Meredith May was vijf jaar oud toen er voor het eerst een honingbij over haar arm kroop. Ze woonde op dat moment bij haar grootvader, een excentrieke bijenhouder die honing maakte in een roestig oud busje. Die eerste bij was angstaanjagend en opwindend tegelijk, en in de jaren daarna ontdekte ze dat alles wat ze over het leven en familie moest weten verborgen lag in de geheime wereld van de bijen. Het was het begin van een levenslange vriendschap.

In De bijenhoudster vertelt May een waargebeurd verhaal over haar ervaringen met een fan de fascinerendste wezens van de natuur: de honingbij. Nieuwsgierig? Hieronder lees je alvast een Q&A met de auteur!

Wat heeft jou geïnspireerd om je verhaal te vertellen?

Meredith: Naarmate ik ouder werd en terugkeek op mijn jeugdjaren, realiseerde ik me dat ik een ongebruikelijke jeugd heb meegemaakt. Opgevoed door een excentrieke bijen houdende grootvader; mijn moeder verscholen toekijkend achter een gesloten deur. Toen mijn grootvader te zwak werd om het bijen houden voort te zetten, voelde ik dan ook een onbedwingbare drang om het van hem over te nemen. Dus overtuigde ik mijn managers op kantoor om bijenkorven op het dak van het bedrijf te plaatsen. Op dat moment, 30 jaar na die jeugd, voelde ik de vibratie van de bijenvleugels weer door mijn lichaam trillen, en dat was zo herkenbaar en persoonlijk, dat ik ervan moest huilen. Mijn collega’s dachten dat ik gek was, maar ik wist dat ik een boek moest schrijven om anderen uit te leggen hoeveel deze kleine wezentjes voor mij betekenen. Hoe ze mij leerden een beter persoon te zijn. Ze waren mijn beschermers gedurende een moeilijke periode in mijn leven.

Wat is er gebeurd met je familie?

Meredith: Mijn ouders hadden altijd ruzie. Ik was vijf jaar oud toen mijn moeder mij en mijn jongere broertje meenam op een vlucht van Rhode Island naar California. Ze zei dat we gewoon onze grootouders gingen opzoeken, maar het vreemde was: we zijn nooit teruggekeerd naar onze vader. Mijn broertje Matthew, mijn moeder en ik deelden een kamer. Matthew in een kinderbedje en ik in een tweepersoonsbed samen met mijn moeder. We bleven daar zo’n negen of tien jaar. Mijn moeder was telkens depressief en kwam haar bed amper uit. Toen ze eindelijk wat opknapte, had ze het ouderschap al lang en breed overgelaten aan mijn opa en oma. Ze werd meer een oudere zus voor mij dan een moeder. De stilte in mijn familie vergrootte mijn verwarring. De volwassenen vertelden ons niks, dus we bleven achter in verbazing. Ik verstopte mijzelf. De scheiding deed me denken dat slechte dingen je op elk moment kunnen overkomen, dus ik was van mening dat ik mij beter kon verstoppen, zodat deze slechte dingen mij niet konden vinden. Ik klom in een boom vol met zoemende bijen, ik las (met een kaars!) in een gesloten kast. Ik kroop onder bedden, in bosjes in de tuin. Ik werd enorm ‘close’ met mijn knuffel, een roze kat genaamd Morris, waarmee ik altijd sliep.

Hoe heeft het bijen houden jou geholpen te overleven?

Bijen houden gaf me rust, zodat ik mijn gedachtes kon ordenen.
Meredith: Ik verloor mijn vader fysiek, en mijn moeder geestelijk. Het was moeilijk om daar niet constant aan te denken. Bijen houden gaf me rust, zodat ik mijn gedachtes kon ordenen. Je moet goed je aandacht erbij houden als je met bijen bezig bent, je moet rustig blijven en langzaam bewegen, want bijen zijn gevoelig voor energie en plotselinge bewegingen. Dus ik kon helemaal opgaan in mijn taak en vergat daarbij mijn problemen. Ik voelde mij belangrijk en noodzakelijk wanneer ik mijn Opa hielp in zijn Big Sur bijentuin, dat het tegenovergestelde was van mijn onzichtbaarheid die ik in huis voelde.

