Haal de wafelijzers boven, ontkurk de champagneflessen, het is feest in huize Nero. Dit jaar is het 100 jaar geleden dat Nero’s geestelijke vader Marc Sleen werd geboren en de stripheld zelf viert zijn 75ste verjaardag. Op 2 oktober 1947 verscheen immers de aankondigingsstrook van Het geheim van Matsuoka, het eerste Neroavontuur, in de krant Het Volk.

Een gesprek met Kim Duchateau

75 jaar Nero wordt gevierd met een schitterende tentoonstelling Een eeuw in verandering in het Belgisch stripmuseum in Brussel en prachtige heruitgaven van enkele Neroklassiekers. De crème fraîche op de wafel van dit feestjaar is een gloednieuw, heerlijk absurd Nero-hommageavontuur, De Hemeltergers, getekend door Dirk Stallaert, jarenlang de compagnon de route van Sleen, en geschreven door Kim Duchateau, bekend van Ester Verkest, Aldegonne, Jong Suske en Wiske en De man van nu (samen met Hanco Kolk).

Marx Brothers

Kim, je bent een fan van Marc Sleen. Wat maakt hem in jouw ogen zo bijzonder als stripauteur?

Kim Duchateau: Zijn eindeloze verbeelding, zijn taal, zijn rare personages. Zijn werk is heel kolderesk. Ik vind Marc Sleen de Marx Brothers van de traditionele Vlaamse strip. Zijn verhalen gaan alle kanten uit, de kleurrijke personages struikelen vaak bijna over elkaar, hun belevenissen grenzen soms aan de waanzin en de situaties zijn vaak hilarisch. Heel oncommercieel dus eigenlijk, heerlijk! (lacht) Tegelijkertijd zit het werk boordevol Vlaams surrealisme. In één Neroverhaal zitten soms tien ‘Magrittiaanse’ ideeën. En ik ben fan van surrealisme en dadaïsme

Als je zo’n bewonderaar van Sleen bent, bestaat er dan toch geen pleinvrees om een Neroverhaal te maken?

Jazeker, al had ik dat vooral bij De zeven vloeken, het eerste album dat ik helemaal zelf maakte, van scenario tot tekenen en inkleuren, en al veel minder bij De Hemeltergers. Misschien omdat er al een zorg minder was. Dirk Stallaert ging het verhaal tekenen, dus wist ik dat het goed zat en ook meteen in de perfecte Nerosfeer. Het ideeënuniversum van Sleen benaderen en me inleven, daar heb ik niet zo’n grote moeite mee omdat ik er altijd al, van jongs af aan, veel affiniteit mee heb gehad. Voelen hoe Sleen zijn personages laat acteren en reageren in bepaalde situaties gaat bijna als vanzelf.

Sorry

Bestond er een soort artistieke grens? Ingegeven door de uitgeverij, de stichting of door jezelf?

Nee, er werd op voorhand absoluut geen enkele grens opgelegd. Ik had de volledige vrijheid, dat gevoel had ik althans en die sfeer vind ik heel aangenaam om in te werken. Dat het goed moet zijn en zo naadloos mogelijk in de sfeer van de Nerowereld moet passen vind ik een evidentie. Je vertrekt ook vanuit het werk van iemand anders, dus moet het zoveel mogelijk kloppen en met het nodige respect gebeuren. Tenzij het een parodie betreft, dan zijn er andere regels waar je mee kan spelen. Maar het is geen parodie, het moest de sfeer uitademen van een album uit de Neroreeks. Het zou wringen als ik er iets Esther- of Aldegonneachtigs mee zou doen.

De Hemeltergers is je tweede Nero-hommagealbum na De zeven vloeken waarvoor je inderdaad ook nog het grafisch werk op je nam. Is het verschil in aanpak enkel Dirk Stallaert, of toch nog iets anders?

Qua scenario niet. Om de een of andere reden schrijft een Neroverhaal zich bij mij als vanzelf, tenminste als er een goed idee is als vertrekpunt, en als basis uiteraard. Ik heb wel niet zoveel ervaring met lange verhalen bedenken aangezien ik al 26 jaar overwegend strookstrips of eenpaginastrips bedenk en teken.

Dat zijn allemaal ultrakorte verhaaltjes op zich met veel afwisseling ertussen, een heel andere aanpak. Want bij eenpaginastrips moet je constant nieuwe ideeën vinden, het ene na het andere. Bij een lang verhaal ligt de moeilijkheid er dan weer in dat je met één idee de lezer (in dit geval) 64 pagina’s lang moet zien te blijven boeien. Bij De Hemeltergers moest ik me niet meer druk maken om de tekeningen. Dat Dirk het verhaal tekende gaf een relaxt gevoel, dat het zeker wel goed zou komen qua sfeer en tekeningen. Omgekeerd weet ik niet precies hoe Dirk dat heeft ervaren met het scenario, want ik heb hem best rare situaties doen tekenen (lacht). Ik heb vaak ‘sorry’ gezegd.

Wat zijn de voordelen voor een scenarist als hij ook zelf tekenaar is?

Dat je de scènes ook meteen voor je ziet met camerastandpunt en al, terwijl je ze bedenkt en schrijft. Maar dat was hier nooit het geval. Als ik een scène schreef en daarna zag hoe Dirk ze had uitgetekend, klopte het altijd. Hij had het getekend zoals ik het me ook had ingebeeld.

Sublieme taal

Wat maakt een verhaal tot een Neroverhaal?

