Het najaar komt eraan, maar de herfst is nog niet begonnen. Wat betekent dat voor je moestuin? Is het oogstseizoen nu voorbij? Helemaal niet, aldus Wim Lybaert. In zijn nieuwste moestuinboek, In de moestuin, wijdt hij een hoofdstuk aan de maand september: de maand van de fruitoogst!

Hieronder kan je enkele fragmenten en tips uit In de moestuin lezen.

Wat kan je verwachten in de moestuin in september?

Het late zomerlicht valt wel al wat schuiner de tuinen in, maar septemberlicht is nog heel open en heel helder. Het is minder direct, en minder bombastisch dan dat overweldigende juli- en augustuslicht. Daardoor is het een gedroomde lichtinval voor de liefhebbers van natuurfotografie zoals ik. Ik loop de hele tijd te fotograferen. Er is ook nog zoveel te zien! De bladeren verkleuren nog niet, de bloemen verwelken nog niet, de groenten groeien gewoon door en er zijn nog heel wat dagen waarop het 25 °C kan worden. 

September is nog geen herfstmaand. Die hele Indian summer is iets voor oktober en soms zelfs begin november geworden. Maar er zijn wel al kleine tekenen aan de wand dat de zomer niet zal blijven duren. Ik zie het een heel klein beetje in de afnemende kracht waarmee alles groeit. De wortelen worden nog dikker, maar niet in het tempo van daarvoor. De tomaten rijpen verder, maar er zijn steeds minder nieuwe vruchten. Ik zie het ook in de ochtenddauw, die net een beetje hardnekkiger wordt. Ik zie het op de thermometer, die steeds koudere nachten aangeeft. Maar ik ruik het vooral, aan het einde van de tuin, waar de boomgaard de geur van fruit loslaat. 

In het besef dat je zoveel oogst krijgt voor zo weinig werk, vind ik het spijtig dat de reflex om een fruitboom te planten er vandaag de dag een beetje uit is.

Waarom moet je zeker fruit planten in je moestuin?

Ik zeg vaak dat fruit een essentieel deel van de moestuin is, omdat je er letterlijk de vruchten van je arbeid plukt. Die fruitboom, dat is bovendien werkelijk maximale vruchten voor minimale arbeid. En dat is misschien het enige moeilijke aan de oogst van appels en peren: de oogst spreiden, en het overschot bewaren. 

In het besef dat je zoveel oogst krijgt voor zo weinig werk, vind ik het spijtig dat de reflex om een fruitboom te planten er vandaag de dag een beetje uit is. Ooit was het vanzelfsprekend dat er in de tuin een fruitboom stond.

Hoe weet je of het fruit rijp is om geplukt te worden?

Ik begin eind augustus, begin september al wat fruitbomen te testen. Het is behoorlijk simpel om te weten of een peer of appel rijp is: als je eraan trekt, er een halve draai aan geeft, en vervolgens de appel of peer in je hand hebt, dan is hij rijp. Als je trekt en echt zo hard moet trekken dat de hele tak mee naar beneden buigt, dan ben je te vroeg: dan is hij nog niet rijp. Laat je de vruchten te lang hangen, dan heb je meer kans op gevallen en gestoken fruit; je kunt dus maar beter heel vroeg en regelmatig testen op rijpheid. Sommige rassen zijn trouwens maar een week lang goed, daarna worden ze beurs of kruimelig. Die ene week van heerlijk verse vruchten wil je dan echt niet missen. 

Appels op het zuiden zijn eerder rijp dan die op het noorden. Idealiter begin je dus te eten vanaf het zuiden en pluk je de appels aan de noordzijde het laatst.

In een ideale wereld, waarin ik voldoende tijd heb, loop ik de boom zelfs in de windrichting af. De appels op het zuiden zijn immers eerder rijp dan die op het noorden. Idealiter begin je dus te eten vanaf het zuiden en pluk je de appels aan de noordzijde het laatst. 

Hoe kan je de fruitoogst best bewaren?

Tegen eind september kijk ik meestal tegen een overdaad aan fruit aan, die ik zo goed mogelijk wil bewaren. En dat bewaren lukt alleen als je het zeer zorgvuldig doet. Om te beginnen komen enkel perfect egale appels en peren, getrokken van de boom, in aanmerking. Het kleinste plekje op een appel, of het nu door een tak in de buurt of van een beestje is, groeit in een paar weken tijd uit tot een rotte plek die alle appels aansteekt. Alleen de meest perfecte stukken fruit kunnen dus naar de kelder. Niet dat het een kelder moet zijn overigens, maar wel een droge, koele ruimte, bij voorkeur donker en met een constante temperatuur. Leg de vruchten in houten kratjes of op krantenpapier en zorg dat ze elkaar niet raken. Plaats de kratjes vervolgens erg voorzichtig in het rek zodat je geen nieuwe blutsen en builen veroorzaakt. En na al die voorzichtigheid moet je toch nog elke week blijven controleren of er geen rotte plekken ontstaan en de aangetaste vruchten verwijderen. Maar dat is een klein werkje in verhouding tot wat je terugkrijgt: een enorme voorraad sappige vruchten om de donkere winter mee te overbruggen. 

De aangetaste appels moet je uiteraard niet weggooien. Wij maken er een respectabele hoeveelheid appelmoes mee, en wat dan nog overblijft, brengen we naar de mobiele fruitpers. Twintig jaar geleden was er eentje in België, tien jaar geleden waren er al enkele, en vandaag de dag heeft elke provincie er meerdere en rijden de fruitpersen de hele herfst van de ene naar de andere locatie. Je fruit wordt er geperst, gepasteuriseerd en in luchtledige flessen gegoten. Je betaalt iets voor het werk en de verpakking, en in ruil heb je talrijke liters puur geperst fruit, zonder enige toevoeging, terwijl het dankzij de pasteurisatie wel één tot twee jaar goed blijft. Honderd kilo appels wordt zo in een halfuur tijd 60 tot 70 liter sap. Ook dat is voor mij een vorm van inmaken, deze keer zelfs met een minimale inspanning. 

 

In de moestuin

Iedereen kan moestuinieren, dat is de rode draad van In de moestuin. Wim Lybaert begint zijn boek met tien praktische moestuinvaardigheden en hoe je die in je vingers krijgt. Daarna beschrijft hij van meer dan vijftig groenten uitgebreid hoe je ze kweekt, met een aparte gids voor beginners en gevorderden. Hij neemt je mee langs kruiden, fruitbomen en kleinfruit, en doet de beginselen van kweken en snoeien uit de doeken. En tot slot is er het tuindagboek van Wim, vol natuurliefde en met een heel eigen kijk op tuinieren en moestuinplezier.

€ 40,00