Na de dood van zijn vrouw voelde dierenarts Drake O’Grady zich jarenlang verslagen. Alleen dankzij Zoe, de beste vriendin van zijn vrouw, heeft hij zich erdoorheen kunnen slaan. Maar in de afgelopen zes maanden is er iets veranderd. Drake voelt alsof hij weer echt begint te leven, opnieuw kan lachen, dingen bewuster waarneemt. Dingen zoals Zoe’s lippen als ze lacht. Hoe ze beweegt ze als ze danst. En hoe hij plotseling uitkijkt naar elke woordenwisseling met haar…

Lees hier alvast de eerste pagina’s van Het begint met een nacht, het derde deel in de Redwood Ridge-serie van Kelly Moran!

1

‘Ik vermoord je.’

Drake O’Grady bleef abrupt staan en haalde zijn telefoon van zijn oor om op het schermpje te kijken.

Yep. Het was toch echt Zoe Hornsby die hem had gebeld, maar dit was niet haar stem. Niet dat ze niet al vaker had gedreigd hem te vermoorden. Alleen uitte ze dat gewoonlijk wel wat subtieler dan dat ze er meteen mee op de proppen kwam. Ze was lichtgeraakt en koppig, en ze had een ijzeren wil. Ze was aantrekkelijk en intelligent, maar ze bezorgde hem een heleboel kopzorgen.

Hij veegde met zijn arm het zweet van zijn voorhoofd, zette de telefoon weer aan zijn oor en riep haar naam. Toen ze niet antwoordde, zuchtte hij en keek om zich heen, een beetje van zijn stuk gebracht. Altijd – áltijd – bracht ze hem van zijn stuk. Haar favoriete tijdverdrijf.

Diep in een donker stuk bos stond hij voor zijn huis op adem te komen nadat hij vijf kilometer had hardgelopen. Het enige wat hij wilde was douchen, een biertje en twee uur ontspannen voor de televisie met de sportzender op. Hij snoof de pekelgeur op van de Grote Oceaan een paar kilometer verderop, die zich mengde met de dennen- en mosgeur van het bos. De schemering was al voorbij en de achtergebleven vochtigheid maakte het benauwd.

Of misschien kwam dat doordat hij zich zorgen maakte. Zijn hart sloeg over achter zijn ribben omdat er kans was dat de situatie bij Zoe thuis uit de hand liep. Het klonk alsof de andere telefoon op de speaker stond. Er klonken geluiden van dingen die kapotgingen, geschreeuw en brekend glas. En dat betekende dat Zoe’s moeder een heftige avond had. En aangezien Zoe niet reageerde, had ze…

‘Ze heeft me weer per ongeluk gebeld.’ Drake keek naar zijn trouwe Duitse herder Moses, die aan zijn voeten zat, met zijn tong uit zijn bek vanwege hun inspanning van die avond. Als honden hun schouders konden ophalen, had die van hem het zojuist gedaan.

Hoewel hij en Zoe al bevriend waren sinds ze allebei luiers droegen, vond hij het vervelend om erbij betrokken te worden.
Hoewel hij en Zoe al bevriend waren sinds ze allebei luiers droegen en ze samenwerkten in de dierenkliniek waar zij verzorgster was en hij dierenarts, vond hij het vervelend om erbij betrokken te worden. Zoe was heel erg op haar onafhankelijkheid gesteld en ze was de afgelopen jaren beter dan een heilige omgegaan met haar moeders diagnose van early onset-dementie.

‘Mama, alsjeblieft.’

Drakes maag trok samen bij de vermoeide toon in Zoe’s stem. Met bonzend hart aarzelde hij of hij tussenbeide zou komen of niet. Ze zou hem waarschijnlijk verminken als hij dat deed. Maar verdomme. Hij kon het niet meer aanhoren, floot Moses en deed de voordeur open om de hond naar binnen te laten gaan.

‘Ik ben zo terug. Niet al het bier opdrinken terwijl ik weg ben.’