Een Neroverhaal is eenvoudig eenlijnig, en dat bedoel ik met alle respect. Het start met een probleem en loopt vanaf dan in één lijn door naar de ontknoping. Er zijn geen flashbacks of flashforwards, weinig simultaan lopende verhaallijnen en dergelijke. Alleen gooit Sleen er zoveel rare strubbelingen en in de weg lopende personages tussen, dat het nooit gaat vervelen of voorspelbaar wordt. Zo’n eenlijnige verhaaltechniek heeft als voordeel dat je met de personages meegaat in het verhaal, alsof je het allemaal naast hen meebeleeft. En de taal is subliem, de dialogen die Sleen schreef zijn uitzonderlijk humoristisch. Vaak nogal vrank en raak, gelardeerd met veel inspirerende beeldspraak. Hij leefde zich helemaal in zijn personages in, dat voel je als lezer.

“Dat Dirk het verhaal tekende gaf een relaxt gevoel, dat het zeker wel goed zou komen qua sfeer en tekeningen. Omgekeerd weet ik niet precies hoe Dirk dat heeft ervaren met het scenario, want ik heb hem best rare situaties doen tekenen (lacht). Ik heb vaak ‘sorry’ gezegd.”

Kim Duchateau

Wat wou je per se in ‘jouw’ Neroverhalen stoppen?

Daar heb ik eigenlijk niet zozeer over nagedacht, moet ik bekennen. Ik vond dat het een idee moest zijn alsof Sleen het ook zo bedacht zou hebben. En tegelijkertijd moest het ook iets toevoegen aan de bestaande Neroreeks. Ook wou ik de typische Sleenhumor zoveel mogelijk benaderen, die toch een paar grote raakvlakken heeft met de mijne. Het meest niet-Sleensiaanse aan De Hemeltergers is de setting misschien: het heeft een zeker sciencefictiongehalte. En naar mijn weten heeft Sleen nooit zoveel gedaan met sciencefiction of buitenaardse avonturen. Ik herinner me nu ter plekke De planeet Egmont of De Zwarte voeten, maar veel andere Neroverhalen die zich elders afspelen dan op aarde, schieten me niet te binnen. Maar er zit toch een beetje het anarchistische van De Nerotiekers in, een album uit het begin van de gekleurde reeks.

Popeye

Met welk(e) Sleenpersonage(s) werk je het liefst?

Ik heb eigenlijk geen favoriet. Als ik met een jachtgeweer op mijn slapen gericht zou moeten kiezen, wordt het Madam Pheip. Maar ik heb vooral altijd een enorme voorliefde gehad voor de personages die maar één keer in een album voorkwamen, zoals de gangsterbende van De sluikslapers, de muze en de gekrompen draak uit De hoorn des overvloeds, de kopvoeters in De wortelschieters of Pitou uit Zwarte November. Al die soort karakters/figuren die Sleen bedacht, dat is altijd een beetje onderschat geweest, ik vind dat een van zijn sterktes. In de oude Popeyestrips van Segar had je dat ook. Dat heeft mij altijd geïnspireerd. Ik doe ook niks liever dan personages bedenken die dan maar een of twee afleveringen in een strip meedraaien en vervolgens plots weer verdwijnen. Dat maakt ze raadselachtig en intrigerend.

Je begint meer en meer scenario’s voor anderen te schrijven, onder andere ook Suske en Wiske Junior. Een logische stap?

Ik zie er geen logische stap in. Ik vertoef het liefst in mijn eigen denkwereld, maar als ik die enigszins kan transporteren naar een ander concept, vind ik het ook heel interessant. Dat is lekker afwisselend en ook uitdagend omdat je dan tegen andere grenzen aanloopt. Iemand anders heeft de karakters en de sfeer al bedacht, dat ligt vast en dus moet je daar al in meegaan. Maar ik heb er geen enkele moeite mee om mijn gedachtenset wat om te buigen en ik vind dat heel plezierig. Ik vind het lekker afwisselend met mijn eigen stripreeksen en cartoons waar ik sowieso al kan doen wat ik wil en waar er veel minder grenzen zijn. En dat wil ik zo houden. Ik wil nu zeker niet beweren dat alle stripreeksen mij zouden liggen.

Voor welke bestaande serie zou je dan wel eens een scenario willen schrijven?

Oeh, moeilijk, moeilijk! Robbedoes zou wel leuk zijn. Of Isabelle Avondrood! Pol, Pel en Pingo. De Krobbels. Natasja. Baard en Kale. Steven Sterk. Mega Mindy. Als je me nog een dag laat doordenken kom ik zeker nog op tien andere reeksen.

Welke pagina ligt er op dit moment op jouw tekentafel of staat er als digitaal bestand open?

Momenteel ligt er geen enkele pagina op mijn tekentafel, want ik heb er net mijn avondeten op gegeten. Maar gisteren lag er een pagina van mijn graphic novel over de Amerikaanse groep The Residents waar ik aan bezig ben.

De hemeltergers

Nero zit deze keer flink in de moeilijkheden. Zijn zoon Adhemar wordt ontvoerd en zijn vrouw gaat ervandoor. En alsof dat nog geen drama genoeg is, komt er een nieuw bewind aan de macht, bestaande uit een sinister gezelschap dat niet van onze wereld komt. De aartsengelen die de orde komen handhaven herleiden het dagelijkse leven tot een nooit geziene chaos. Hoe zal Nero zijn zoon, zijn vrouw en zijn vrienden uit deze nachtmerrie kunnen redden? Het lijkt wel een onmogelijke opdracht.

€ 17,99