Inhoud
In dit derde deel van Beschermvrouwe van de verschoppelingen verliest Delphine Lecompte zich opnieuw in de vreugde van de taal, de reddingsboei waaraan zij zich vastklampt. Worstelend met haar demonen, neurosen en fobieën schrijft ze exuberant, genereus en overdadig over haar kindertijd en volwassen leven. Ze schroomt daarbij niets, spaart niemand en omarmt de schaamte volledig. Dit is schrijven zoals alleen Delphine Lecompte dat kan. Schrijven om te overleven. Al doende dijt haar fantastische, absurde en kleurrijke levenswerk verder uit. Deze cyclus, waarvan het einde nog niet in zicht is, is een tour de force die op geheel eigen wijze verwant is aan de Mijn strijd-boeken van Knausgård en die een net zo groot publiek verdient.