Woef.

‘Dat hoorde ik.’

Met een van het zweet doorweekt T-shirt en spieren die protesteerden tegen het ontbreken van rekoefeningen na het hardlopen klom hij achter het stuur van zijn pick-up. Terwijl hij de verbinding verbrak, staarde hij door de voorruit, knarsend met zijn kiezen, en toen zette hij de auto in de versnelling. Hij kon naar haar toe rijden, even naar binnen gaan en binnen tien minuten weer terug zijn. En dan kon hij zijn plezierige vrijdagavond weer voortzetten. In zijn eentje.

Hij reed over de lange, bochtige weg langs de huizen van zijn broers Flynn en Cade, vervolgens langs dat van zijn moeder, en vervolgde zijn weg naar de hoofdweg in hun dorp Redwood Ridge. Mensen waren buiten en genoten van de Oregonse zomer, ijs etend en wandelend over de trottoirs van kinderkopjes. Ouderwetse lantaarnpalen verlichtten de weg en zonden een gelig schijnsel uit tegen de achtergrond van sterren.

Terwijl hij met een slakkengangetje voortreed, trommelde hij met zijn vingers op het stuur, zorgvuldig elk oogcontact met voorbijgangers vermijdend. Oogcontact betekende aanmoediging om te… kletsen. Hij huiverde.

Na een paar zijstraten en een paar scherpe bochten was hij in het buurtje waar Zoe woonde. Dit oudere deel van het dorp bestond uit knusse huisjes en tuintjes van postzegelformaat vol bloembakken. Vuurvliegjes twinkelden boven de netjes gemaaide gazons. Hij reed haar oprit op, zette de motor af en liep het trappetje van de veranda op.

Naar binnen en weer naar buiten.

Net toen hij opnieuw wilde bonken, zwaaide de deur wijd open.
Er klonk gegil aan de andere kant van de deur, en hij wreef in zijn nek terwijl hij wachtte tot er een reactie kwam op zijn geklop. Net toen hij opnieuw wilde bonken, zwaaide de deur wijd open.

Ze stond met haar volle een meter zestig in de deuropening. Ze was maar een petieterig vrouwtje, al werd dat feit ondergesneeuwd door haar enorme persoonlijkheid. Gekleed in een afgeknipte spijkerbroek en een wit hemdje stond ze voor hem, met één heup scheef.

En jezus. Was een beha te veel gevraagd? De tepels vermijdend die naar buiten staken om hem welkom te heten, hield hij zijn blik op haar ogen gericht. Ze waren groenbruin, met soms een beetje grijs of blauw. Ze werden omlijst door donkere wimpers en waren te groot voor haar smalle gezicht. Haar ooit lichtbruine, schouderlange haar was opgestoken in een slordige knot en was nu belachelijk roze geverfd. Al een jaar lang verfde ze het in onnatuurlijke kleuren. Waarom dat was, daar had hij geen idee van.

‘Het komt nu niet goed uit, Drake.’

Om haar opmerking kracht bij te zetten viel er in het huis iets stuk.

‘Je meent het.’

‘Zoe? Zoe, lieverd.’ Vanuit het huis ernaast kwam Zoe’s buurvrouw de voordeur uit, leunde over de reling van de veranda en wrong een handdoek uit. Een mengsel van schuldgevoel en ongerustheid was te lezen op haar jonge gezicht. ‘Ik heb net de kinderen zover weten te krijgen dat ze gingen slapen. Is er enige hoop dat je moeder snel rustig zal worden?’

Rinkel.

Zoe deed haar ogen dicht en zuchtte. Met neerhangende schouders stak ze haar hoofd door haar eigen voordeur naar buiten. ‘Het spijt me, Mary. Ik doe mijn best.’

‘Dat weet ik. Ik weet dat je je best doet, lieverd.’ Ze beet op haar lip. ‘Kan ik iets doen?’