Welke specifieke levensles heb je geleerd van de bijen?

Meredith: Opa leerde mij over het gedrag van bijen; hij sprak in metaforen die me hoop gaven tijdens mijn jeugd. Hij liet me zien dat een bijenkorf een matriarchaat is, met een koningin en tienduizenden ‘dochters’ en slechts een paar honderd ‘mannetjes’. Het is een volledige functionerende familie, onafhankelijk en met een duidelijke taakverdeling. Dat leerde mij dat moederschap slechts instinctief is, zelfs bij de kleinste insecten. Ik leerde dat vrijgevigheid en hard werken chaos verandert in orde. Kenmerkend – wat mij het meest is bijgebleven is dat Opa op een dag een honingraat met eitjes in zijn hand had. Het begon te regenen, en opeens richtte de bijen zich op, draaide ze allemaal dezelfde richting op en vormde gezamenlijk met hun vleugels een soort zeildoek om de eitjes te beschermen en droog te houden. Ik was verbaasd dat bijen zichzelf in gevaar brachten om hun kindjes te beschermen, maar tegelijkertijd gerustgesteld dat moederliefde bestond, in de natuur om mij heen.

Wat is de honingbus?

Het was net een Willy Wonka-mirakel daarbinnen.
Meredith: Het was een oude, ontmantelde Ford Ord militaire bus uit de jaren ’50, die in de achtertuin van mijn Opa stond. Hij had de stoelen eruit gehaald, de motor verwijderd en zijn eigen honingfabriek erin gemaakt. Zijn honing-spinner stond erin, en een pomp die werd aangedreven door een grasmaaiermotor, dat de honing door een netwerk van buizen pompte, dat eindigde in twee enorme tanks, waarin we het opvingen. Het was net een Willy Wonka-mirakel daarbinnen. Elke zomer hielp ik hem de honing in flessen te gieten, en het was op die momenten dat we konden praten over onze verlangens, dromen en angsten.

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we kinderen weer laten ‘connecten’ met de natuur?

Meredith: Ik ben echt bang dat we ons vermogen om te leren van de natuur aan het verliezen zijn. Er zijn kinderen in San Francisco die nog nooit naar het strand zijn geweest, laat staan het verschil kunnen zien tussen vocht uit een eikenboom en rozemarijn. Maar ze kunnen het ‘Googelen’, dus dat is prima voor hen. Je hoort weleens verhalen over jongeren die ’s nachts bijenkorven van boomstammen afhakken. Ik denk dan: als die jongeren over dezelfde kennis beschikken als de bijen, dan zouden ze zich realiseren dat ze ingenieuze wezens aan het vermoorden zijn, die zorgen voor het behoud van voedsel op hun borden. Het bewust zijn van de verwevenheid van mens en natuur is de sleutel tot het opvoeden van meer compassievolle, ecologische en gezonde jonge mensen. Als ik een ouder zou zijn, zou ik een regel maken dat één of twee dagen per week er geen technologie wordt gebruikt, maar dat ze naar buiten moeten. Geen TV, geen Internet, geen telefoon, geen radio – je moet een gezamenlijk familie-activiteit uitzoeken dat zich buiten afspeelt. Het kan zelfs een korte wandeling om het huis heen zijn – je ziet van alles in dat korte stukje. Als dat niet werkt, neem ik een hond om deze oplossing kracht bij te zetten.

Waarom verdwijnen bijen?

