Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven, wordt weleens gezegd. En zo blijkt ook uit de honderd levensechte, straffe verhalen die Chris en Stijn Picavet verzamelden voor Randje buitenspel. Een boek voor voetballiefhebbers en iedereen die houdt van een goed geschreven, menselijk verhaal.

Wist je bijvoorbeeld…

  • dat de grootste smet op het Engelse nationale elftal veel groter is dan een zware nederlaag?
  • dat een Europees-kampioenspeler later streaker werd?
  • dat een ex-Ajacied bij Sportkring Sint-Niklaas tekende, vooral omdat zijn vriendin dan een plaatsje kreeg op de donderdagse markt?
  • dat een Frans team kampioen werd op een Marokkaans terras?
  • dat een voetballer de coach werd van de beste schaker ooit?
  • dat de strafschop in twee tijden is uitgevonden in de Lage Landen – maar was het nu in België of in Nederland?
  • dat er slechts één Belg meedeed aan het WK van 1950?
  • dat de play-offs een nachtmerrie werden voor een Turkse club?
  • dat een Russische topspits enkel kon presteren in de oneven jaren?
  • dat een Belg de eerste ster van AC Milan was?
  • dat een doelman Manchester United afwees omdat hij dacht dat het einde van de wereld nabij was?
  • dat een Oostenrijkse ploeg ooit Duits kampioen werd?
  • dat België bijna wereldkampioen werd, en nee, niet in Rusland?

Lees hier al twee verhalen uit het boek!

 

De groet

Op 14 mei 1938 begon de Engelse nationale ploeg aan een mini-tournee door Europa. Eerste halte was Berlijn, de tegenstander nazi-Duitsland. In het olympisch stadion was geen enkel plekje vrij.

400.000 voetballiefhebbers hadden geprobeerd om een kaartje te bemachtigen, maar amper een op vier was bij de gelukkigen. Die zaterdagmiddag zaten 110.000 toeschouwers op elkaar gepakt. In de tribune werden de nazikopstukken Göring, Hess en Goebbels verwacht.

De maanden daarvoor liepen de Engelse politieke leiders op eieren. Premier Neville Chamberlain wilde de gemoederen bedaren na de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland in maart. Er werd al openlijk over een oorlog gesproken, maar door redelijkheid en een beperkte tegemoetkoming hoopte Chamberlain Hitler min of meer in het gareel te houden.

Een uur voor de wedstrijd kregen de Engelsen in de kleedkamer een op zijn minst ongewoon verzoek. Stanley Rous, de voorzitter van de Engelse voetbalbond, kwam aarzelend binnen om de boodschap over te brengen. Iedereen luisterde vol ongeloof toen Rous verklaarde dat hem was voorgesteld de nazigroet te brengen tijdens het Duitse volkslied. Hij voegde eraan toe dat die aanbeveling zeer doordacht was. Tegelijkertijd wilde hij daar niet de verantwoordelijkheid voor nemen. Rous verstopte zich achter orders van bovenaf. Het advies kwam van de Britse ambassadeur in Berlijn, Sir Nevile Henderson.

Iedereen luisterde vol ongeloof toen Rous verklaarde dat hem was voorgesteld de nazigroet te brengen tijdens het Duitse volkslied.

‘Alle spelers waren woedend’, zei Stanley Matthews later. De Engelse kapitein Hapgood, door iedereen gekend als een gematigd iemand, zei dat ze hun groet konden steken waar hij het licht niet zag. De aftrap kwam dichterbij. De zin om te spelen was er niet meer, maar in de beperkte tijd die nog restte, kon ambassadeur Henderson het team overtuigen. Niet met overredingskracht, maar vooral met een niet mis te verstaan dreigement. Wie weigerde, mocht een selectie in de toekomst vergeten. En voor wie nog niet overtuigd was: ‘It’s an order!’ Vrede was belangrijker dan een vriendschappelijke wedstrijd, of niet soms?

De stemming was bedrukt. Niemand durfde het nog aan om de ambassadeur tegen te spreken. Het duurde even voor de beladen stilte werd doorbroken. ‘Count me out’, sprak de jonge Stan Cullis kalm en zeker van zijn stuk. Hij was niet te vermurwen. Zonder pardon moest hij zijn basisplaats afstaan.

Toen de Engelsen de nazigroet brachten bij het Duitse volkslied, werden ze onthaald op een overweldigend applaus. Het werd het pijnlijkste moment in de geschiedenis van de nationale ploeg. De 3-6-overwinning die middag kon de schande niet uitwissen. Toch moeten we de nazigroet in 1938 een tikkeltje relativeren. Pas tijdens de Tweede Wereldoorlog zouden de wreedheden van het Duitse regime duidelijk worden en gingen de ogen in het Britse Rijk echt open. In de jaren dertig was er bij de Engelse upper class en ook de koninklijke familie sympathie voor de ideeën van Hitler. Zelfs Winston Churchill had in 1935 lovende opmerkingen gemaakt over de Führer. De omstreden koning Edward VIII, die minder dan een jaar regeerde vanwege zijn affaire met de getrouwde Wallis Simpson, was een fervent aanhanger van de nazistische aanpak. Er bestaan filmpjes van het koningshuis waarin iedereen trots de nazigroet brengt. In het licht van de geschiedenis zijn deze beelden vandaag natuurlijk bijzonder schrijnend.

