In onze rubriek ‘De Schrijver Dicteert’ vuren we telkens tien snelle vragen af op enkele van onze auteurs. Zo leren we ze beter kennen. Het woord is aan Marc Legendre.
Mijn bewondering en verlegenheid zullen een etentje met iemand die ik niet persoonlijk ken, zowel voor m’n gast als voor mezelf, waarschijnlijk vergallen. Liever zou ik er bij toeval naast zitten en gewoon kunnen luisteren.
‘Rubrique-à-brac’ (tome 4) van Marcel Gotlib. Absolute waanzin met een uitroepteken.
Gelukkig kan ik overal werken, maar de beste schrijfplaats was in de kuip van de Windbreker, de zeilboot waarmee we ooit op wereldreis vertrokken.
Onmogelijk voor iemand die niet in lijstjes denkt.
Als ik er een moet noemen, dan misschien een van de eerste: Jan Wandelaar uit Hollands Glorie (Jan de Hartog) die lang in m’n romantische en dromerige jongenskop is blijven zitten.
Het is oké dat anderen de boeken maken die ik zelf geweldig vind. De Bijbel had ik wel graag geschreven, voor de royalties.
Op de Malediven, onder water.
‘De leraar liep de twaalf meter van zijn kamer naar de lift in verwondering.’ (De verwondering, Hugo Claus)
‘Seigneur! Que l’une de vos vagues arrache de ce mât ma carcasse de chien, et la jette sur ces rochers, entre la pierre et la carène, afin que soit payée la mort de mon bateau.’ (Vagabond des mers du sud, Bernard Moitessier.)
Mijn moeder zou een boek moeten schrijven, maar die wil niet. Dan maar het levensverhaal van El Gris, onze kater, door hemzelf op papier gezet. Het werkje zou, typisch voor hem, waarschijnlijk niet te lang zijn en gewoon El Gris als titel dragen.
William Shakespeare, maar daarmee doe ik veel anderen onrecht.
Marc Legendre (° 1956) begon meteen na z’n studie Toegepaste Grafiek als hoofdredacteur (‘papegaai’, vindt hij zelf) van het weekblad Kuifje en debuteerde een jaar later in het weekblad Robbedoes onder het pseudoniem Ikke met de strip Biebel die een instant succes werd. (meer…)