Dat moest Drake haar buren tenminste nageven. Het waren goede mensen die hielpen waar ze konden. Alleen gaven de wallen onder Zoe’s ogen en het feit dat ze dunner leek dan ooit aan dat de hoeveelheid hulp die ze kreeg nooit genoeg was. Haar moeder was dit jaar in snel tempo achteruitgegaan, en Zoe deed er alles aan om haar thuis te houden. Alleen ging ze daar zelf aan onderdoor.

Haar moeder was dit jaar in snel tempo achteruitgegaan, en Zoe deed er alles aan om haar thuis te houden.
‘Dank je. Het gaat wel.’ Ze sloeg haar armen over elkaar en wachtte met praten tot de buurvrouw weer naar binnen was. ‘De apotheek heeft een zootje gemaakt van ons herhalingsrecept en ik moest een uur wachten. En daardoor krijgt ze het kalmeringsmiddel later dan gewoonlijk. Ze heeft toch altijd al zo’n last van sundowning, maar nu is ze helemaal overstuur en onhandelbaar. Ik krijg haar niet zover dat ze de pillen inneemt.’

Hij knikte. Sundowning – de term voor een veelvoorkomend verschijnsel bij mensen met alzheimer en dementie – was Zoe’s ergste vijand. De verwarring nam meestal later op de dag, als de zon onderging, toe, vandaar de term. Om haar heen stappend liep hij naar binnen, waarbij hij een omgegooide salontafel en een lamp op de kale houten vloer opmerkte. De vloer rondom het keukeneiland was bezaaid met spaghetti.

Ze volgde zijn blik. ‘Dat is wat de feestelijkheden in gang zette. Ze beweerde dat ik probeerde haar te vergiftigen. Feng shui door middel van pasta. Ziet er leuk uit.’

Ze had tenminste haar gevoel voor humor nog.

Ze wreef over haar vermoeide gezicht. ‘Wat doe je hier trouwens?’

‘Je belde me.’

Ze trok een rimpel in haar voorhoofd op diezelfde schattige, uitdagende manier als ze al deed als kind. ‘Niet waar.’

‘Ik weet vrij zeker van wel.’ Aangezien ze op het punt stonden in een welles-nieteswedstrijdje voor kleuters verzeild te raken, greep hij haar schouders, draaide haar om haar as en viste haar telefoon uit haar achterzak. Hij hield hem omhoog en trok zijn wenkbrauwen op.

‘Ik heb je weer vanuit mijn broekzak gebeld. Sorry.’ Ze nam de telefoon weer van hem aan en legde hem neer. Er kroop een blos omhoog in haar hals, en hij voelde zich een eikel omdat hij haar in verlegenheid had gebracht. Het was een ongebruikelijk gezicht, absoluut. Ze rechtte haar schouders alsof ze haar laatste restjes divagedrag aansprak. ‘Tenzij het een smoes was om aan mijn kont te kunnen zitten.’

En daar was de Zoe weer die zijn slapen deed kloppen en zijn linkeroog deed trekken.

Hij kneep zijn ogen waarschuwend tot spleetjes, ook al zat ze hem alleen maar te stangen. ‘Ik heb je kont niet aangeraakt.’

‘Jawel, daarnet.’

‘Alleen maar om je…’ Hij haalde langzaam en diep adem om zich in te houden. ‘Waarom doe ik nog moeite?’

Ze rolde met haar ogen en wuifde het argument weg. ‘Relax. Eindelijk word ik weer eens betast. Dat was lang geleden. Ik zou je moeten bedanken.’

Hij klapte zijn kaken op elkaar om te voorkomen dat hij iets onverstandigs zou zeggen.
Hij klapte zijn kaken op elkaar om te voorkomen dat hij iets onverstandigs zou zeggen. Vier jaar… Vier jaar had hij in een toestand van bijna complete verdoving doorgebracht, op de automatische piloot. Als een spook tussen de levenden. Het overlijden van zijn vrouw Heather aan baarmoederhalskanker had een gapend gat achtergelaten waar liefde had gezeten, en had alle hoop om zeep gebracht. En sindsdien was de vrouw die voor hem stond de enige geweest die nog wat emotie in hem had opgewekt.