 

De moord op een voetbalploeg

Eind april 1967 beleefde het Schotse voetbal hoogdagen. Celtic had zich net geplaatst voor de finale van de Europabeker voor Landskampioenen. Daardoor raakte het bittere einde van Third Lanark, uit een andere hoek van Glasgow, deels ondergesneeuwd in de pers. Het kankergezwel van de ploeg, die mee aan de wieg van de Schotse competitie had gestaan, heette Bill Hiddelston. Minder dan vijf jaar had de megalomane groothandelaar in glas nodig gehad om de club te ruïneren. Een Ebenezer Scrooge van de zuiverste soort. Hoewel de hoogdagen van het bescheiden Third Lanark in het verre verleden lagen, was de club in het begin van de jaren zestig nog altijd een gezonde eersteklasser met zo nu en dan een uitschieter.

Aan het eind van het seizoen 1960-61 waren alle Schotse ogen gericht op Cathkin Park, de thuishaven van het team. In de laatste van 34 wedstrijden kon Third Lanark heel misschien de magische grens van honderd doelpunten halen. Voor de wedstrijd stond de teller op 94. Alles leek te lukken op die aprildag. Luidop werd afgeteld. Hibernian kreeg er vijf om de oren, maar dat kon de honger deze keer natuurlijk niet stillen. Enkel nummer zes zou de supporters blij maken. De uitgelezen kans kwam er met een strafschop. De spelers riepen doelman Ronnie Simpson naar voren. Hij klopte het stof van zijn trui, nam een aanloop en maakte nummer honderd. En toch werden ze geen kampioen, want het rammelde achterin. Dat seizoen slikte Third Lanark zelf tachtig goals.

Op dat moment kon niemand het faillissement zes jaar later voorspellen. Er werd eerder teruggedacht aan de roemrijke, lang vervlogen hoogdagen. De club werd opgericht in 1872, nadat een paar soldaten van de Third Lanarkshire Rifle Volunteers de allereerste interland, tussen Schotland en Engeland, hadden bijgewoond. In 1890 was het team een van de stichtende leden van de Schotse competitie. Het duurde even vooraleer het daar zijn draai vond, maar in 1904 was het raak met de eerste Schotse titel. Het jaar nadien pakte Third Lanark de beker.

De aanvalslinie die in 1961 voor de karrenvracht doelpunten had gezorgd, verdween op het eind van het seizoen naar de Engelse First Division. Dave Hilley verhuisde naar Newcastle, Alex Harvey en Matt Gray werden weggehaald door Manchester City. Het begin van een leegloop. Wel kwam met Bill Hiddelston een nieuwe hoofdaandeelhouder aan het roer. Hiddelston was een oude bekende bij Third Lanark. Hij had eerder in het bestuur gezeteld, maar was weer ontslagen wegens fraude. Dit was zijn weerwraak.

Good luck to Third Lanark and may God help them.’ Het waren de profetische woorden van coach George Young, die meteen opstapte na het horen van het nieuws. Meerdere sterkhouders verlieten een na een de club. Intussen ontpopte Hiddelston zich als een nooit geziene vrek, die uit was op het faillissement van Third Lanark. Hij wilde de club kapotmaken. Zo hoopte hij zo snel mogelijk van Cathkin Park bouwgrond te maken. Zijn maatregelen waren buitenissig schraapzuchtig. ’s Avonds trainen werd verboden om te besparen op de verlichtingskosten. Ballen werden opgepoetst en zelfs opnieuw geschilderd om ze telkens als nieuw te kunnen gebruiken. Spelers moesten hun eigen zeep meebrengen om zich te wassen. Door al die onzinnigheden haakten spelers af. Ook het aantal toeschouwers daalde razendsnel. Amper tien procent bleef de club trouw. In het seizoen 1964-65 degradeerde Lanark. Zeven schamele punten hadden de vooral jonge overblijvers bij elkaar gesprokkeld.

‘Good luck to Third Lanark and may God help them.’ Het waren de profetische woorden van coach George Young, die meteen opstapte na het horen van het nieuws.

Ondanks meerdere pogingen van bezorgde supporters om de ploeg opnieuw op de rails te krijgen, bleef Hiddelston weigeren zijn aandelen te verkopen. Zijn stiekeme plannen om Cathkin Park om te toveren tot een groots bouwproject werden meer dan geruchten. Hij wachtte enkel op groen licht van de stad Glasgow. Na de laatste wedstrijd van de competitie, een zielige 5-1-nederlaag uit bij Dumbarton op 28 april 1967, werd de stekker eruit getrokken. Third Lanark was bankroet.

