Een nieuw avontuur van Suske en Wiske dat zich tijdens de Expo 58 in Brussel afspeelt en met alleen onze twee vrienden en Lambik in de hoofdrol? Het moet haast een hommagealbum in de stijl van de legendarische Blauwe reeks zijn, de reeks die Willy Vandersteen voor het weekblad Kuifje maakte! En dat is De verdwenen joker ook. Dirk Stallaert tekent zoals de meester Vandersteen zelf, Ronald Grossey schreef een wervelend verhaal vol spionnen en speelkaarten. Hij schreef ook de dossiertekst voor de hardbackeditie van de strip. Een fragment.

DE JAREN ‘50

Suske, Wiske en co uit de Rode reeks kunnen via de teletijdmachine naar de jaren 50 van de vorige eeuw reizen, maar ze leven er niet in. In de Blauwe reeks overduidelijk wel. Dat merk je aan de kledij, de interieurs en de decors.

Mijn verhaal moest dus op zijn minst starten in de jaren 50. En wat kan er voor België in die jaren meer iconisch zijn dan de Expo 58? Dat evenement op de Brusselse Heizelvlakte dat België letterlijk zes maanden – van 17 april tot en met 19 oktober – tot het centrum van de wereld maakte, die kennismaking van vele duizenden met de toekomst, die aangename ontdekkingstocht naar vele landen. Ik had alvast een decor, nu nog een thema vinden.

Ik begon te grasduinen in de prachtige fotoboeken die werden uitgegeven in 2008 naar aanleiding van 50 jaar Expo 58 en in 2018 naar aanleiding van 60 jaar Expo 58, ik googelde op youtubefilmpjes, zowel de officiële nieuwsbulletins als de amateurfilmpjes, ik las over de Expo 58, niet alleen Nederlandstalige boeken, maar bijvoorbeeld ook het Amerikaanse boek World of Fairs, The Century-of-Progress Expositions van Robert W. Rydell. Die schreef over Expo 58: ‘Het werd steeds duidelijker dat het Amerikaans paviljoen niet alleen een strijdtoneel van de Koude Oorlog was tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, maar ook een betwist terrein over het veranderend effect van die Koude Oorlog op het Amerikaans binnenlands beleid. […] Op de dag van de opening was het Amerikaans paviljoen omgesmeed tot een spionagebolwerk gericht tegen de Sovjet-Unie en haar bondgenoten.’

DE KOUDE OORLOG

Ik ging verder met lezen en vernam tot mijn stomme verbazing dat er zich in de periode van de Expo 58 drieduizend spionnen rond het Brusselse hadden verzameld. 3000! Ik was verbouwereerd.

Achter die mooie façade van vrolijkheid en gastvrijheid, achter dat optimisme van landen die verenigd waren op dat stukje grond dat Brussel heette, school een verbeten strijd om kennis en macht, een competitie tussen ideologieën die slechts één wens hadden: de wereld domineren. Want dat waren ook de jaren 50.

Terwijl België zich klaarmaakte voor het grootste feest ooit, woedde immers op de achtergrond een Koude Oorlog tussen Oost en West. In 1956 hadden Russische tanks de Hongaarse opstand onderdrukt, in Cuba veroverde guerillaleider Fidel Castro, met steun van de Sovjet-Unie, meer en meer terrein, een wapenwedloop was in volle gang en het zou niet lang meer duren voor de Russische president Chroesjtsjov de westerse landen zou verzoeken om Berlijn te verlaten.

Bovendien begon de wereld al redelijk zenuwachtig te worden, want eind 1957 had de Sovjet-Unie de communicatiesatelliet Spoetnik I in een baan rond de aarde gelanceerd. Daarvoor had het de R7-raket gebruikt, een langeafstandsraket die ook een atoomkop kon dragen. Dubbel gevaar dus: die Spoetnik was waarschijnlijk één grote technische luistervink én er konden van verre afstanden en doelgericht atoombommen mee afgeschoten worden.

EEN PRETPARK

Hoofdredacteur Rik Van Cauwelaert begon zijn artikel in het themanummer Expo 58 van Knack Historia in 2008 als volgt: ‘Voor de debuterende CIA-agent Larry Devlin was de Expo 58 een heerlijke tijd. België was in die dagen een waar pretpark voor geheime diensten. De Belgische wetgeving was zo lek als een mandje. Dankzij de Wereldtentoonstelling, die 45 miljoen bezoekers aantrok, mochten agenten van allerlei gezindten het land in en uit. Officieel waren ze in het land als toerist, op weg naar de Expo.’

Ik had mijn thema, spionage op het Expoterrein, nu nog een verhaal.

8 De verdwenen Joker

Maandag 14 april 1958. Lambik, Suske en Wiske wandelen blijgezind rond op de Heizelvlakte in Brussel. Vele prachtige paviljoenen kunnen nog een laatste likje verf gebruiken, hier en daar is er nog een extra spijker nodig, want over drie dagen zal de Expo ’58 officieel zijn deuren openen. Als journalist mag Lambik in avant-première de site bezoeken, om alvast sfeerindrukken aan de hoofdredactie te bezorgen, en zijn twee vrienden mogen hem vergezellen. Vooral Lambik is in de wolken, want hij kreeg de opdracht om later die week de ravissante filmactrice June West te interviewen. Hij zweeft ook letterlijk, want hij ... lees meer botst op een vreemde jongeman die duidelijk gehaast is. De vreemdeling vlucht weg,  achternagezeten door twee mannen, maar steekt nog vlug een kaartspel in het vestzakje van Lambik. Suske ontdekt dat er drie kaarten ontbreken. Diezelfde avond wordt het kaartspel gestolen. De drie ontbrekende kaarten worden de inzet van een spannend avontuur met Amerikaanse geheim agenten en Russische spionnen, een computernerd, een plichtsbewuste ambtenaar van het Ministerie, een filmdiva en de hypnotiseur Priem in de hoofdrollen.

€ 9,99