Voornamelijk irritatie, maar evengoed emotie.

Catherine kwam in beeld achter in de korte gang. Een gekreukte nachtjapon was het enige wat ze aanhad en die was van een schouder gegleden. Haar haar had dezelfde kleur als Zoe’s natuurlijke haarkleur en ze hadden dezelfde spichtige bouw. Voordat de ziekte haar verstandelijke vermogens had weggenomen, had Catherine Zoe in haar eentje opgevoed en haar tot de onafhankelijke, zelfverzekerde vrouw gemaakt die ze nu was. Daarbij kwam dat ze meer vriendinnen van elkaar waren geweest dan dat ze een moeder-dochterrelatie hadden gehad.

Nu straalden Catherines ogen alleen maar lege verbijstering en een spoor van angst uit. Hij kreeg een leeg gevoel in zijn buik toen hij zag wat een lege huls ze was geworden. Als hij al zo beklemd was na vijf seconden in deze kamer, kon hij zich nauwelijks voorstellen hoe erg het Zoe moest raken. Hij had Heather langzaam zien wegkwijnen, steeds zieker zien worden, en dat was het moeilijkste wat hij ooit had meegemaakt.

‘O, shit.’ Zoe pakte zijn armen, en daar schrok hij van. Ze ging voor hem staan en versperde hem de weg naar haar moeder.

Catherine hief haar arm op.

‘Bukken…’ Een boek vloog door de kamer tegen Zoe’s rug aan. Ze zoog hard haar adem in, kneep haar ogen dicht en liet toen haar voorhoofd tegen zijn borst zakken. ‘Verdomme, dat deed pijn. Ze is al de hele avond met dingen aan het gooien.’

Hij verstijfde, volkomen verbijsterd dat Catherine tekenen van geweld vertoonde. Ze had wel geschreeuwd en de kamer zodanig overhoopgehaald dat het leek alsof er was ingebroken, maar hij was nog nooit getuige geweest van agressie als deze, gericht tegen haar dochter. Hij staarde naar de paperback die voor zijn voeten was neergekomen.

Zoe’s subtiele lavendelgeur vulde zijn neus, wervelde om hem heen en herinnerde hem aan hoe ze erbij stonden. Hij stak zijn handen omhoog in overgave bij haar onverwachte aanraking. Het was lang geleden dat hij zelfs maar per ongeluk was aangeraakt. Hij probeerde zijn ademhaling in bedwang te houden en zijn reactie, wat voor vreemde reactie dat ook was, te beheersen, maar gaf het toen op.

Zijn boosheid zorgde ervoor dat zijn hart begon te bonzen.
Zijn boosheid zorgde ervoor dat zijn hart begon te bonzen. Hij hield haar op een armlengte van zich af en maalde met zijn kaken. ‘Schermde je me zojuist nou af? Waar slaat dit op, Zoe?’ Hij liet zijn blik over de gepijnigde uitdrukking op haar gezicht gaan. ‘Gaat het?’ De manier waarop ze haar vingers in zijn onderarmen drukte, vertelde hem van niet.

‘Ja, prima.’ Langzaam rechtte ze haar rug, met vertrokken gezicht. ‘Mama, kijk eens wie er op bezoek is.’

Zijn rol kennend, glimlachte hij en deed een stap opzij. ‘Hé, Cat. Ik ben thuis.’ Om wat voor reden dan ook voelde Catherine zich meer op haar gemak bij mannen dan bij vrouwen. Vooral het afgelopen jaar was ze teruggegaan naar een tijd in haar geheugen vóór Zoe, en vaak dacht ze dat Drake – of welke man dan ook met wie ze in contact kwam – Zoe’s oom was.

Cats verwarde blik bleef op hem hangen en werd tederder. ‘Jimmy?’