Uit het onderzoek achteraf bleek dat alles was terug te brengen tot de hebzucht van één persoon: de rancuneuze geldwolf Bill Hiddelston. Opnieuw werd hij beschuldigd van fraude. Een veroordeling volgde echter niet, Hiddelston werd kort daarna dood teruggevonden in een hotel in Blackpool. Een hartaanval. Misschien had het te maken met de beslissing van de gemeenteraad van Glasgow, die geen goedkeuring gaf voor het bouwproject op Cathkin Park. Het bleef een groene zone in de stad, met de restanten van Third Lanark als eeuwige getuigen van de moord op een voetbalclub.

 

 

Lees verder in:

Randje buitenspel

Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven, wordt weleens gezegd. En zo blijkt ook uit deze honderd levensechte, straffe verhalen.   Over de belabberde geschiedenis van de Indiase voetbalploeg, over het tragische einde van Icilio Zuliani in Buchenwald, over voetballergangsters, over het Zaïrese elftal als speelbal van Mobutu, over de Afghaanse Nadia Nadim die vanuit een vluchtelingenkamp een schitterende voetbalcarrière uitbouwt…   Schelmenstreken, romantiek, boerenbedrog, mooie dromen, tragiek, oorlog en dood dooraderen de vaak verbluffende – maar altijd originele – verhalen in dit boek. Die gaan ook over voetbal, Randje buitenspel.

€ 23,99

Chris Picavet / Stijn Picavet

Chris Picavet werkt al ruim dertig jaar voor Sporza. Zijn zoon Stijn, trouwe AS Roma-fan, is al dertien jaar losse medewerker voor de Sporza-website. Hij is een voetbaldier met een scherpe pen. Al jaren volgt hij het internationale voetbal van nabij. © Thomas Sweertvaegher

 

Ontdek ook deze boeken over sport:

Het hoofd weegt zwaarder dan de benen

Olivier Verhaege begon pas rond zijn dertigste met hardlopen. Zeven jaar later liep hij de Spartathlon uit, een legendarische non-stophardloopwedstrijd van 246 kilometer tussen Athene en Sparta. Zijn persoonlijke verslag van zijn fysieke en vooral mentale tocht naar dit succes heeft al duizenden lezers weten te inspireren om zelf verder, sneller of voor het eerst te gaan hardlopen.

€ 22,99

Jan Ullrich

Zijn eerste wedstrijd won Jan Ullrich in 1983, op een geleende fiets. Zijn talent werd al snel gezien en zo kwam de kleine Jan onder de hoede van het ddr-regime. In 1996 reed Ullrich zijn eerste Tour de France als knecht van Bjarne Riis. De Deen won en Ullrich werd tweede. Een jaar later liet Riis zijn helper gaan: Ullrich won de Tour met een ongekende marge van tien minuten. Daarna zou hij nog viermaal tweede worden. Drie keer werd Ullrich afgetroefd door Lance Armstrong. In dat tijdperk was er maar één die het kon opnemen tegen Armstrong, en dat ... lees meer was ‘der Jan’. Maar wie Lance kon bijhouden, was ook verdacht: al snel gingen er geruchten over nauwe banden met dopingspecialist Eufemiano Fuentes. En zo kwam er een einde aan de loopbaan van het Duitse wonderkind, waarna Ullrich begon aan een eindeloze afdaling. Hij verdronk zijn verdriet en stapelde fout op fout. Daniel Friebe beschreef het aangrijpende levensverhaal van een verslagen renner, de biografie van een gevallen held.

€ 27,50

Belgian Cats Van het EK 2005 tot de Olympische Spelen 2024

€ 24,99

Streep op de weg

Voor Dolf Jansen is hardlopen allang geen sport meer, maar een way of life. Met het asfalt of het zand onder de voeten de einder tegemoet door de polder, door bossen en weilanden, tussen velden en rietkragen door. Een boerderij, wat lammetjes, de zon op de huid of juist de regen en de wind die teisteren, gedachten over de dag van gisteren, die van morgen, het bestaan. En dan na kilometers je afgepeigerd even aan een zwemtrapje vastklampen om vervolgens je lichaam onder te dompelen in het ijskoude water van de rivier de Bullewijk. Goed voor de doorbloeding. Dan voel ... lees meer je dat je leeft. Het schrijven komt daarna als vanzelf.

€ 22,99

Geen plek voor kleine jongens

In de twaalf magere jaren tussen het afscheid van Jos Verstappen in 2003 en het debuut van zijn zoon Max in de Formule 1 wisten een paar Nederlanders een plek te bemachtigen achter een stuur van een F1- bolide. Ze reden altijd achteraan, de rest van de wereld was nauwelijks geïnteresseerd. Dat veranderde in 2006 voor héél even toen een stel bevriende Nederlandse zakenmannen op een avond in Milaan na zenuwslopende onderhandelingen een Formule 1-team kochten van een Russisch-Canadese staalindustrieel. Dat team werd SpykerF1. Hollandse handelsgeest, oliedollars uit Abu Dhabi en motoren van Ferrari. Wie hield ze tegen? De weg ... lees meer omhoog was ingeslagen. Ze zouden gaan meetellen. Alleen liep het allemaal net even anders dan ze hadden gehoopt.

€ 22,99