverij me onmiddellijk voorgesteld om voor Suske en Wiske te gaan. Ik kon niet geloven dat die serie nog niet gekozen werd door iemand anders. Ik wou ook het allerliefst een avontuur van Suske en Wiske tekenen! Het is simpelweg DE stripreeks die ik als kind het meeste las.

Uit je Suske en Wiskeverhaal druipt het vertelplezier. Maar was er toch geen druk om iets leuks te bedenken?

Natuurlijk. Kan ik zelf nog iets bedenken, na al wat de personages al beleefd hebben? Het is een hommage, dus kwam ik toch snel tot de conclusie dat ik alles wat ik zelf het leukst vond, moest gebruiken: Wiske die heel dramatisch en koppig is, Schanulleke die ontvoerd wordt, en ik wou absoluut een tijdreis! Dat was snel gekozen. Ik was toen net in Leuven en ik vond het leuk om de stad als decor te gebruiken. En dan natuurlijk een naïef maar liefdevol en moedig Suske, Lambik en  Jerom die ruziemaken, en Tante Sidonia die alles probeert bij elkaar te houden.

Voor mij moest Wiske die zoveel van Schanulleke houdt, het hart van het verhaal worden. Ik ben honderd procent team  Wiske!

Meer dan 50 auteurs maakten een hommage aan een mythisch personnage

MICHEL VAILLANT

door Vincent Dutreuil en Denis Lapière

REEKS BEDACHT DOOR JEAN GRATON

BOB MORANE

door Dimitri Armand

REEKS BEDACHT DOOR HENRI VERNES

TON EN TINEKE

door François Boucq en Nicolas Juncker

REEKS BEDACHT DOOR ANDRÉ FRANQUIN

COMANCHE

door Hermann en Yves H.

REEKS BEDACHT DOOR HERMANN EN GREG

ALEX

door Robin Recht

REEKS BEDACHT DOOR JACQUES MARTIN

CORENTIN

door Christophe Simon

REEKS BEDACHT DOOR PAUL CUVELIER

RIK RINGERS

door François Boucq

REEKS BEDACHT DOOR TIBET EN ANDRÉ-PAUL DUCHÂTEAU

CHLOROPHYL

door Benoît Ers en Vincent Dugomier

REEKS BEDACHT DOOR RAYMOND MACHEROT

SUSKE EN WISKE

door Alain Henriet en Usagi

REEKS BEDACHT DOOR WILLY VANDERSTEEN

ROBIN HOED

door Benoît Feroumont, Falzar en Zidrou

REEKS BEDACHT DOOR TURK EN BOB DE GROOT

BLAKE EN MORTIMER

door Teun Berserik en Jean Van Hamme

REEKS BEDACHT DOOR EDGAR P. JACOBS

BACK TO THE BROCHURE

hommage van Johan De Moor


BUDDY LONGWAY EN CORENTIN

door Derib

REEKSEN BEDACHT DOOR DERIB EN PAUL CUVELIER

JONATHAN

door Cosey


JUGURTHA

door Franck Biancarelli en Nathalie Sergeef

REEKS BEDACHT DOOR FRANZ, HERMANN EN JEAN-LUC VERNAL

DOMMEL

door Bénédicte Moret en Falzar

REEKS BEDACHT DOOR DUPA

CLIFTON

door Philippe Foerster

REEKS BEDACHT DOOR RAYMOND MACHEROT

JULIE, KLAARTJE, CÉCILE

door Camille Besse

REEKS BEDACHT DOOR SIDNEY EN BOM

GUERRILLA VOOR EEN HELD

door Benoît Dellac, Hamo, Zidrou en Falzar

HOMMAGE AAN DE REEKSEN BEDACHT DOOR HERMANN, VANCE, ÉDOUARD AIDANS EN GREG

TOENGA

door Bouzard

REEKS BEDACHT DOOR ÉDOUARD AIDANS


TON EN TINEKE

door Nob

REEKS BEDACHT DOOR ANDRÉ FRANQUIN


YAKARI

door Aveline Stokart en Nob

REEKS BEDACHT DOOR DERIB EN JOB

LUC ORIENT

door Truk, Falzar en Zidrou

REEKS BEDACHT DOOR EDDY PAAPE EN GREG

SUSKE EN WISKE

door Clara Lodewick

REEKS BEDACHT DOOR WILLY VANDERSTEEN

DOMMEL

door Michel Rodrigue en Erroc

REEKS BEDACHT DOOR DUPA

KNIPOOGJE

door Serge Ernst


BERNARD PRINCE

door François Boucq

REEKS BEDACHT DOOR HERMANN EN GREG

DOMMEL

door Marie Dubois REEKS BEDACHT DOOR DUPA


ROBIN HOED

door Benoît Feroumont, Falzar en Zidrou

REEKS BEDACHT DOOR TURK EN BOB DE GROOT

BUDDY LONGWAY

door Mobidic en Fabien Vehlmann

REEKS BEDACHT DOOR DERIB

THORGAL

door François Boucq

REEKS BEDACHT DOOR GRZEGORZ ROSINSKI EN JEAN VAN HAMME

BLAKE EN MORTIMER

door Simon Van Liemt en Yann

REEKS BEDACHT DOOR EDGAR P. JACOBS

YAKARI

door Antonello Dalena en Frédéric Maupomé

REEKS BEDACHT DOOR DERIB EN JOB

ROBIN HOED

door Benoît Feroumont, Falzar en Zidrou

REEKS BEDACHT DOOR TURK EN BOB DE GROOT

RIK RINGERS

door Dany

REEKS BEDACHT DOOR TIBET EN ANDRÉ-PAUL DUCHÂTEAU

BERNARD PRINCE

door Philippe Xavier en Matz

REEKS BEDACHT DOOR HERMANN EN GREG

THORGAL

door Frédéric Vignaux

REEKS BEDACHT DOOR GRZEGORZ ROSINSKI EN JEAN VAN HAMME

SIMON VAN DE RIVIER

door Clarke

REEKS BEDACHT DOOR CLAUDE AUCLAIR

SERAFIJN LAMPION

door François Boucq

REEKS BEDACHT DOOR HERGÉ

DAN COOPER

door Alain Queireix en Emmanuel Herzet

REEKS BEDACHT DOOR ALBERT WEINBERG


VASCO

door Dominique Rousseau, Luc Révillon en Chantal

Chaillet

REEKS BEDACHT DOOR GILLES CHAILLET

ARIA

door Frédéric Genêt

REEKS BEDACHT DOOR MICHEL WEYLAND


JULIE, KLAARTJE, CÉCILE

door Bastien Vivès

REEKS BEDACHT DOOR SIDNEY EN BOM

RINGO

door Yves Swolfs

REEKS BEDACHT DOOR VANCE EN JACQUES ACAR

RIK RINGERS

door Nix

REEKS BEDACHT DOOR TIBET EN ANDRÉ-PAUL DUCHÂTEAU

TON EN TINEKE

door Alix Garin

REEKS BEDACHT DOOR ANDRÉ FRANQUIN

MORTIMER EN BLAKE ZONDER

TEKST

door Lewis Trondheim