Hij keek naar Zoe en vroeg vanuit zijn mondhoek aan haar: ‘Wie is dat?’ Cats broer heette Ed.

‘Ik denk dat het mijn vader is,’ fluisterde ze.

Hij keek haar recht aan, en het masker dat ze had opgezet om haar ware gevoelens te verbergen beviel hem maar niks. ‘Ik dacht dat je je vader nooit had ontmoet.’ Voor zover hij wist, kende Zoe niet eens de naam van die vent.

‘Heb ik ook niet. Hij ging ervandoor toen ze zwanger was en is nooit meer teruggekomen. Maar afgaand op de manier waarop ze zijn naam ter sprake brengt en aan de dingen die ze zegt, lijkt het me wel een logische conclusie.’

Hij knikte en vroeg zich af wat hij nu moest doen. ‘Waar zijn haar medicijnen?’

‘Op de keukentafel in een kopje.’

‘Jimmy? Ben jij dat?’

Glimlachend liep hij naar Cat toe en legde zijn handen op haar schouders.
Glimlachend liep hij naar Cat toe en legde zijn handen op haar schouders. ‘Ja, ik ben het. Het is al heel laat. Zal ik je instoppen? Dan praten we morgen verder, goed?’

Daar leek ze over na te denken terwijl haar blik in het rond schoot. ‘Oké dan maar.’ Ze keek Zoe woedend aan met ogen die vuur spuwden. ‘Wie is die slet?’

Zodra de woorden tot haar door moesten zijn gedrongen, slikte Zoe moeizaam en liet haar hoofd hangen. ‘Ik ben je nieuwe buurvrouw. Ik kwam alleen even een bord koekjes brengen.’ Haar stem brak tegen het einde en ze schraapte haar keel. ‘Ik zal jullie alleen laten.’

Bedroefd schuifelde ze naar de keuken. Hij moest zijn uiterste best doen om de schijn op te houden en niet achter haar aan te gaan. Elke dag. Ze deed dit dag in, dag uit.

Hij pakte het kopje met pillen van de keukentafel en leidde Cat met een hand op haar elleboog naar de slaapkamer. Ze had de boel helemaal overhoopgehaald. Laden waren uit de kasten getrokken, overal lagen kleren. Het beddengoed lag op een stapel in de hoek.

Hij ruimde vlug zo veel mogelijk weer op en haalde haar over de medicijnen te slikken. Nadat hij haar had ingestopt, bleef hij nog even bij haar heup zitten om er zeker van te zijn dat ze in bed zou blijven. Zoe kon wel een paar minuutjes rust gebruiken.

‘Ik kan bijna niet geloven dat je er bent, Jimmy. Ik heb je gemist.’

Het enige wat moeilijker moest zijn dan kijken naar iemand in deze toestand was zelf degene zijn die zich erin bevond. Hij glimlachte met samengeknepen keel. ‘Ik jou ook. Rust maar lekker uit.’

Haar oogleden vielen dicht. ‘Ik vind dat we de baby Diane moeten noemen. Of misschien Zoe.’ Ze gaapte, haar ogen gesloten. Dat betekende waarschijnlijk dat die Jimmy Zoe’s vader was. Je moest wel een ontzettende klootzak zijn om een zwangere vrouw voorgoed alleen achter te laten. Geen alimentatie. Geen verjaardagskaartjes. En nu zat ze gevangen, in haar eentje, en moest ze voor haar moeder zorgen.

Ze was ook een fantastische persoon, hoezeer ze het bloed ook onder elkaars nagels vandaan haalden.
‘Zoe is een heel mooie naam.’ Ze was ook een fantastische persoon, hoezeer ze het bloed ook onder elkaars nagels vandaan haalden.

Toen hij ten slotte door de gang liep, zag hij dat Zoe de rommel van de spaghetti had opgeruimd en de salontafel overeind had gezet. Het was een schattig huisje. Ze was hier opgegroeid en was er weer ingetrokken na de diagnose van haar moeder. Maar de plek paste niet bij Zoe’s persoonlijkheid, niet op dezelfde manier als haar oude flat deed. Blauw met roze gestreepte gordijnen, banken met bloemetjesmotief, verweerde grenen tafels.