Colony Collapse
Meredith: Allereerst is er veel verwarring over dit onderwerp. ‘Colony Collapse’, de mysterieuze, nachtelijke verdwijning van een kolonie bijen, hun honing, eitjes en de koningin achterlatend, is lang niet zo’n groot probleem als het in 2006 werd genoemd. Het gebeurt nog steeds, maar niet op zo’n grote schaal. Waar we werkelijk over spreken als we het hebben over de afname van de bijenpopulaties, is het afnemende percentage bijenkorven dat de winter doorkomt. In vroegere jaren was het voor bijenhouders normaal dat ze zo’n 15 procent van hun bijenkorven verloren in de winter, veroorzaakt door de kou, sterfte, ziekte. Vandaag de dag is dat percentage verdubbeld. Dit is onhoudbaar.

Maar waarom? Ik denk dat de grootste boosdoener de Varroa mijt is, een kleine vampierachtige mijt die zich aan de bij vastklampt, hun lichaamsvocht opzuigt en auto-immune virussen in de bij plant. Deze mijt is een grote bedreiging voor bijenkorven, ook omdat ze resistent zijn voor chemische en non-chemische bestrijdingsmethodes. Bijna elke bijenkorf krijgt te maken met deze mijt, en het ligt aan de waakzaamheid van de bijenhouder of het op tijd is om de korf te redden. Maar daarnaast spelen er nog meer verontrustende gevaren: er zijn steeds minder wilde bloemen, pesticides komen steeds vaker voor, bijenteeltpraktijken die de bijen alleen maar stress geven, ziektes en plagen.

Wat kunnen mensen doen om te helpen?

Meredith: Plant bij-vriendelijke bloemen. In je tuin, rondom gewassen (als grensscheiding), overal waar het kan. Het lijkt een kleine oplossing, maar het helpt echt enorm.

Gebruik geen RoundUp of soortgelijke chemicaliën in je tuin. Gebruik organische methodes, zout in plaats van onkruidverdelgers bijvoorbeeld. Of accepteer dat je sommige planten moet delen met ‘beestjes’.

Bel een bijenhouder in plaats van een verdelger wanneer je een bijenzwerm in je tuin hebt. Lokale bijenhoudersverenigingen halen de bijen zonder kosten bij je weg. Een verdelger vermoord de bijen – en brengt kosten in rekening voor deze ‘service’.

Koop honing bij kleine bijenhouders/boeren.

Bijenhouders zouden meer waakzaam moeten zijn voor mijt; wees vaker alert, dat kan voorkomen dat de mijt zich voortplant en naastgelegen bijenkolonies aantast.

Waarom ben je een bijenhoudster geworden?

Meredith: Mijn Opa vroeg mij, vlak voor zijn overlijden, zorg te dragen voor zijn laatste bijenkorf. Ik denk eigenlijk dat hij mij vroeg om in zijn voetsporen te treden. Ik voel hem bij mij als ik met de bijen bezig ben, en het geeft mij veel vrede. Ook voel ik een bepaalde noodzaak om de bijen te beschermen, omdat ze mij ook hebben beschermd toen ik kwetsbaar was. En ten slotte, meer een persoonlijke reden is dat bijen houden een beetje anders is, dat zorgt voor leuke verhalen op verjaardagen en feestjes.

De bijenhoudster

Meredith May was vijf jaar oud toen er voor het eerst een honingbij over haar arm kroop. Ze woonde op dat moment bij haar grootvader, een excentrieke bijenhouder die honing maakte in een roestig oud busje. Die eerste bij was angstaanjagend en opwindend tegelijk, en in de jaren daarna ontdekte ze dat alles wat ze over het leven en familie moest weten verborgen lag in de geheime wereld van de bijen. Het was het begin van een levenslange vriendschap.

De bijenhoudster is een buitengewoon mooi geschreven verhaal over onverwachts je plek en roeping vinden, en hoe een klein, vaak ... lees meer verkeerd begrepen insect een leven kan veranderen.

€ 20,99

Meredith May

Meredith May werkte zestien jaar voor de San Francisco Chronicle, waar ze voor haar verslaggeving de PEN USA Literary Award  for Journalism ontving en op de shortlist stond voor de Pulitzer Prize. Ze heeft het imkeren van haar grootvader overgenomen en heeft in haar woonplaats San Francisco verschillende kasten in een gemeenschappelijke tuin. (c) Matthew May