Hij trof haar aan aan de keukentafel, met een kom pasta voor zich waar ze maar weinig van at. ‘Ze slaapt.’

‘Dank je.’ Ze weigerde hem aan te kijken en staarde naar haar eten. De stilte duurde voort. ‘Heb je trek?’

‘Nee.’ Hij nam een stoel en ging naast haar zitten.

‘De spaghetti komt uit de pan, niet van de vloer.’ Haar ogen lichtten uitdagend op.

Hij schudde zijn hoofd, en zijn poging tot een glimlach mislukte jammerlijk.

Zo vaak had ze voor hem klaargestaan, en nu kon hij niets bedenken om tegen haar te zeggen. Ze was Heathers beste vriendin geweest en ook een heel goede vriendin van hem. Hij was al een man van weinig woorden, maar Zoe was de enige die hem sprakeloos deed staan. Dat had ze altijd al gedaan, eigenlijk. Niet dat het echt zenuwen waren, maar wel iets raars.

3 Het begint met een nacht

Wanneer je hart weer begint te kloppen...

Na de dood van zijn vrouw voelde dierenarts Drake O'Grady zich jarenlang verslagen. Alleen dankzij Zoe, de beste vriendin van zijn vrouw, heeft hij zich erdoorheen kunnen slaan. Maar in de afgelopen zes maanden is er iets veranderd. Drake voelt alsof hij weer echt begint te leven, opnieuw kan lachen, dingen bewuster waarneemt. Dingen zoals Zoe's lippen als ze lacht. Hoe ze beweegt ze als ze danst. En hoe hij plotseling uitkijkt naar elke woordenwisseling met haar...

Het derde deel van de Redwood-serie - de meest emotionele en mooiste liefdesverhalen van ... lees meer het jaar!

€ 12,99

Kelly Moran

Kelly Moran is een Amerikaanse bestsellerauteur in het romantische genre. Ze won eerder de Catherine Award, was een Readers’ Choice-finaliste, HOLT Medallion-finaliste, en stond in de top 10 van de USA Today HEA (Happy Ever After). Op Goodreads krijgen haar boeken gemiddeld 4,5 sterren.

2 Het begint met een kus

Oude vrienden, nieuwe liefde?

Redwood, Oregon. Een stadje tussen bergen en zee. Hier heeft Flynn O'Grady een dierenartspraktijk met zijn twee broers. Omdat hij vanaf zijn geboorte doof is, moet Flynn op zijn andere zintuigen vertrouwen bij het werken met de dieren. En op Gabby, zijn assistent. De twee zijn een perfect team en ook privé beste vrienden. Daarom negeert Flynn zijn hartslag als hij haar te lang in de gaten houdt. Maar sommige dingen kunnen niet voor altijd worden genegeerd. Vooral als je in een klein stadje vol enthousiaste matchmakers woont...

Een plek om te ontspannen, drie ... lees meer dierenartsen om verliefd op te worden - het tweede deel van de Redwood-serie

€ 12,99

1 Het begint met een blik

Kleine stad, grote gevoelens

Redwood Ridge, een schilderachtig stadje in Oregon. Precies de juiste plek voor een nieuwe start. En die heeft Avery Stowe hard nodig na een rampzalig huwelijk, ook voor haar autistische dochter Hailey. Er is maar één probleem: de lokale, aantrekkelijke dierenarts, Cade O'Grady. Een nieuwe relatie is namelijk het laatste wat Avery wil. Ze weet alleen niet hoe lang ze Cade kan weerstaan. Vooral omdat de hele stad heeft samengespannen en voor Cupido begint te spelen...

Een plek om je goed te voelen, drie dierenartsen om verliefd op te worden - het eerste deel ... lees meer van de Redwood Ridge serie

€ 12,99